De Sumeriërs bakken eerst een soort broden, die ze vervolgens in water verkruimelen. De pap die zo ontstaat laten ze vergisten. Eventueel brengen ze het bier op smaak met kruiden, honing of dadels. Omdat er in het bier nog allerlei broodkorsten ronddrijven, drinken de eerste bierdrinkers hun bier met een rietje.