B1-K1-W1- Lesweek 6- S20A

Aan het einde van de les.......

  • Kun je uitleggen wat ontwikkelingsaspecten zijn
  • Kun je uitleggen welke factoren je ontwikkeling bepalen .
  • Kun je uitleggen wat belangrijke voorwaarden zijn voor een kind om zich optimaal te ontwikkelen Kun je uitleggen wat hechting is en wat hechtingsproblemen zijn 
Inventariseert ondersteuningsvragen van de cliënt 

                      

B1-K1-W1

Klas: S20A
Docent: M. Eshuis 
Lesweek 6                                                        
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
WelzijnMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Aan het einde van de les.......

  • Kun je uitleggen wat ontwikkelingsaspecten zijn
  • Kun je uitleggen welke factoren je ontwikkeling bepalen .
  • Kun je uitleggen wat belangrijke voorwaarden zijn voor een kind om zich optimaal te ontwikkelen Kun je uitleggen wat hechting is en wat hechtingsproblemen zijn 
Inventariseert ondersteuningsvragen van de cliënt 

                      

B1-K1-W1

Klas: S20A
Docent: M. Eshuis 
Lesweek 6                                                        

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Programma- ontwikkelingspsychologie- deel 1
  • Welkom, AWR
  • Lesdoelen vandaag
  • Terugblik vorige week- quiz vragen 
  • Herhaling ontwikkelingsaspecten
  • Factoren die je ontwikkeling beïnvloeden
  • Voorwaarden optimale ontwikkeling


  • Pauze
  • Hechting en hechtingsproblemen
  • Afsluiting

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen vandaag: 
Aan het einde van de les.......

  • Kun je uitleggen wat ontwikkelingsaspecten zijn
  • Kun je uitleggen welke factoren je ontwikkeling bepalen .
  • Kun je uitleggen wat belangrijke voorwaarden zijn voor een kind om zich optimaal te ontwikkelen Kun je uitleggen wat hechting is en wat hechtingsproblemen zijn 

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Maak de zin af: ''Ontwikkelingspsychologie is de wetenschap die zich richt op....:
A
het gedrag van mens en dier
B
de opvoeding van kind en ouders
C
gedrag van de mensen in verschillende fasen in zijn leven
D
het gedrag van de mens als deze in zijn puberteit zit

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een voorbeeld van een ontwikkelingsfasen:
A
Rijping
B
Baby
C
Cognitieve ontwikkeling
D
Groeiproces

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat hoort niet bij de cognitieve ontwikkeling?
A
emoties
B
denken
C
taal
D
spraak

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Ontwikkelingsaspecten/gebieden: 
Gebied waarop de mens zich ontwikkelt! Ontwikkelingspsychologie zijn dit er zes.
Let op! In de praktijk voegen ze soms de sociale en emotionele ontwikkeling tot een begrip samen.

Lichamelijk : groei/achteruitgang, motoriek (grof/fijn) zintuigen
Cognitief: Denken, geheugen, taal
Sociaal: omgang met anderen, sociaal gedrag
Persoonlijkheid: vorming eigen identiteit, eigen wil, opvattingen, mannelijk/vrouwelijk gedrag
Emotioneel: gevoelens, vertrouwen & veiligheid
Seksueel: seksueel gedrag, lichaam en lustbeleving, waardering eigen lichaam


Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke factoren bepalen je ontwikkeling
Interne factoren: Aanleg, erfelijk materiaal wat je meekrijgt van je ouders (aangeboren vermogens)

Externe Factoren: Je omgeving en leven onder bepaalde omstandigheden zijn bepalend voor je ontwikkeling. (milieu, onderwijs, arm/rijk, ingrijpende levensgebeurtenissen, tijd waarin je opgroeit)

Zelfbepaling: Hoe ouder een kind is, hoe groter zijn vermogen kan worden om richting te geven aan zijn eigen ontwikkeling

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Check heb je de stof begrepen? 
Opdracht:  Welke factor vermeld jij achter elk punt: intern of extern

1.  Aangeboren aandoening
2. Gezin
3. Muzikaal talent
4. Normen en waarden
5. Verlies van een partner

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorwaarden voor een gezonde ontwikkeling
Geen enkel kind ontwikkelt zich vanzelf, er zijn voorwaarden nodig. Wordt aan deze voorwaarden niet voldaan, dan is de kans groot dat het kind een ontwikkelingsachterstand oploopt.

