4B - Les 3 en Les 4 - Socialisatie en Cultuur

Socialisatie
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 4

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

Socialisatie

Slide 1 - Tekstslide

Lesplanning
Wat:
Tijd:
Welkom + huiswerkcontrole + strarttaak
3 min.
Leerdoel
* Je kunt uitleggen wat socialisatie is
* Je kunt uitleggen hoe mensen zich aanpassen aan de samenleving door middel van het socialisatieproces
* Je kunt uitleggen welke rol socialiserende instituties hebben in het socialisatieproces
* Je kunt uitleggen wat cultuur is en hierbij voorbeelden benoemen
* Je kunt uiteggen waarom mensen bij een (sub)cultuur willen horen
* Je kunt uitleggen waarom cultuuroverdracht een belangrijk onderdeel is bij socialisatie
2 min.
Instructie + aan de slag
* Terugblik vorige les
* Socialisatie
* Zelfstandig werken
* (Sub)culturen

5 min.
10 min.
10 min.
15 min.

25 min.
Afsluiting
* Check lesdoel(en)
* Huiswerk

5 min.
Verdiept
* P2, opdracht 3, 5, 6, 8, 9 en Test J
* P3, opdracht 2, 3, 4, 6, 7 en Test J
Basis
* P2, opdracht 3, 5, 6, 8, 9 en Test J
* P3, opdracht 2, 3, 4, 6, 7 en Test J
Intensief
* P2, opdracht 3, 5, 6, 8, 9 en Test J
* P3, opdracht 3, 6, 7
* P3: opdracht2, 4, en Test Jezelf

Slide 2 - Tekstslide

Wat betekent fatsoensregel?

Slide 3 - Open vraag

Een voorbeeld van een belangentegenstelling is:
A
Je bouwt samen met je buren een nieuwe schutting.
B
Je spreekt met je ouders af om rond 01:00 uur thuis te zijn.
C
De baas beloont je wanneer je je werk goed doet.
D
Je krijgt ruzie met de leraar, omdat je weer te laat bent.

Slide 4 - Quizvraag

Slide 5 - Link

Welke belangentegenstelling zie je hier?

Slide 6 - Open vraag

Begrippen
  • Socialisatie =  leren omgaan met anderen en daarmee de cultuur van een samenleving eigen maken (opvoeding)
  • Socialiserende instituties = mensen die van invloed zijn op de socialisatie, bijv.: familie, vrienden, verenigingen, media en de overheid.

Slide 7 - Tekstslide

Socialisatieproces

Slide 8 - Tekstslide

Manieren om te leren
  • Socialisatieproces: je leert steeds meer door socialiserende instituties
  • Sociale controle: jouw omgeving reageert op (on)gewenst gedrag door een sanctie te geven
  • Referentiekader: jouw eigen waarden, normen en kennis waarmee je naar de wereld kijkt
  • Manieren van leren: imitatie (nadoen), identificatie (vergelijken met anderen) en sancties (belonen en straffen)

Slide 9 - Tekstslide

Lesplanning
Wat:
Tijd:
Welkom + huiswerkcontrole + strarttaak
3 min.
Leerdoel
* Je kunt uitleggen wat socialisatie is
* Je kunt uitleggen hoe mensen zich aanpassen aan de samenleving door middel van het socialisatieproces
* Je kunt uitleggen welke rol socialiserende instituties hebben in het socialisatieproces
* Je kunt uitleggen wat cultuur is en hierbij voorbeelden benoemen
* Je kunt uiteggen waarom mensen bij een (sub)cultuur willen horen
* Je kunt uitleggen waarom cultuuroverdracht een belangrijk onderdeel is bij socialisatie
2 min.
Instructie + aan de slag
* Terugblik vorige les
* Socialisatie
* Zelfstandig werken
* (Sub)culturen

5 min.
10 min.
10 min.
15 min.

25 min.
Afsluiting
* Check lesdoel(en)
* Huiswerk

5 min.
Verdiept
* P2, opdracht 3, 5, 6, 8, 9 en Test J
Basis
* P2, opdracht 3, 5, 6, 8, 9 en Test J
Intensief
* P2, opdracht 3, 5, 6, 8, 9 en Test J

Slide 10 - Tekstslide

Samenleving
Paragraaf 3 - Cultuur

Slide 11 - Tekstslide

Als jullie thuis een verjaardag vieren; hoe ziet dat er dan uit? Noem een aantal voorbeelden van zo'n verjaardag

Slide 12 - Open vraag

Begrippen
  • Cultuur = verzameling kenmerken van een groep mensen (normen, waarden, feestdagen etc.) 
  • Dominante cultuur = grootste cultuur binnen een samenleving
  • Subcultuur = kleinere groep mensen met dezelfde normen, waarden, feestdagen etc.

