Blok 6 week 4 les 5 werkwoorden
1 / 13
Lesduur is: 15 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Oma faxt haar felicitaties
Zij (voltooid deelwoord)
Zij (voltooid deelwoord)
Slide 2 - Open vraag
De schapen grazen in de wei.
zij (voltooid deelwoord)
zij (voltooid deelwoord)
Slide 3 - Open vraag
Ik doof de kaarsen
ik (voltooid deelwoord)
ik (voltooid deelwoord)
Slide 4 - Open vraag
Maak de rij af
ik scheer, ... jij, jij ..., wij ...
ik scheer, ... jij, jij ..., wij ...
Slide 5 - Open vraag
Maak de rij af:
ik raas, ... jij, jij ..., wij ...
ik raas, ... jij, jij ..., wij ...
Slide 6 - Open vraag
tt persoonsvorm van:
De meisjes hebben de jongens gegroet.
De meisjes hebben de jongens gegroet.
Slide 7 - Open vraag
tt persoonsvorm van:
Ik heb de schade niet vergoed.
Ik heb de schade niet vergoed.
Slide 8 - Open vraag
Maak de rij af:
ik verbied, ... jij, jij ..., wij ...
ik verbied, ... jij, jij ..., wij ...
Slide 9 - Open vraag
PV in de vt opschrijven
De meisjes rijgen de kralen
De meisjes rijgen de kralen
Slide 10 - Open vraag
PV in de vt opschrijven
Ze troost haar kleine hondje.
Ze troost haar kleine hondje.
Slide 11 - Open vraag
PV in de vt opschrijven
Zij loven de kok voor het gerecht.
Zij loven de kok voor het gerecht.
Slide 12 - Open vraag
PV in de vt opschrijven
Wij missen de laatste bus naar huis.
Wij missen de laatste bus naar huis.