  1. Veilig en vertrouwd voelen bij de opvoeder 
  2. Non verbaal en verbaal contact tussen opvoeder/ouders-kind
  3. Er moet een stimulerende omgeving zijn
  4. Een kind moet de gelegenheid krijgen om zelf te onderzoeken
  5. Een kind moet de mogelijkheid krijgen om te spelen
  6. Een kind moet voldoende vrijheidsbeweging krijgen
  7. Een kind moet veiligheid en grenzen worden geboden


Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Video

Stukje van dit fragment laten zien en 'Wild' childs bespreken. Aan welke voorwaarden is er niet voldaan.. 
Eventueel kun je ook iets zelf gebruiken uit je eerdere lessen.. 
Waar denk je aan bij het
woord : ''hechting''?

Slide 12 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Begrip hechting
  • In de babyfase groeit mens intensief op lichamelijk en emotioneel gebied
  • Emotionele band tussen baby en opvoeders dit wordt ook wel de hechtingsfase genoemd. De eerste hechtingsfase is normaal tussen de 6-12 maanden.
  • ‘’Gedrag van kinderen laat zien of zij ervan uitgaan dat de opvoeder hun signalen zal opmerken en er zo nodig direct en adequaat op in zal gaan (veilig gehecht). Maar ze kunnen ook met hun gedrag aangeven dat ze dat juist niet doen (onveilig gehecht).’’

Onveilige hechting kan voor een verstoring zorgen bij de ontwikkeling van het kind.
Blijft het vervullen van de basale behoefte uit… dan kan het kind een hechtingsstoornis ontwikkelen.
(DSM-V).

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hechtingsproblematiek 
Er zijn twee hoofd vormen van onveilige hechting:
  • Kenmerken van het geremde type
  • Kenmerken van het ontremde type

Opdracht:
Zoek op wat de bovenstaande begrippen/vormen inhouden.
Gebruik hiervoor internet staat niet in het boek! Vertaal dit naar je eigen woorden.

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kenmerken 
Geremde type- kenmerken:
Overdreven waakzaam, afwijzend in sociaal contact, teruggetrokken, onzeker, apathisch, lusteloos, huilt niet, kenmerken kunnen lijken op ASS.


Ontremde type- kenmerken:
Allemansvriend (ook naar vreemden), relaties in stand houden lukt niet, grensoverschrijdend, druk, impulsief, snel gefrustreerd, weinig geen wederkerigheid- egocentrische, niet in staat om relaties in stand te houden (afstoten/angst).

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Afsluiting 

Lesdoelen check met elkaar 

Je kan uitleggen: 
- Wat ontwikkelingsaspecten zijn.

-Welke factoren je ontwikkeling bepalen.
-Wat belangrijke voorwaarden zijn voor een kind om zich optimaal te ontwikkelen
-Wat hechting is en wat hechtingsproblemen zijn. 



timer
6:00

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Programma- ontwikkelingspsychologie- deel 2
  • Welkom, AWR 
  • Terugblik op deel 1 
    S20 -
    Ontwikkelingsaspecten opdracht S20A- 'De baby' en 'De peuter'  bespreken 
  • De baby-peuter -schoolkind - belangrijkste theorie

  • Groepsopdrachten uitleg 
  • Zelfstandig aan de slag 
  • Check lesdoelen 

  • Afsluiting 

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen vandaag 
  • Je kunt de begrippen 'oog-hand coördinatie', 'hechting' en 'reflexen' in eigen woorden uitleggen
  • Je kunt de verschillende vormen van 'leren' benoemen die bij een baby plaatsvinden
  • Je kunt een aantal ontwikkelingsaspecten en bijbehorende kenmerken van de peuter opnoemen 
  • Je kunt benoemen wat het begrip 'exploratiedrang' en 'parallel spelen' betekent. 


Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Terugblik op deel 1.... 'spin it':

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

S20A - Baby  (0-18 mnd) Wie ben ik? 
Lichamelijke ontwikkeling: 
Belangrijke begrippen: reflexen,                                oog-hand coördinatie, exploratiedrang                Cognitieve ontwikkeling: 
Exploratiedrang,
leren door: ervaring, imiteren en herhalen
Sociale/emotionele  ontwikkeling: 
Hechting 
Eenkenningheidsfase - scheidingsangst
Sociale glimlach- na ongeveer 6 weken
Persoonlijkheidsontwikkeling: 
Temparement 
Nog geen zelfbewustzijn 
Seksuele ontwikkeling: 
Vooral lichamelijk tastzin. 

