Basisstof 3: Het hart

Thema 13: Transport en afweer
Basisstof 3: Het hart
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo k, g, t, mavoLeerjaar 4

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Thema 13: Transport en afweer
Basisstof 3: Het hart

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
  • Herhaling
  • Leerdoelen doornemen
  • Uitleg
  • Werken 

Slide 2 - Tekstslide

Welk bloedvat wordt ook wel de hoofdslagader genoemd?
A
Aorta
B
Kransslagader
C
Longslagader
D
Halsslagader

Slide 3 - Quizvraag

Wat zit er in pus?
A
Dode bacteriën en hemoglobine
B
Rode bloedcellen en witte bloedcellen
C
Hemoglobine en rode bloedcellen
D
Witte bloedcellen en dode bacteriën

Slide 4 - Quizvraag

Welke van onderstaande bloedcellen hebben celkernen?
A
Bloedplaatjes
B
Witte bloedcellen
C
Rode bloedcellen

Slide 5 - Quizvraag

Door welke stof krijgt bloed zijn rode kleur?

Slide 6 - Open vraag

Met behulp van welk mineraal kan zuurstof worden gebonden aan hemoglobine?

Slide 7 - Open vraag

Waarom wordt de bloedsomloop van de mens een dubbele bloedsomloop genoemd?
A
Omdat alle rode bloedcellen per omloop 4x door het hart gaan
B
Omdat het zuurstofarm en zuurstofrijk bloed vervoert.
C
Omdat het bloed per omloop twee keer door het hart stroomt.
D
Omdat de bloedsomloop bestaat uit slagaders en aders.

Slide 8 - Quizvraag

Leerdoelen
Aan het eind van deze les kan ik...
  • De delen van het hart en de aansluitende bloedvaten noemen met hun kenmerken en functies;
  • Beschrijven hoe een hartslag verloopt.

Slide 9 - Tekstslide

De bouw van het hart
  • Het hart is een holle spier. Over het hart lopen kransslagaders (deze geven het hart zuurstof en voedingsstoffen) en kransaders (deze voeren CO2 en afvalstoffen van het hart af).
  • Het hart heeft 2 helften, die elk bestaan uit een boezem en een kamer.

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

De bouw van het hart
  • Het bloed uit je hoofd en armen komt het hart in via de bovenste holle ader.
  • Het bloed uit organen in de romp en uit de benen komt het hart in via de onderste holle ader.
  • Beide holle aders en kransaders komen uit in de rechterboezem.
  • Bloed stroomt hierna naar de rechterkamer.

Slide 12 - Tekstslide

De bouw van het hart
  • Vanuit de rechterkamer wordt bloed de longslagaders ingepompt.
  • In de longen wordt zuurstof opgenomen en koolstofdioxide afgegeven in de haarvaten (via diffusie).
  • De haarvaten van de longen komen samen in de longaders.
  • De longaders komen samen in de linkerboezem.
  • Bloed stroomt naar de linkerkamer en dan naar de aorta.
  • Vanuit de aorta stroomt bloed naar het hele lichaam.

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

De wand van de linkerkamer is meer gespierd dan die van de rechterkamer. Waarom?

Slide 15 - Open vraag

Hartkleppen
  • Tussen de boezems en de kamers zitten de hartkleppen.
  • Deze voorkomen dat bloed terugstroomt als de kamers samentrekken.

Slide 16 - Tekstslide

Halvemaanvormige kleppen
  • De halvemaanvormige kleppen zitten aan het begin van de aorta en van de longslagader
  • Deze voorkomen dat bloed terugstroomt de kamers in.

Slide 17 - Tekstslide

De werking van het hart
  • Je hartslag kan je horen doordat het dichtslaan van de kleppen geluid maakt.
  • De hartslag verloopt als volgt:
  1. De boezems trekken samen als deze zijn volgestroomd met bloed. Bloed stroomt de kamers in.
  2. De kamers trekken samen. Bloed stroomt de slagaders in.
  3. De hartpauze. Boezems en kamers zijn ontspannen. 

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Aan het werk!
Wat: Basisstof 1 t/m 3 van thema 13 B3: opdracht 1 t/m 4 + 6 en 7)
Hoe: Fluisteren, in tweetallen
Tijd: 15 minuten
Hulp: Overleg zachtjes met je buur. Steek anders je vinger op.
Klaar: Nakijken en verbeteren
Uitkomst: Basisstof 1 en 2 van thema 3 zijn in ieder geval af.

Slide 20 - Tekstslide