Lezen: onderwerp - hoofdgedachte/ hoofd- en bijzaken

Welkom
- denk aan je mobiel
- leesboek - les start met lezen

1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 2

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Welkom
- denk aan je mobiel
- leesboek - les start met lezen

Slide 1 - Tekstslide

Onderwerpen vandaag
Onderwerp + hoofdgedachte


Hoofd- en bijzaken

Slide 2 - Tekstslide

Lees de informatie door van les 2 en 3
onderwerp en hoofdgedachte + Hoofd- en bijzaken
timer
6:00

Slide 3 - Tekstslide

Onderwerp 
  • Lees globaal om het te vinden 
  • Formuleer het onderwerp in 1 woord (gameverslaving) of een woordgroep (diersoorten in Afrika) - NOOIT een hele zin. 
  • Een goede schrijver zal het onderwerp van de tekst in ieder geval in de inleiding en het slot benoemen. 

Slide 4 - Tekstslide

Deelonderwerpen
  • Lees globaal of intensief om te vinden 
  • Een deelonderwerp beslaat meestal 1 of 2 alinea's, soms meer
  • Onderdeel van het onderwerp van de tekst. 
  • Formuleer in 1 woord of woordgroep - NOOIT een hele zin 
  •  Soms geven tussenkopjes het deelonderwerp aan, niet altijd

Slide 5 - Tekstslide

Hoofdgedachte
  • Lees intensief om te vinden
  • Samenvatting van de tekst in 1 zin
  • Soms staat hij in de tekst, soms moet je hem zelf bedenken
  • De hoofdgedachte is het antwoord op de vraag: wat is het belangrijkste dat de auteur zegt over het onderwerp? 
  • Een goede schrijver zal de hoofdgedachte in de inleiding en/of het slot benoemen. 

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

hoofdzaken
De belangrijkste informatie in een tekst noem je de hoofdzaken
Wat niet zo belangrijk is, zijn de bijzaken.

De hoofdzaken van een tekst vind je in de inleiding en/of het slot
Ook iedere alinea heeft een hoofdzaak. Deze vind je in de eerste of laatste zin.

De lay-out (opmaak) van de tekst helpt je ook om de hoofdzaken te vinden. Let op vetgedrukt of andere kleuren



Slide 10 - Tekstslide

bijzaken
De niet zo belangrijke zaken in een tekst noem je de bijzaken
Dit zijn bijvoorbeeld:
  • Voorbeelden en extra uitleg
  • Maakt de tekst duidelijker, leuker of beter te begrijpen.
Vooral in de alinea's in het middenstuk vind je voorbeelden en extra uitleg

Slide 11 - Tekstslide

samenvatten
  • Als je een tekst moet onthouden, kun je de belangrijkste informatie in een samenvatting zetten.
  • Een samenvatting maak je door de belangrijkste zinnen van de alinea's onder elkaar te zetten.
  • Je kunt de samenvatting beginnen of eindigen met de hoofdgedachte van de tekst

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Teksten met meer alinea's


- Elke alinea heeft een eigen 

   hoofdzaak, want de schrijver 

   wil in elke alinea iets vertellen


- De rest van de zinnen zijn 

   bijzaak

Slide 15 - Tekstslide

Lees de tekst

Slide 16 - Tekstslide

Wat is het onderwerp van de tekst?
A
supermodel Doutzen Kroes
B
optredens van bekende artiesten
C
actie van Dance4Life
D
inzameling van 350 duizend euro

Slide 17 - Quizvraag


Is het citaat in alinea 2 een hoofdzaak of een bijzaak?
A
hoofdzaak
B
bijzaak

Slide 18 - Quizvraag

Opdrachten
Les 2: opdrachten 1, 2, 6,7

Les 3: opdrachten 1,4,5,7 en 8

Slide 19 - Tekstslide