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Peuter
 (18 mnd-4 jaar)

Lichamelijke ontwikkeling:
Exploratiedrang (ontdekkingsdrang), 
Lopen 
Sociale/emotionele ontwikkeling:
parallel spelen (naast elkaar spelen ipv met elkaar) 
egocentrisme (onkunde) 
Koppigheidsfase 
Persoonlijkheidsontwikkeling:
Zelfbewustzijn 
'karakter' 
Seksuele ontwikkeling:
Ontdekken van eigen lichaam 
Cognitieve ontwikkeling: 
Magisch denken, animistisch denken 

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

S20A- Kleuter en schoolkind
-Kleuter (4-6 jaar)
-Schoolkind
  (6 -12 jaar)
Lichamelijke ontwikkeling & seksuele ontwikkeling: 
Seksuele interesse & nieuwsgierigheid
geslachtsgebonden gedrag 
Ontdekken van eigen lichaam 
Emotionele ontwikkeling:
Zelfbeeld 
Sociale en Persoonlijkheidsontwikkeling: 
Omgang met anderen 
Conformisme 
Pesten 
Cognitieve ontwikkeling
Leren binnen en buiten school 

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Groepsopdrachten- uitleg 
Je gaat in groepjes van 3 personen zelfstandig aan de slag met overige ontwikkelfasen (Gebruik hier voor de theorie uit je boek Methodiek Thema 2): 
1)- Puber/adolescent (woordweb maken) 
2)-Volwassene/oudere  (levenslijn maken) - zie volgende dia 

Ben je nog niet klaar met deze opdracht dan kun je daar volgende les ook nog aan besteden! 
Je dient de opdracht in de laatste les van die week af te hebben. Jouw docent zal in teams de opdracht plaatsen 'Opdracht ontwikkelingsfasen W1- lesweek 6/7'. 


Uitleg opdracht Puber/adolescent: 
1) Je maakt een woordweb met alle belangrijke begrippen uit het hoofdstuk over pubers en adolescent. Zorg dat alle ontwikkelingsaspecten aan bod komen. Je zorgt dat je deze begrippen voor jezelf opschrijft zodat je kan uitleggen wat dit betekent (dit mag in steekwoorden in het woordweb of als bijlage uitgewerkt). 




Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Groepsopdrachten- uitleg 
2) Uitleg opdracht - volwassene/oudere :  
Je maakt een levenslijn van een volwassen persoon tot - een oudere. Hiervoor gebruik je een fictief persoon waar je een verhaal om heen verzint en waarbij alle belangrijke ontwikkelingsaspecten in terug komen.
Bijvoorbeeld: 
Ansje was toen ze 45 jaar was erg verdrietig omdat haar kinderen uit huis gingen en ze last had van het 'lege-nestsyndroom' . Toen Ansje ouder werd kwam ze in haar meno-pauze... etc..
Bij dit verhaal voeg je een tijdslijn (levenslijn) van je hoofdkarakter bijv. Ansje toe waarop je aangeeft op welke leeftijd er belangrijke ontwikkelingen plaatsvinden. 

Ben je nog niet klaar met deze opdracht dan kun je daar volgende les ook nog aan besteden!
Je dient de opdracht in de laatste les van die week af te hebben.
Jouw docent zal in teams de opdracht plaatsen
'Opdracht ontwikkelingsfasen W1- lesweek 6/7'.

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zelfstandig aan de slag
Volgende week heb je geen lessen maar lever je voor het einde van de laatste les (dus stel je laatste les van W1 is op donderdag) alle groepsopdrachten in.  Dit doe je via teams 'opdrachten'. 
Zijn de groepsopdrachten naar behoren ingeleverd? Dan sta je voor die week aanwezig!

Ben je klaar met alle groepsopdrachten? 
Maak dan alle Thieme Meulenhoff opdrachten van  (behalve de samenwerkingsopdrachten) van niveau 3-4 'Thema 2.3 t/m 2.8.  Deze opdrachten dien je af te hebben voor 09 november. 


De docent geeft instructie over haar bereikbaarheid en verwachtingen van die week!  




Slide 26 - Tekstslide

Maak zelf voor je klas een opdracht aan in teams. 
Lesdoelen check
  • Je kunt de begrippen 'oog-hand coördinatie', 'hechting' en 'reflexen' in eigen woorden uitleggen
  • Je kunt de verschillende vormen van 'leren' benoemen die bij een baby plaatsvinden
  • Je kunt een aantal ontwikkelingsaspecten en bijbehorende kenmerken van de peuter opnoemen
  • Je kunt benoemen wat het begrip 'exploratiedrang' en 'parallel spelen' betekent.

Slide 27 - Tekstslide

Maak zelf voor je klas een opdracht aan in teams. 
Vergeet niet volgende week heb je geen les van de docent maar werk je tijdens de lesuren aan de groepsopdrachten. Deze lever je voor het einde van de laatste les in. 
Stel je laatste les van W1 is op donderdag van 14.00-15.30u. Dan lever je dus de opdracht in voor donderdag 15.30u. 

Je levert de opdracht in via teams! 
Een groepslid levert de opdrachten in. Vermeld alle groepsleden.

Werk goed samen! 
Succes

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies