EXCURSIE: WAUW

1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
KunstKunstzinnige oriëntatieBasisschoolGroep 1,2

In deze les zitten 17 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Lesomschrijving

Duur van de voorbereidende les
30-45 minuten

Leerdoelen
- Leerlingen ervaren een voorstelling op school
- Leerlingen leren wat theater is en wat er allemaal bij hoort.
- Leerlingen leren zich verwonderen over hun omgeving


De kunstdisciplines die in dit blok worden behandeld


Voorbereiding
- Neem de woordenlijst door
- Print de lesinstructie

Benodigde materialen voor de voorbereidende les
- A3 papier
- potloden of krijt

Je hebt de vrijheid om de voorbereidende les naar jouw eigen visie en inzicht uit te breiden.
Groep 1/2
40 min.
WAUW!

Slide 2 - Tekstslide

Introduceer het thema van dit lesblok: ? en stel vragen. Waar zou dit lesblok over kunnen gaan?

Vertel in het kort wat de leerlingen kunnen verwachten van de voorbereidende les.
Nieuw woord:
Theater
Wat is theater?
Nieuw woord:
Voorstelling

Slide 3 - Tekstslide

Binnenkort komen de spelers van de voorstelling WAUW! van BonteHond bij jullie op school.

Voor veel leerlingen is dit misschien de eerste ervaring met theater. Vertel de leerlingen eerst wat theater is. Probeer ze te laten vertellen wat het is, wat je ziet, wat er kan gebeuren.

Vertel de leerlingen daarna wat theater is.
Acteurs/mensen spelen een verhaal en doen alsof zie iemand zijn. 

Vertel bijvoorbeeld dat theater een kunstvorm is waarbij een voorstelling wordt opgevoerd voor een publiek.

Nieuw woord: theater

Wanneer je voor een publiek (bijvoorbeeld) een verhaal uitspeelt, kijk je naar een voorstelling. Dat 'verhaal' kan ook zonder woorden worden verteld, door het juist te laten zien, te spelen of door dans en beweging.

Nieuw woord: voorstelling

Hulpvragen:
Wat is theater?
Wat gebeurt er?
Wat is een theatervoorstelling?
Wie doen dat?
Waar kun je theater zien? (theater, locatie, op school)
Wie heeft er wel eens theater gezien?|
Wie speelt er zelf wel eens theater?
Is theater echt of nep?
Wat is het verschil tussen theater en een film?

Waar speel je theater?

Slide 4 - Tekstslide

Nu de leerlingen iets meer weten over theater kan er een kleine boog naar BonteHond gemaakt worden, het gezelschap waarvan de voorstelling is. Kenmerkend aan BonteHond is dat ze vaak theater buiten de theaterzaal spelen. Ga de plaatjes af en kijk waar de voorstelling speelt. Waar zie je dat aan?
Foto 1: Zijlijn, in de voetbalkantine
Foto 2: SUPERSLOW, op school
Foto 3: Straf, buiten
Foto 4: Hier zit niemand op te wachten, in het theater
Nieuw woord:
Publiek
Wat is publiek?
Waar?
Wanneer?
Waarom?

Slide 5 - Tekstslide

Bij een voorstelling hoort natuurlijk publiek!

Nieuw woord: publiek
Wanneer je kijkt naar een theatervoorstelling, ben je publiek.

Ga met de leerlingen in gesprek over het onderwerp publiek. 

Publiek is er niet alleen bij een theatervoorstelling, maar ook op andere momenten? 
Waar of wanneer is er publiek?
Bijvoorbeeld: bij sportwedstrijden, bioscoop, concerten.

Waarom?
Bijvoorbeeld omdat iemand iets heel bijzonder of interessant vindt, en daarom met aandacht naar iets wil kijken.

Opdracht publiek
Ga verder in gesprek over het onderwerp publiek. En laat het de kinderen nog beter begrijpen door het ze te laten voordoen.

Wie is er wel eens publiek geweest?

Wat doet publiek? Hoe ziet dat eruit? 
Hoe klinkt dat? 
Bijvoorbeeld: Klappen, lachen, juichen, huilen, WAUW zeggen, schrikken

Wat doet een publiek (hopelijk) niet?
Bijvoorbeeld: 'Boehhh' roepen of andere negatieve woorden, lopen door de zaal of op het podium, dingen gooien naar het podium. (alhoewel, bij concerten soms wel knuffels)


Nieuw woord:
Applaus
Applaus

Slide 6 - Tekstslide

Ga verder in gesprek over het onderwerp applaus.

Nieuw woord: applaus
Ritmisch klappen met je handen (minstens drie keer) om te laten merken dat je iets leuk of bijzonder vindt.

Vraag:
Wanneer heb jij wel eens applaus gegeven? En waarom?