Slide 13 - Tekstslide

Subculturen

Slide 14 - Tekstslide

Begrippen
  • Cultuur = verzameling kenmerken van een groep mensen (normen, waarden, feestdagen etc.) 
  • Dominante cultuur = grootste cultuur binnen een samenleving
  • Subcultuur = kleinere groep mensen met dezelfde normen, waarden, feestdagen etc.
  • Cultuuroverdracht = het overbrengen van cultuur door je omgeving (zoals door je ouders en school)

Slide 15 - Tekstslide

3

Slide 16 - Video

00:32
Wat is de dominante cultuur die centraal staat in het filmpje?

Slide 17 - Open vraag

00:33
Welke subcultuur staat centraal in het filmpje?

Slide 18 - Open vraag

01:23
Wat is volgens Ada een kenmerk van de dominante cultur?

Slide 19 - Open vraag

Op welke manier vindt hier cultuuroverdracht plaats?

Slide 20 - Open vraag

Lesplanning
Wat:
Tijd:
Welkom + huiswerkcontrole + strarttaak
3 min.
Leerdoel
* Je kunt uitleggen wat socialisatie is
* Je kunt uitleggen hoe mensen zich aanpassen aan de samenleving door middel van het socialisatieproces
* Je kunt uitleggen welke rol socialiserende instituties hebben in het socialisatieproces
* Je kunt uitleggen wat cultuur is en hierbij voorbeelden benoemen
* Je kunt uiteggen waarom mensen bij een (sub)cultuur willen horen
* Je kunt uitleggen waarom cultuuroverdracht een belangrijk onderdeel is bij socialisatie
2 min.
Instructie + aan de slag
* Terugblik vorige les
* Socialisatie
* Zelfstandig werken
* (Sub)culturen

5 min.
10 min.
10 min.
15 min.

25 min.
Afsluiting
* Check lesdoel(en)
* Huiswerk

5 min.
Verdiept
* P2, opdracht 3, 5, 6, 8, 9 en Test J
* P3, opdracht 2, 3, 4, 6, 7 en Test J
Basis
* P2, opdracht 3, 5, 6, 8, 9 en Test J
* P3, opdracht 2, 3, 4, 6, 7 en Test J
Intensief
* P2, opdracht 3, 5, 6, 8, 9 en Test J
* P3, opdracht 3, 6, 7
* P3: opdracht2, 4, en Test Jezelf

Slide 21 - Tekstslide

Wat zijn belangrijke socialiserende instituties voor kinderen van 5 jaar?
A
Ouders, Nickelodeon en de wijkagent.
B
Vriendjes, Justin Bieber en de supermarkt.
C
Broers of zussen, Instagram en de burgemeester.
D
Opa en oma, Disney en de basisschool.

Slide 22 - Quizvraag

Wat is de beste uitleg voor het begrip socialisatie?
A
Aanleren van waarden en normen van jouw omgeving.
B
Overnemen van wat je allemaal moet leren.
C
Opvoeding door je ouders.
D
Sociaal worden gemaakt.

Slide 23 - Quizvraag

Hoe ontwikkel je een referentiekader?
A
Door alleen te lezen
B
Door ervaringen op te doen
C
Door je gevoelens te negeren
D
Door te leren van anderen

Slide 24 - Quizvraag

Wat is GEEN voorbeeld van cultuur?
A
Vuurwerk bij Oud & Nieuw.
B
Salaris, omdat je werkt.
C
Friese Elfstedentocht.
D
Suikerfeest na de Ramadan.

Slide 25 - Quizvraag

Mensen horen bij meerdere culturen.
A
Ja
B
Nee

Slide 26 - Quizvraag

De Zeeuwse cultuur is een:
A
Etnische subcultuur.
B
Dominante cultuur.
C
Religieuze subcultuur.
D
Regionale subcultuur.

Slide 27 - Quizvraag

Het overdragen van cultuur van ouder op kind noemen we:
A
Internalisatie.
B
Cultuuroverdracht.
C
Dominante cultuur.
D
Socialiseren.

Slide 28 - Quizvraag

Waarom willen mensen bij een subcultuur horen?
A
Voor rijkdom en macht
B
Omdat het verplicht is
C
Zich verbonden voelen met anderen

Slide 29 - Quizvraag

Huiswerk
Hoofdstuk Samenleving, 
* Paragraaf 2. Socialisatie, opdracht 3, 5, 6, 8, 9 en Test Jezelf
* Paragraaf 3. Cultuur: 2, 3, 4, 6, 7 en Test Jezelf

Leren: 
* Paragraaf 1, 2 en 3

Slide 30 - Tekstslide