Week 4, les 1, 1hv

Welkom bij 
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 20 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Welkom bij 

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen
  • huiswerk bespreken
  • herhaling theorie §1
  • theorie onderwerp en hoofdgedachte

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen
Aan het einde van deze les:
  
  • kan je oriënterend lezen om het onderwerp te bepalen
  • kan je precies lezen om de hoofdgedachte te bepalen

Slide 3 - Tekstslide

Huiswerk bespreken
  • §1 opdracht 5, 6, 8 en 9

Slide 4 - Tekstslide

4 Leesstrategieën
  • oriënterend lezen                             onderwerp tekst


  • globaal lezen                                       deelonderwerp 


  • precies lezen                                         tekst goed begrijpen


  •  zoekend lezen                                       bruikbare informatie in tekst vinden

Slide 5 - Tekstslide

Woordstrategieën
Een woordraadstrategie is een handige manier om achter de betekenis van een woord te komen:

  • synoniem
  • omschrijving
  • definitie
  • voorbeeld
  • tegenstelling
  • bekend woorddeel
  • illustratie

Slide 6 - Tekstslide

Woordraadstrategieën

Slide 7 - Tekstslide

§ 2 Onderwerp en hoofdgedachte

Slide 8 - Tekstslide

Onderwerp
 doel: beter begrijpen waar de tekst over gaat
  • elke tekst gaat ergens over, dit noem je het onderwerp van de tekst
  • je kunt dit met één of enkele woorden zeggen


Hoe vind je het onderwerp?


Slide 9 - Tekstslide

Onderwerp
  •  doel: beter begrijpen waar de tekst over gaat
  • elke tekst gaat ergens over, dit noem je het onderwerp van de tekst
  • je kunt dit met één of enkele woorden zeggen


Hoe vind je het onderwerp?

  1. Oriënterend lezen
  2. Geef een zo kort mogelijk antwoord op de vraag: waarover gaat de tekst?

Slide 10 - Tekstslide

Lees oriënterend
Hoe doe je dit?

Slide 11 - Tekstslide

Oriënterend lezen
1. Bekijk de tekst:
  • lees de titel
  • kijk naar afbeeldingen (illustraties) bij de tekst
  • lees de titels die boven tekstgedeeltes staan (tussenkopjes)
  • kijk of woorden anders gedrukt zijn (vet, schuin, GROOT, etc)
  • let op woorden die vaker gebruikt worden

2. Lees de eerste stukje van de tekst (de inleiding). Hier vind je vaak het onderwerp in een paar woorden. 

Stel de vraag: Waar gaat deze tekst over?

Slide 12 - Tekstslide

Hoofdgedachte
De hoofdgedachte is het belangrijkste wat een schrijver over het onderwerp zegt. De hoofdgedachte schrijf je op in één zin. Het is NOOIT een vraag.

Zo vind je de hoofdgedachte:
  1. lees de tekst precies
  2. lees de inleiding, het slot en de titel (soms staat de hoofdgedachte daar letterlijk, soms moet je hem zelf formuleren)


Stel de vraag: Wat is het belangrijkste wat in de tekst over het onderwerp wordt gezegd?

Slide 13 - Tekstslide

Verschil onderwerp en hoofdgedachte
Onderwerp: waarover gaat de tekst?
(in één of enkele woorden)

Hoofdgedachte: wat is het belangrijkste wat in de tekst over het onderwerp wordt gezegd?
(in  één  zin)

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Samen aan de slag
§ 2 Onderwerp en hoofdgedachte
opdracht 1

Slide 16 - Tekstslide

Aan de slag
§ 2 Onderwerp en hoofdgedachte
2, 3, 6 en 7

Slide 17 - Tekstslide

Vragen?
Over deze les?

Slide 18 - Tekstslide

Je weet nu
  • hoe je oriënterend kunt lezen om het onderwerp te bepalen
  • hoe je precies lkan ezen om de hoofdgedachte te bepalen

Slide 19 - Tekstslide

Einde les
Huiswerk:
§ 2 Onderwerp en hoofdgedachte
2, 3, 6 en 7

Slide 20 - Tekstslide