4.3 Resonantie en demping

P4.3 Resonantie en demping
hv4 natuurkunde overal
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

P4.3 Resonantie en demping
hv4 natuurkunde overal

Slide 1 - Tekstslide

Trillingstijd is de tijd tussen een
A
top en een dal
B
een dal en een dal
C
een top en een top

Slide 2 - Quizvraag

Wat is niet waar?
Amplitude is de:
A
afstand tussen de twee uiterste standen
B
eigenschap van een trilling
C
afstand tussen de uiterste- en de evenwichtsstand
D
afstand tussen de twee uiterste standen gedeeld door 2

Slide 3 - Quizvraag

Hoe hoger de toonhoogte van het geluid, hoe hoger de amplitude
A
waar
B
niet waar

Slide 4 - Quizvraag

Vragen over het huiswerk?

Slide 5 - Open vraag

Trillingstijd: 
Tijd per 1 trilling -->
secondes / trillingen

Frequentie:
Trillingen per 1 seconde --> 
Trillingen / secondes

Slide 6 - Tekstslide

Na deze les kun je; 
verklaren waarom voorwerpen soms resoneren
het verschijnsel demping herkennen
rekenen aan een massa-veer systeem

Slide 7 - Tekstslide

Eigentrilling/eigenfrequentie
Als je op tafel slaat.....
Als je op een glas tikt....
Als je een gitaarsnaar aanslaat....

Elk voorwerp heeft zijn eigen geluid, oftewel een eigenfrequentie. Dat betekend dat hij een eigen trillingstijd heeft.
T=f1

Slide 8 - Tekstslide

Eigentrilling massa-veer systeem
De trillingstijd van een massa-veer systeem
hangt af van:

  • massa (kg)
  • veerconstante (N/m)
T=2πCm

Slide 9 - Tekstslide

Een voorwerp (m=0,056 kg) trilt onderaan een veer met T = 0,60 s.
Bereken de veerconstante van de veer.

Slide 10 - Open vraag

Gedwongen trilling
Een gedwongen trilling is een trilling die van buitenaf op het voorwerp wordt uitgevoerd;
  • het duwen van een schommel
  • een hobbelende weg
  • afzetten op de trampoline

Slide 11 - Tekstslide

Resonantie
De eigenfrequentie van het voorwerp is gelijk aan de frequentie van de gedwongen trilling;

Hierdoor zal de amplitude steeds groter worden. Denk maar als je de schommel steeds op het juiste moment een zetje geeft. 

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

Snappie?

Slide 14 - Open vraag

Krachtenspel bij massa-veer systemen
Stel je een massa-veer systeem in de ruimte voor; er is geen wrijvingskracht, en geen zwaartekracht:


Slide 15 - Tekstslide

Practicum 
phet simulatie, handleiding in teams

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Link

De trillingstijd is het grootst bij een
..... veerconstante
A
grote
B
kleine

Slide 18 - Quizvraag

De trillingstijd is het grootst bij een
...... massa
A
grote
B
kleine

Slide 19 - Quizvraag

Wat is waar?
A
De veerkracht wijst altijd naar de evenwichtsstand
B
De veerkracht is het grootst bij een kleine uitwijking
C
De uitwijking en de veerkracht hebben dezelfde richting

Slide 20 - Quizvraag

De snelheid is nul
A
bij de maximale uitwijking
B
in de evenwichtsstand

Slide 21 - Quizvraag

Vragen?

Slide 22 - Open vraag