2021-01-11 1e, 3e en 4e naamval

1e 3e en 4e naamval
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

1e 3e en 4e naamval

Slide 1 - Tekstslide

Sleepvraag
Sleep de voorzetsels naar de juiste naamval

Slide 2 - Tekstslide

3e naamval
4e naamval
von
um
durch
mit
gegen
nach
entlang
gegenüber

Slide 3 - Sleepvraag

Meerkeuze
Kies de juiste vorm (der, die, das, den, dem, der)

Slide 4 - Tekstslide

1e naamval onzijdig
A
der
B
das
C
den
D
dem

Slide 5 - Quizvraag

3e naamval mannelijk
A
der
B
das
C
den
D
dem

Slide 6 - Quizvraag

4e naamval vrouwlijk
A
der
B
die
C
dem
D
den

Slide 7 - Quizvraag

3e naamval meervoud
A
der
B
die
C
dem
D
den

Slide 8 - Quizvraag

Meerkeuze
Kies het juiste lidwoord (ein, eine, einen, einem, einer)

Slide 9 - Tekstslide

3e naamval onzijdig
A
ein
B
einen
C
einem
D
einer

Slide 10 - Quizvraag

1e naamval mannelijk
A
ein
B
einen
C
einem
D
einer

Slide 11 - Quizvraag

3e naamval vrouwelijk
A
eine
B
einen
C
einem
D
einer

Slide 12 - Quizvraag

4e naamval meervoud
A
keine
B
keinen
C
keinem
D
keiner

Slide 13 - Quizvraag

Open vragen
Vul de juiste vorm in
Vul het hele lidwoord in.
Voorbeeld: mein___ Mutter = meine
d___ Ball = der

Slide 14 - Tekstslide

Bei d___ Mutter (v) ist es schön.

Slide 15 - Open vraag

D___ Kind (o) holt den Ball

Slide 16 - Open vraag

Hast du d___ Mann (m) gesehen?

Slide 17 - Open vraag

Ich gebe d___ Kindern (mv) ein Eis

Slide 18 - Open vraag

Kennst du mein__ Mutter (v) schon?

Slide 19 - Open vraag

Ich gebe ein___ Kind (o) den Ball.

Slide 20 - Open vraag

Das Kind hat kein___ Eltern.

Slide 21 - Open vraag

Ich streichele dein___ Kater (m).

Slide 22 - Open vraag