Chapitre5:een vraag stellen

• Frans
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

jammer

evenwichtig

overal

het advies

de plek

gelijk hebben

behalve

vanwege

het doel

dankzij

dommage

équilibré(e)

avoir raison

l'endroit

le conseil

sauf

partout

à cause de

le but

grâce 1a

Tu fais du sport?

Tu es en bonne santé?

Qu'est-ce que tu fais comme sport?

Est-ce que tu manges bien?

Non, je ne fais pas du sport.

Non, je suis toujours malade.

Je fais de la natation.

Oui, je mange beaucoup de légumes.

Grammaire et écrire:

Een vraag stellen

L'objectif:

Aan het einde van deze les kun je:
Kun je een vraag stellen in het Frans

Grammaire et écrire

• ouvre ton livre (p36)
• en classe ex 30 

Grammaire et écrire

• ouvre ton livre (p36)
• en classe ex 30 

Een vraag stellen

In het Frans maak je een zin op 3 manieren vragend:

Een vraag stellen

In het Frans maak je een zin op 3 manieren vragend:

1 Door een vraagteken achter de zin te plaatsen

                    exemple:  Tu es malade?    = Ben je ziek?

Een vraag stellen

In het Frans maak je een zin op 3 manieren vragend:

2 Door est-ce que voor de zin te plaatsen

             exemple:  Est-ce que tu es malade?    = Ben je ziek?

Een vraag stellen

2 Door est-ce que voor de zin te plaatsen:

Let op: que => qu'il wanneer het wordt gevolgd door een klinker

Exemple: Est-ce qu'elle est malade?              Is zij ziek?

Een vraag stellen

In het Frans maak je een zin op 3 manieren vragend:

3 Door inversie

             exemple:  Est-tu malade?    = Ben je ziek?

Dus:

1. een ?                                             Il est malade?
2. dmv est-ce que                         Est-ce qu'il est malade?
   
3. omdraaien ond                          Est-il malade?

Au boulot: Faire ex 30c/30d

Corriger

Corriger

Een vraag stellen

Maar je kan een zin ook vragend maken mbv een vragend vnw

Welke vraagwoorden
ken je nog?

où

quand

comment

combien

Pourquoi

Qui

Que

waar

wanneer

hoe

hoeveel

Waarom

Wie

Wat

Vul het juiste vraagwoord in :
Tu es ..... ? Je suis dans la cuisine.

1. pourquoi
2. qu'est-ce que
3. quand
4. où

Welk vraagwoord is correct?
……… vas-tu à la fête de Yann?

1. comment
2. où
3. qui
4. quand

Welk vraagwoord is hier nodig?
Ton anniversaire, c’est ... ?

1. pourquoi
2. qui
3. combien
4. quand

Welk vraagwoord past in de zin:
" ... tu détestes l'anglais?"

1. quand
2. pourquoi
3. qu'est-ce que
4. qui

Een vraag stellen

Maar je kan een zin ook vragend maken mbv een vragend vnw

Een vraag stellen

Maar je kan een zin ook vragend maken mbv een vragend vnw:

où / quand / comment / combien / pourquoi / qui / qu'est-ce que

Een vraag stellen

Maar je kan een zin ook vragend maken mbv een vragend vnw:

où / quand / comment / combien / pourquoi / qui / qu'est-ce que

Je zet het vragend vnw meestal vooraan de zin

Een vraag stellen

Comment tu t'appelles?

Pourquoi tu es venu?

Maar het kan ook met est-ce que:

Comment est-ce que tu t'appelles?

Ik kan nu een vraag maken in het Frans

0100

Extra oefeningen

https://www.languagesonline.org.uk/French/Grammar/Questions/5.htm