Basisstof 3: Het hart

Thema 3: Bloed
Basisstof 3: Het hart
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Thema 3: Bloed
Basisstof 3: Het hart

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
  • Leerdoelen doornemen
  • Herhaling begrippen + vragen
  • Uitleg basisstof 3: Het hart
  • Aan het werk 

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen
Aan het eind van deze les kan ik...
  • De delen van het hart en de aansluitende bloedvaten noemen met hun kenmerken en functies;
  • Beschrijven hoe een hartslag verloopt.

Slide 3 - Tekstslide

Welk bloedvat wordt ook wel de hoofdslagader genoemd?
A
Aorta
B
Kransslagader
C
Longslagader
D
Halsslagader

Slide 4 - Quizvraag

Wat zit er in pus?
A
Dode bacteriën en hemoglobine
B
Rode bloedcellen en witte bloedcellen
C
Hemoglobine en rode bloedcellen
D
Witte bloedcellen en dode bacteriën

Slide 5 - Quizvraag

Welke van onderstaande bloedcellen hebben celkernen?
A
Bloedplaatjes
B
Witte bloedcellen
C
Rode bloedcellen

Slide 6 - Quizvraag

Door welke stof krijgt bloed zijn rode kleur?

Slide 7 - Open vraag

Met behulp van welk mineraal kan zuurstof worden gebonden aan hemoglobine?

Slide 8 - Open vraag

Waarom wordt de bloedsomloop van de mens een dubbele bloedsomloop genoemd?
A
Omdat alle rode bloedcellen per omloop 4x door het hart gaan
B
Omdat het zuurstofarm en zuurstofrijk bloed vervoert.
C
Omdat het bloed per omloop twee keer door het hart stroomt.
D
Omdat de bloedsomloop bestaat uit slagaders en aders.

Slide 9 - Quizvraag

De bouw van het hart
  • Het hart is een holle spier. Over het hart lopen kransslagaders en kransaders.
  • Via de kransslagaders worden zuurstof en voedingsstoffen vervoerd naar de hartspier.
  • Via de kransaders worden koolstofdioxide en afvalstoffen van de hartspier af vervoerd.
  • De kransaders komen samen in de rechterboezem.

Slide 10 - Tekstslide

De bouw van het hart
  • Het hart wordt in tweeën gedeeld door de harttussenwand.
  • Het bloed uit je hoofd en armen komt het hart in via de bovenste holle ader.
  • Het bloed uit organen in de romp en uit de benen komt het hart in via de onderste holle ader.
  • Beide holle aders en kransaders komen uit in de rechterboezem.

Slide 11 - Tekstslide

De bouw van het hart
  • Het bloed stroomt vanuit de rechterboezem naar de rechterkamer.
  • Vanuit hier wordt bloed de longslagaders ingepompt.
  • In de longen wordt zuurstof opgenomen en koolstofdioxide afgegeven in de haarvaten (via diffusie).
  • De haarvaten van de longen komen samen in de longaders.
  • De longaders komen samen in de linkerboezem.

Slide 12 - Tekstslide

De bouw van het hart
  • Het bloed stroomt vanuit de linkerboezem naar de linkerkamer.
  • Vanuit de linkerkamer gaat het bloed naar de aorta.
  • Vanuit de aorta gaat bloed naar het hele lichaam.

Slide 13 - Tekstslide

De wand van de linkerkamer is meer gespierd dan die van de rechterkamer. Waarom?

Slide 14 - Open vraag

Hartkleppen
  • Tussen de boezems en de kamers zitten de hartkleppen.
  • Deze voorkomen dat bloed terugstroomt als de kamers samentrekken.

Slide 15 - Tekstslide

Halvemaanvormige kleppen
  • De halvemaanvormige kleppen zitten aan het begin van de aorta en van de longslagader
  • Deze voorkomen dat bloed terugstroomt de kamers in.

Slide 16 - Tekstslide

De werking van het hart
  • Je hartslag kan je horen doordat het dichtslaan van de kleppen geluid maakt.
  • Hoe verloopt een hartslag?
  1. De boezems trekken samen als deze zijn volgestroomd met bloed. Bloed stroomt de kamers in.
  2. De kamers trekken samen. Bloed stroomt de slagaders in.
  3. De hartpauze. Boezems en kamers zijn ontspannen. 

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Aan het werk!
  • Wat: Basisstof 1 t/m 3 van thema 3
  • Hoe: Fluisteren, in tweetallen
  • Tijd: 15 minuten
  • Hulp: Overleg zachtjes met je buur. Steek anders je vinger op.
  • Klaar: Nakijken en verbeteren
  • Uitkomst: Basisstof 1 en 2 van thema 3 zijn in ieder geval af.

Slide 19 - Tekstslide