Aan het einde van een voorstelling geeft het publiek altijd applaus! De spelers ontvangen het applaus en bedanken ervoor door te buigen voor het publiek.

Soms gebeurt applaus aan het begin uit enthousiasme of ter aanmoediging.
Soms ook tussendoor als het publiek heel erg onder de indruk was van wat ze hebben gezien (bijvoorbeeld na lied, of truc, of omdat iemand iets zegt waar ze het mee eens zijn).

Opdracht applaus
Oefen met de kinderen verschillende soorten applaus. Laat eventueel kinderen voor de klas staan om bijvoorbeeld op te komen op het podium, of te buigen.

Hoe klinken de verschillende soorten applaus:
- Aanmoedigend (aan het begin)
- Slotapplaus (aan het einde)
- Daverend applaus (wanneer iets zo goed was dat je er ook bij gaat joelen: 'woehoe!"
- Staande ovatie (Wanneer een publiek iets echt buitengewoon goed vindt, staan ze op van hun stoel en geven staand een daverend applaus. Soms zelfs zo lang dat de spelers steeds moeten terugkomen op het podium om het applaus in ontvangst te nemen)








Slide 7 - Tekstslide

Vertel de leerlingen dat de voorstelling WAUW! bij hun op school komt.

WAUW! laat zien dat dingen die alledaags lijken of zelfs als hindernis worden ervaren vaak veel interessanter, spannender en mooier zijn dan we in eerste instantie denken. De WAUW factor is er vrijwel altijd, zolang we maar goed kijken. 

Peuters en kleuters vinden alles wauw, zoals hun eigen spiegelbeeld in de etalage van een winkelraam, een bus die de hoek omgaat of iemand die valt en weer opstaat. En waar volwassenen een omgevallen plantenpot als obstakel en vies klusje zien, zijn jonge kinderen meer geïnteresseerd in de regenwormen die tevoorschijn komen. De wereld van volwassenen is vaak zwart/wit terwijl kinderen juist veel meer kleur zien. 

WAUW is een voorstelling vol fantasie, vervreemding, dans, beweging, muziek, zang.

Wat is WAUW!?

Slide 8 - Tekstslide

Nieuw woord: WAUW!
Een woord om een groot gevoel uit te drukken, zoals: verbazing of verwondering, vaak ook van bewondering of enthousiasme.

WAUW! We zeggen het allemaal wel eens! 
Voor iedereen is het WAUW-effect verschillend, maar soms ook voor iedereen hetzelfde. Ga verder in gesprek over het woord WAUW.

Vragen:
- Wanneer zeg je WAUW? Laat de leerlingen voorbeelden noemen.
- Wanneer heb jij voor het laatst WAUW gezegd?
- Wanneer heb jij voor het laatst iemand anders WAUW horen zeggen?




WAUW!
WAUW!
WAUW!
WAUW!
WAUW!
WAUW!
WAUW!
WAUW!
WAUW!

Slide 9 - Tekstslide

Opdracht: OpWAUWmertje

WAUW! kun je op veel momenten zeggen en ook heel veel verschillende manieren. Een WAUW omdat je iets mooi vindt, klinkt anders dan wanneer je iets stom vindt.

Laat de leerlingen in een kring staan.
Laat alle leerlingen het woord WAUW zeggen, maar probeer het allemaal op een andere manier. 
Laat ze er eventueel bij bewegen. Wat gebeurt er met je gezicht, of met de rest van je lichaam?

Bijvoorbeeld: Hard, zacht, met een lach, of met een vies gezicht, verdrietig, of als je iets heel groots ziet.
WAUW?!

Slide 10 - Tekstslide

Wauw in Almere

In Almere staan ook hele bijzondere en gekke gebouwen en kunstwerken.
We gaan er een aantal bekijken.

Welke vind jij WAUW? En waarom?
Laat de leerlingen WAUW zeggen als ze het gebouw of kunstwerk WAUW vinden.

Rooie Donders
https://kunstisdichterbijdanjedenkt.nl/kunst-in-jouw-omgeving
WAUW?!

Slide 11 - Tekstslide

De Energienaald
https://kunstisdichterbijdanjedenkt.nl/kunst-in-jouw-omgeving
WAUW?!

Slide 12 - Tekstslide

Grasduinen
https://kunstisdichterbijdanjedenkt.nl/kunst-in-jouw-omgeving

WAUW?!

Slide 13 - Tekstslide

Marbles
https://kunstisdichterbijdanjedenkt.nl/kunst-in-jouw-omgeving
Nieuw woord:
Wauw

Slide 14 - Tekstslide

Opdracht: WAUW
In de volgende opdracht(en) gaan we een stapje verder. Je kunt beide opdrachten doen, of kiezen voor een van de twee.

