Opdracht om te oefenen: Houd een gesprek over je functioneren in een groep. (Werk in viertallen.)
Stel, jij mag een evenement organiseren voor school. Het evenement is te groot om alleen uit te voeren, dus zoek je een medestudent die dat samen met jou wil doen. Je wilt wel iemand waar je van op aankunt, anders wordt het niks. In een gesprek probeer je er met vragen en doorvragen achter te komen wat die ander kan.
1 Houd samen met een medestudent het gesprek. Spreek af wie de student speelt die een medestudent zoekt.
2 Het andere tweetal beoordeelt het gesprek. Let bij deze opdracht vooral hierop:
* Hebben beiden duidelijke antwoorden en voorbeelden gegeven?
* Wordt duidelijk hoe ze functioneren in een groep?
* Is er voldoende doorgevraagd?
* Is aan het eind duidelijk of ze goed zouden kunnen samenwerken?
* Is het woordgebruik gevarieerd en passend?
3 Bespreek samen het gesprek na.
4 Wissel van rol. Nu voert het andere tweetal de opdracht uit. Bespreek ook dat gesprek na.