In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
WELCOME!
Slide 1 - Tekstslide
TODAY
Check homework
Continue with Much & Many
Reading skills
Slide 2 - Tekstslide
Exercise 2
a little
little
few
(a) few
a little
a few
little
a few
few
little
Slide 3 - Tekstslide
Exercise 3
a lot of homework
little attention
not many trees. A lot of trees
a little love
few colours
she sings a lot
a lot of songs
not much interest
little sugar
give me a little milk
Slide 4 - Tekstslide
Exercise 3
11. I don't have many records
12. Few cats like dogs
13. Many more chairs than tables
14. You eat / are eating too much!
15. Take a little soup
Slide 5 - Tekstslide
MUCH, MANY or A LOT OF
A LOT OF gebruik je in bevestigende zinnen.
MUCH en MANY gebruik je bij vraagzinnen en ontkenningen.
Maar: na VERY, SO, TOO en HOW gebruik je MUCH en MANY.
MANY gebruik je bij telbare zelfstandige naamwoorden.
MUCH gebruik je bij ontelbare zelsftandige naamwoorden.
We doen nu in LessonUp opdracht 1 van p.30 in je iBook.
Slide 6 - Tekstslide
(A) FEW & (A) LITTLE
FEW en A LITTLE gebruik je om aan te geven dat er weinig van iets is. FEW gebruik je bij telbare zelfstandige naamwoorden. A LITTLE bij ontelbare zelfstandige naamwoorden.