3. Onderdompelmethode

3. Onderdompelmethode
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 1,2

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

3. Onderdompelmethode

Slide 1 - Tekstslide

Notitie voor de docent
Meenemen:
- blikje om op te meten
- geodriehoek
- onregelmatig voorwerp
- maatcilinder

Slide 2 - Tekstslide

Planning 
  • Herhalen van voor de vakantie
  • Onderdompelmethode
  • Oefenen

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Herhaling - Trappetjes metriek stelsel

Slide 5 - Tekstslide

Wat is het volume van dit blikje?
gevraagd
gegeven
berekening

Slide 6 - Tekstslide

Wat is het volume hiervan?

Slide 7 - Tekstslide

De onderdompelmethode
Bij een blokje kan je gemakkelijk het volume bepalen door het op te meten en te bereken met V = l x b x h. Maar wanneer je een voorwerp hebt met een onregelmatige vorm kan dat niet. Dan gebruik je de onderdompelmethode.

De onderdompelmethode werkt zo: je vult een beker met water en kijkt hoeveel water erin zit. Daarna stop je het voorwerp in het water, en het water komt hoger. Het verschil tussen de hoeveelheid water vóór en na het in het water stoppen van het voorwerp, is het volume van het voorwerp.

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Slide 10 - Tekstslide

Tips voor het uitvoeren van de onderdompelmethode
  • Kijk altijd naar de onderkant van de vloeistof bij het aflezen
  • Lees altijd eerst de maatcilinder zonder voorwerp af, daarna pas met voorwerp
  • Zorg dat er niets uit spettert als je het voorwerp er in doet.

Slide 11 - Tekstslide

Tips voor de onderdompelmethode
  • Lees altijd eerst de maatcilinder zonder voorwerp af, daarna pas met voorwerp
  • Zorg dat er niets uit spettert als je het voorwerp er in doet.
  • Kijk altijd horizontaal op de maatcilinder, niet van boven of onder
  • Kijk altijd naar de onderkant van de vloeistof bij het aflezen

Slide 12 - Tekstslide

Voorbeeld onderdompelmethode
Het volume van de steen is 26 mL,
dat is hetzelfde als 26 cm³

Slide 13 - Tekstslide

Samenvattend - Onderdompelmethode

Slide 14 - Tekstslide

Verwerkingsvragen
Dit is Huiswerk
In SOM vind je wanneer je dit precies moet af hebben

Slide 15 - Tekstslide

Vraag 1: Wat is het volume van deze steen? Geef hierbij ook de eenheid

Slide 16 - Open vraag

Vraag 2: Waarom is het belangrijk dat je eerst de cilinder afleest zonder steen en pas daarna pas met de steen er in? Waarom moet je het niet andersom?

Slide 17 - Open vraag

Vraag 3: Stel je wilt het volume bepalen van dit brok piepschuim. Wanneer je de onderdompelmethode gebruikt werkt dit niet.
Waarom werkt dit niet? Hoe los je dit op?

Slide 18 - Open vraag

Vraag 4: Lees de maatcilinder hiernaast af. Geef de waarde met de juiste eenheid

Slide 19 - Open vraag

Vraag 5: Lees de maatcilinder hiernaast af. Geef de waarde met de juiste eenheid

Slide 20 - Open vraag

Vraag 6: Wat is het volume van dit schaakstuk?

Slide 21 - Open vraag

Antwoorden
Vraag 1:
Zonder steen = 70 cm³
Met steen = 95 cm³
Volume van de steen (het verschil) = 25 cm³
Vraag 2:
Omdat er wanneer je het voorwerp er uithaalt er altijd water meekomt. Als je de maatcilinder daarna pas zou aflezen lees je te weinig af
Vraag 3: 
Het piepschuim zal drijven, hij zal dus niet helemaal ondergedompeld zijn. Je moet het piepschuim met een dun stokje naar beneden drukken
Vraag 6:
Zonder schaakstuk = 11 cm³
Met schaakstuk = 16,5 cm³
Volume schaakstuk = 5,5 cm³

Slide 22 - Tekstslide

Oefen-SO LessonUp 1 t/m 3 
+ antwoorden

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide