Paragraaf 1 De grens over

H3 Economie Internationaal 
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

H3 Economie Internationaal 

Slide 1 - Tekstslide

3.1 Internationale arbeidsverdeling
*Je leert wat import en export is
*Je leert berekenen hoe open of gesloten een economie is (importquote/exportquote)
*Je leert wat de EU doet binnen haar landgrenzen.
*Je leert hoe de EU zichzelf kan beschermen tegen de rest van de wereld

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

EXPORT
IMPORT

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Zoek op internet 5 producten of diensten die we het meest exporteren en importeren.

Slide 6 - Open vraag

Waarom internationale handel?
Verschillen in:
  • loonkosten (lage lonenlanden)
  • kennis en scholing
  • klimaat

Het belang van internationale handel:
  • meer productie en werkgelegenheid
  • meer keuze uit verschillende producten
  • specialisatie (arbeidsverdeling, o.b.v. prijs en/of kwaliteit) => meer welvaart

Slide 7 - Tekstslide

Een gesloten of een open economie?







Hoe afhankelijk je bent van de export en import kun je berekenen met de formules hierboven.
BBP = de waarde van alle geproduceerde producten en diensten in een land.

Hoe hoger de quote, hoe opener de economie!

Slide 8 - Tekstslide

open economie 
Nederland heeft een open economie

De totale waarde van de geëxporteerde goederen en diensten in 2017 is 83 % van het bbp.

De totale waarde van de geïmporteerde goederen en diensten in dezelfde orde van grote



Slide 9 - Tekstslide

Gesloten economie
Noord-Korea heeft een gesloten economie

Noord-Korea handelt naar verhouding weinig met het buitenland.

Slide 10 - Tekstslide

Hoe worden de doelen bereikt?

In de EU zijn er afspraken gemaakt waardoor er meer veiligheid en meer welvaart is. De drie belangrijkste afspraken zijn:

  1. Vrij verkeer van personen (iedereen mag vrij reizen, werken en wonen binnen de EU)
  2. Vrij verkeer van goederen en diensten (Iedereen mag verkopen en inkopen binnen de EU, dit noemen we vrijhandel)
  3. Vrij verkeer van kapitaal (Iedereen mag in elk EU-land sparen, beleggen of investeren)

Slide 11 - Tekstslide

PROTECTIEMAATREGELEN

Slide 12 - Tekstslide

Handelsbelemmeringen = protectiemaatregelen

Nederlandse bedrijven moeten concurreren met andere bedrijven uit de EU. 
Soms neemt de EU maatregelen waarmee ze de productie en werkgelegenheid beschermt tegen concurrentie van buitenaf = protectiemaatregelen

Slide 13 - Tekstslide

Protectiemaatregelen
  • Het heffen van Invoerrechten
  • Contingentering (instellen van maximale hoeveelheden)
  • Subsidies overheid

Slide 14 - Tekstslide

VRIJHANDEL

(globalisering)





Gevolg: internationale arbeidsverdeling

= productie vindt plaats in

het land waar dit het goedkoopste / beste kan.

PROTECTIONISME

(handelsbelemmeringen)

  1. invoerrechten
  2. contingentering
  3. exportsubsidie
  4. Invoerverbod

Doel: eigen bedrijfsleven beschermen t.o.v. concurrentie buitenland.





Slide 15 - Tekstslide