07-12 Oefenen schrijf- en spreektoetsen

Dinsdag 7 december
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
NT2Middelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Dinsdag 7 december

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we vandaag doen?

  • Agenda
  • Zijn mooiste model
  • Oefenen spreektoets
  • Oefenen schrijftoets
  • Nieuws van de week

Slide 2 - Tekstslide

Agenda
Donderdag 16 december 9.30-11.00 schrijven@BOLC
Maandag 20 december 9.00-11.00 lees-en luistertoetsen@Bolc
Spreektoetsen: zie mail in Magister

Slide 3 - Tekstslide

Oefenen spreektoetsen
Wie werkt met wie?

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Oefenen schrijftoets

Slide 8 - Tekstslide

Oefentoets schrijven B1 niveau

INFORMELE E-MAIL OVER NEDERLAND
Een collega van je ouders gaat naar Nederland emigreren met haar gezin. Haar zoon van 13 komt ook mee en heeft jou gevraagd naar jouw ervaring met Nederland. Je schrijft deze jongen een e-mail. Vertel iets over minimaal drie van deze onderwerpen:
- Het weer in Nederland
- De mensen in Nederland
- Jouw woonplaats
- Jouw school
- De taal
Denk aan een goede aanhef (begin) van de brief en een passende afsluiting (einde).



Slide 9 - Tekstslide

Oefentoets schrijven A2 niveau

INFORMELE E-MAIL OVER NEDERLAND

Een collega van je ouders gaat naar Nederland emigreren met haar gezin. Haar zoon van 13 komt ook mee en heeft jou gevraagd naar jouw ervaring met Nederland.
Je schrijft deze jongen een e-mail. Vertel
iets over minimaal drie van deze onderwerpen:
- Het weer in Nederland
- De mensen in Nederland
- Jouw woonplaats
- Jouw school
- De taal

Slide 10 - Open vraag

Schrijfopdracht Disk
Schrijf op wat je met 10.000 euro zou doen.
Je hebt een cheque van 10.000 euro gewonnen. Die mag je gebruiken om jezelf mooier te maken.
Je kunt kleding kopen, naar de kapper gaan, mooie sieraden kopen, een tattoo laten zetten, of wat je maar wil. Er is één voorwaarde: je moet het geld op één dag uitgeven. De winkels gaan om negen uur open en ze gaan om zes uur dicht.

Schrijf op wat je met het geld op één dag gaat doen:

In welke winkel begin je om negen uur? Hoe lang blijf je daar?
Wat ga je daar kopen?
Waar ga je daarna naartoe? Hoe laat is het dan?
Is al het geld op aan het eind van de dag?

Slide 11 - Tekstslide

Schrijf op wat je met 10.000 euro zou doen.
Je hebt een cheque van 10.000 euro gewonnen. Die mag je gebruiken om jezelf mooier te maken.
Je kunt kleding kopen, naar de kapper gaan, mooie sieraden kopen, een tattoo laten zetten, of wat je maar wil. Er is één voorwaarde: je moet het geld op één dag uitgeven. De winkels gaan om negen uur open en ze gaan om zes uur dicht.

Schrijf op wat je met het geld op één dag gaat doen:

In welke winkel begin je om negen uur? Hoe lang blijf je daar?
Wat ga je daar kopen?
Waar ga je daarna naartoe? Hoe laat is het dan?
Is al het geld op aan het eind van de dag?

Slide 12 - Open vraag

Tot morgen

Slide 13 - Tekstslide