Bij een voorstelling hoort natuurlijk publiek!
Nieuw woord: publiek
Wanneer je kijkt naar een theatervoorstelling, ben je publiek.
Ga met de leerlingen in gesprek over het onderwerp publiek.
Publiek is er niet alleen bij een theatervoorstelling, maar ook op andere momenten?
Waar of wanneer is er publiek?
Bijvoorbeeld: bij sportwedstrijden, bioscoop, concerten.
Waarom?
Bijvoorbeeld omdat iemand iets heel bijzonder of interessant vindt, en daarom met aandacht naar iets wil kijken.
Opdracht publiek
Ga verder in gesprek over het onderwerp publiek. En laat het de kinderen nog beter begrijpen door het ze te laten voordoen.
Wie is er wel eens publiek geweest?
Wat doet publiek? Hoe ziet dat eruit?
Hoe klinkt dat?
Bijvoorbeeld: Klappen, lachen, juichen, huilen, WAUW zeggen, schrikken
Wat doet een publiek (hopelijk) niet?
Bijvoorbeeld: 'Boehhh' roepen of andere negatieve woorden, lopen door de zaal of op het podium, dingen gooien naar het podium. (alhoewel, bij concerten soms wel knuffels)