Individueel
Laat de leerlingen individueel
door het klaslokaal lopen. Bij alles wat ze bijzonder, mooi, opvallend, raar, grappig, lelijk vinden, zeggen ze WAUW en wijzen ernaar.

Klassikaal
1 kind loopt ergens naartoe in het klaslokaal en laat iets WAUWs zien en wijst ernaar.
Vervolgens wijzen de anderen daar ook naar en zeggen op dezelfde manier WAUW als de leerling die het als eerst aanwijst.

Optie: 
Leerlingen staan in een kring. Er mag steeds 1 leerling in het midden staan die 'iets' mag doen. Bijvoorbeeld een beweging met je hand, een sprong, een dansje, een trucje, iets geks, knaps, raars, groot of klein. Wat diegene maar wil.
Terwijl de leerling in het midden 'iets' laat zien, zeggen alle kinderen eromheen: WAUW!!!
Opdracht tekenen

Slide 15 - Tekstslide

Opdracht: WAUW op papier
Deze opdracht kan ook als verwerking worden gedaan na de voorstelling.

Duur: 30 minuten

Benodigdheden:
- A3 papier, 1 per leerling
- Kleurpotloden of vetkrijtjes

Uitleg
Alle leerlingen hebben meerdere dingen in het lokaal gezien die zij echt WAUW vonden. Misschien was het een kauwgompje op de muur in een leuke vorm, een pennenbakje, het (digi-)bord.

Laat de leerlingen voor zichzelf kiezen wat zij het meest WAUW vonden. Want dat gaan we tekenen op papier! Maar omdat het zo bijzonder is, gaan we het ook groots mogelijk proberen na te tekenen!

1. Laat de leerlingen in de buurt zitten van hun WAUW. Op de grond of aan tafel.
Geef de leerlingen een A3 en potloden. 

2. Laat ze hun WAUW met heel veel aandacht bekijken. Hoe ziet het eruit? Vormen, kleuren, bijzonder detail? Heeft het misschien een bepaalde structuur? Hoe zou het voelen? Harig, glad, ribbelig?

3. Laat de leerlingen hun WAUW zo groot mogelijk op het papier tekenen. Probeer het hele blad te gebruiken.
> Als het iets kleins was, dan gaan ze het dus uitvergroten.
> Als het iets heel groots is, kunnen ze of het hele onderwerp tekenen of eventueel een stukje ervan (detail) uitvergroten.

Tip: stel je voor dat je blaadje een vergrootglas is waarop je de uitvergrootte versie van jouw WAUW kan zien.

Het is niet erg als de leerlingen hun WAUW niet perfect kunnen natekenen, dat is ook heel moeilijk. Het doel is vooral om de leerlingen met nog meer aandacht naar de wereld te laten kijken, zodat ze nog beter kunnen zien hoe mooi iets is!

4. Hang alle WAUW tekeningen op de muur of aan een lijn en creeer met alle tekeningen een mega groot WAUW-effect!
(Of hang ze op plekken in de klas of school die wel wat meer WAUW kunnen gebruiken)
Theater
Publiek
Voorstelling
Applaus
Wauw

Slide 16 - Tekstslide

Reflectie

Sluit de les af door de leerlingen te vragen wat ze tijdens deze les hebben geleerd en herhaal de nieuwe woorden:

Theater, voorstelling, publiek, applaus, wauw

Blik vooruit op de masterclass:

Wat kunnen ze verwachten van de masterclass:
- Introductie van de kunstenaar
- Terugkoppeling naar de voorbereidende les
- Uitleg van de kunstenaar wat ze gaan doen
- Aan de slag met de kunstenaar
- Afsluiten masterclass

Wat wordt er van de docent verwacht:
- De docent moet te alle tijden bij de masterclass aanwezig blijven.
- De docent assisteert de kunstenaar waar nodig. De kunstenaar zal dit aan het begin van de les afstemmen met de docent.
- De docent zorgt dat materialen die op school zijn geleverd of die van de school worden gebruikt klaar liggen.
Tot ziens bij de voorstelling!

Slide 17 - Tekstslide

Afronding

Vertel de leerlingen nog eens dat ze een voorstelling gaan bekijken. De voorstelling wordt op school gespeeld in het speellokaal.

Blik vooruit op de voorstelling.

Wat kunnen ze verwachten van de voorstelling:
- In het speellokaal
- Ongeveer 30 minuten
- Gelieve vooraf naar het toilet, en niet tijdens de voorstelling. (tenzij het niet anders kan)
- Fantasie, dans, beweging, muziek, zang en andere WAUW-effecten.


Wat wordt er van de docent verwacht:
- De docent moet te alle tijden bij de voorstelling aanwezig blijven.
- De docent assisteert de spelers waar nodig. De spelers zullen dit aan het begin van de les afstemmen met de docent, ICC'er of andere begeleider.

Meer lessen zoals deze