Samenleving - 3. Cultuur

Par. 3 Cultuur
Thema - Samenleving
Maatschappijleer
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo b, k, gLeerjaar 3

In deze les zitten 12 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 20 min

Onderdelen in deze les

Par. 3 Cultuur
Thema - Samenleving
Maatschappijleer

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Belangrijkste vorige les...
  • Aangeboren eigenschappen
  • Aangeleerde eigenschappen
  • Socialisatie
  • Sociale controle
  • Internalisatie
  • Referentiekader
Vandaag:
  • Uitleg 15-20 min
  • Video rest van de les

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Belangrijkste deze les...
Wat moet ik weten en kunnen?
  • Weten wat cultuur is en hierbij voorbeelden kunnen noemen.
  • Uitleggen waarom mensen bij een (sub)cultuur willen horen.
  • Uitleggen waarom cultuuroverdracht een belangrijk onderdeel is van het socialisatieproces.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Need to belong

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Cultuur...
... een groep met gemeenschappelijke kenmerken, zoals...
  • waarden, 
  • normen, 
  • gewoonten, 
  • tradities, 
  • feestdagen.
Dat wat voor iemand belangrijk is. Uitgedrukt in één woord. Bijvoorbeeld: Gezondheid, betrouwbaarheid, gelijkheid etc.
Een gedragsregel. Vaak een uiting van een waarde.
Een handeling die regelmatig terugkeert en waar je niet meer over nadenkt.
Een gewoonte binnen een cultuur die regelmatig terugkeert bij vaste gebeurtenissen.
Een dag in het jaar waarin de samenleving een gemeenschappelijke gebeurtenis viert. Bijvoorbeeld: Koningsdag.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dominante cultuur...
... een overheersende cultuur binnen een samenleving.

  • Overal aanwezig in een samenleving.
  • Grote groep mensen!
  • De Nederlandse cultuur is dominant in Nederland.




Een groep mensen die bij elkaar woont en daarom met elkaar moet omgaan.

Slide 6 - Tekstslide

Denk aan opvoeding
Subculturen...
... een cultuur die bij een kleine groep hoort. Bijvoorbeeld: De Surinaamse gemeenschap of de jeugdcultuur gothics.

  • Kleinere groepen mensen.




1. Generaties => groep mensen ingedeeld op leeftijd.

2. Etnische subculturen => groep mensen ingedeeld op afkomst (waar kom je vandaan?).

3. Regionale subculturen => groep mensen ingedeeld op regio (streek, stad, dorp, e.d.)

4. Religieuze subculturen => groep mensen ingedeeld op godsdienst.

5. Jeugdculturen => groep jonge mensen ingedeeld op muziek, kleding, straattaal, e.d.
We zijn “groepsdieren” en willen dus niet buiten de groep vallen.

Slide 7 - Tekstslide

Denk aan opvoeding
Cultuuroverdracht.
... het overbrengen van de cultuur door je omgeving. 

  • Socialiserende instituties doen aan cultuuroverdracht: 
     -> Cultuur blijft zo bestaan!
  • Cultuur veranderd: nieuwe generaties -> nieuwe ideeën -> verandering samenleving.




Mensen die van invloed zijn op het socialisatieproces. Bijvoorbeeld: Familie en vrienden, maar ook organisaties, media en de overheid zijn socialiserende instituties.

Slide 8 - Tekstslide

Denk aan opvoeding
Heb je alles meegekregen?

  • Cultuur
  • Dominante en subcultuur
  • Cultuuroverdracht

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Aan de Slag
  • Maak opdracht 1 t/m 8 
  • Niet af is huiswerk!
  • Klaar? Leer voor de proefwerk Criminaliteit

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Maken Methode M
  • Maak nu de opdrachten van Methode M. op je eigen niveau. 

Volgende les moeten alle opdrachten van Methode M. gemaakt zijn.

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies