P6, les 1 - NED SPR/GESPR 2F+3F

Periode 6, les 1 (NED 2F+3F)

Hoofdstuk 1: Spreken
§ 1.1 Aantrekkelijk spreken 
§ 1.2 Een duidelijke opbouw 
§ 1.3 Beeld gebruiken 
Online terug te vinden onder het kopje ‘Spre1’.

1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Periode 6, les 1 (NED 2F+3F)

Hoofdstuk 1: Spreken
§ 1.1 Aantrekkelijk spreken 
§ 1.2 Een duidelijke opbouw 
§ 1.3 Beeld gebruiken 
Online terug te vinden onder het kopje ‘Spre1’.

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen: 
§ 1.1 - Je geeft een aantrekkelijke presentatie aan een groep. 

§ 1.2 - Je geeft je presentatie een duidelijke opbouw met inleiding, middenstuk en slot en je gebruikt signaalwoorden.

§ 1.3 - Je gebruikt beeld om je presentatie duidelijker en aantrekkelijker te maken. 


    

Slide 2 - Tekstslide

Wat weet jij al over
'presenteren'?

Slide 3 - Woordweb

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Heb je net goed opgelet tijdens de uitleg van de theorie?
Laten we dat eens controleren!

Beantwoord de volgende 8 vragen zo goed en snel mogelijk.
Succes!


    

Slide 13 - Tekstslide

1. Wat is 'aantrekkelijk spreken'?
timer
1:00
A
Dat je goed verstaanbaar bent.
B
Dat je er netjes uitziet.
C
Dat het prettig is om naar je te luisteren en je boodschap helder is.
D
Dat het duidelijk is wat je wilt vertellen.

Slide 14 - Quizvraag

2. Hoe kun je ervoor zorgen
dat je 'aantrekkelijk spreekt'?
timer
1:00
A
Goede opbouw van de presentatie, netjes gekleed zijn.
B
Goede voorbereiding, oogcontact maken en ontspannen voor de groep staan
C
Rustig spreken, goed voorbereiden.
D
Ontspannen zijn, netjes gekleed zijn.

Slide 15 - Quizvraag

3. Wat is géén tip wanneer je zenuwachtig bent voor het presenteren?
timer
1:00
A
Oefen thuis met publiek erbij.
B
Wees ruim op tijd om spullen klaar te leggen.
C
Haal van tevoren een paar keer diep adem.
D
Besteed niet zoveel tijd aan de voorbereiding van je presentatie.

Slide 16 - Quizvraag

4. Welk onderdeel hoort er in
de INLEIDING van je presentatie?
timer
1:00
A
Jezelf voorstellen.
B
Op dat moment ruimte geven voor het stellen van vragen.
C
Verschillende deelonderwerpen behandelen.
D
Een logische volgorde aanhouden.

Slide 17 - Quizvraag

5. Welk onderdeel hoort er in
de KERN van je presentatie?
timer
1:00
A
Jezelf voorstellen.
B
Op dat moment ruimte geven voor het stellen van vragen.
C
Verschillende deelonderwerpen behandelen.
D
Een logische volgorde aanhouden.

Slide 18 - Quizvraag

6. Welk onderdeel hoort er in
het SLOT van je presentatie?
timer
1:00
A
Jezelf voorstellen.
B
Op dat moment ruimte geven voor het stellen van vragen.
C
Verschillende deelonderwerpen behandelen.
D
Een logische volgorde aanhouden.

Slide 19 - Quizvraag

7. Waarom gebruik je
signaalwoorden in een tekst?
timer
1:00
A
Hiermee laat je zien wat de hoofdgedachte van de tekst is.
B
Hiermee laat je zien wat het onderwerp van de tekst is.
C
Hiermee laat je zien wat het doel van je tekst is.
D
Hiermee maak je de verbanden tussen de verschillende deelonderwerpen duidelijk.

Slide 20 - Quizvraag

8. Wat is géén tip voor
het maken van een PowerPointpresentatie?
timer
1:00
A
Gebruik veel verschillende lettertypen, lettergroottes en verschillende kleuren.
B
Denk aan de lay-out: kies een rustige achtergrond.
C
Houd de informatie kort en bondig: gebruik steekwoorden.
D
Gebruik liever een duidelijke foto dan teveel tekst.

Slide 21 - Quizvraag

Maak de volgende opdrachten op je Nu Nederlands online licentie (tabblad SPR1):
 
2F – Spr/gespr 1.1 Opdracht 2                         2F – Spr/gespr 1.1 Opdracht 3 
2F – Spr/gespr 1.2 Opdracht 1                        
2F – Spr/gespr 1.3 Opdracht 1                         2F – Spr/gespr 1.3 Opdracht 3




    
2F niveau

Slide 22 - Tekstslide

Maak de volgende opdrachten op je Nu Nederlands online licentie (tabblad SPR1):
 
3F – Spr/gespr 1.1 Opdracht 2                         3F – Spr/gespr 1.1 Opdracht 3 
3F – Spr/gespr 1.2 Opdracht 1                        
3F – Spr/gespr 1.3 Opdracht 1                         3F – Spr/gespr 1.3 Opdracht 2




    
3F niveau

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Wat vond je van deze les?
Hierna volgen er een aantal stellingen.
Kies steeds het antwoord dat het beste bij jou past.
Er is geen goed of fout antwoord. 

Slide 25 - Tekstslide

De uitleg van deze les
was duidelijk voor mij.
timer
1:30
Helemaal mee oneens
Gedeeltelijk mee oneens
Niet mee oneens, niet mee eens
Gedeeltelijk mee eens
Helemaal mee eens

Slide 26 - Poll

Ik ben deze les actief bezig geweest.
timer
1:30
Helemaal mee oneens
Gedeeltelijk mee oneens
Niet mee oneens, niet mee eens
Gedeeltelijk mee eens
Helemaal mee eens

Slide 27 - Poll

Ik weet wat ik nu verder nog
moet doen en/of afmaken voor deze les.
timer
1:30
Helemaal mee oneens
Gedeeltelijk mee oneens
Niet mee oneens, niet mee eens
Gedeeltelijk mee eens
Helemaal mee eens

Slide 28 - Poll

Ik heb op dit moment geen vragen meer
over deze les.
timer
1:30
Helemaal mee oneens
Gedeeltelijk mee oneens
Niet mee oneens, niet mee eens
Gedeeltelijk mee eens
Helemaal mee eens

Slide 29 - Poll

Extra oefenen:

* Ben je snel zenuwachtig?
Doe een ademhalingsoefening om te ontspannen. (zie hiernaast -> ) 
Blijf hierna vijf minuten rustig zitten, adem weer normaal.
Merk op hoe je je nu voelt, in je lichaam en in je hoofd.

Ben je inmiddels weer wat rustiger? Heel goed!
Nog niet rustiger? Herhaal de oefening dan nog een keer. 
 

Slide 30 - Tekstslide

Extra oefenen (tongbrekers): 
Zeg de volgende zinnen 10 x snel en foutloos achter elkaar. 

Slide 31 - Tekstslide

Extra oefenen (tongbrekers): 
Zeg de volgende zinnen 10 x snel en foutloos achter elkaar.   

Slide 32 - Tekstslide

Extra oefenen (tongbrekers): 
Zeg de volgende zinnen 10 x snel en foutloos achter elkaar.   

Slide 33 - Tekstslide