K4A L1

Dinsdag 17 September
Rick Hendrix
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Dinsdag 17 September
Rick Hendrix

Slide 1 - Tekstslide

Programma:
Kennismaken
two truths, one lie.
GS33
Socrative
Afsluiting

Slide 2 - Tekstslide

Kennismaken
Vertel even je naam, leeftijd en een 'special fact'
Elk feitje wordt maar 1x benoemd, iedereen heeft dus wat anders :-)

Slide 3 - Tekstslide

Two truths, one lie

Slide 4 - Tekstslide

Which statement is a lie?
A
I accidentally end up on a boat with professional football players while on holiday.
B
I played against Roda JC, VVV and NEC with my football club.
C
I use to support Ajax in my youth.

Slide 5 - Quizvraag

Which statement is a lie?
A
I went to the mountains of Macedonia to shoot with a hunting rifle
B
I've travelled outside Europe twice
C
I've been to the Formula One of Austria two times.

Slide 6 - Quizvraag

Which statement is a lie?
A
I am the youngest person in my class at the HAN
B
This is my third internship at a secondary school.
C
I had my lessons in English in the first three years of secondary school

Slide 7 - Quizvraag

It's your turn...
Write down:
3 statements -> two truths, one lie

timer
1:00

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

A lot of, lots of, much, many, little en few.

These words are used for?

Slide 10 - Tekstslide

Er zijn meerdere vertalingen voor het woord 'veel' in het Engels. In bevestigende zinnen gebruikt je 'a lot of' of 'lots of'
Voorbeeld:
There are a lot of people here.
MrGillinger has got lots of money.

A
Waar
B
Niet waar

Slide 11 - Quizvraag

Bij enkelvoud gebruik je ____ in vragende zinnen en ontkenningen.
Voorbeeld:
Is there much money left?
No, there isn't much money left!

Hoe kan je het beste het verschil tussen much & many onthouden? :)
A
Many
B
Much

Slide 12 - Quizvraag

Welke vertaling is juist?
Little =
A
nihil
B
een beetje
C
weinig

Slide 13 - Quizvraag

Is de volgende zin goed of fout?
Can I have little sugar
Voorbeeld:
little = weinig
a little = een beetje
A
Goed
B
Fout

Slide 14 - Quizvraag

Socrative
80% ?

Slide 15 - Tekstslide

Afsluiting
See you thursday! :-)

Slide 16 - Tekstslide