- Verklaren van de vorm van een harmonische trilling.
- Berekeningen uitvoeren met massa-veersysteem.
- u-t / v-t / a-t diagram kunnen koppelen aan F = - C*u
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4
In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
Paragraaf 4.3 Krachten bij trillingen
Planning
- Terugblik 4.2
- Uitleg 4.3 + opdracht.
Leerdoelen
- Verklaren van de vorm van een harmonische trilling.
- Berekeningen uitvoeren met massa-veersysteem.
- u-t / v-t / a-t diagram kunnen koppelen aan F = - C*u
Slide 1 - Tekstslide
Na deze les kun je :
Hoe krachten een rol spelen bij trillingen
Hoe de kracht van richting moet veranderen voor een trilling
Slide 2 - Tekstslide
Terugdrijvende krachten
a kracht naar rechts gericht
b evenwichtsstand
c kracht naar links gericht
Wanneer de resulterend kracht steeds naar de evenwichtsstand gericht is, spreek je van een terugdrijvende kracht. Deze verandert steeds van richting
Slide 3 - Tekstslide
Krachten bij een harmonische trilling
pijlen boven F en U geven aan dat het vectorgrootheden zijn.
Fres=resulterendekracht[N]
C=krachtconstante[mN]
u=uitwijking[m]
Slide 4 - Tekstslide
Harmonische trilling - kracht en trillingstijd
F=−Cu
C = veerconstante
u = uitwijking
T=2π√Cm
m = massa (kg)
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Krachten bij een harmonische trilling
Situatie 1
u =3 cm van evenwichtstand
Fv = 4,0 N
Fres = +1,5 N en Fz = 2,5 N
C=Fres
C=uFres=0,031,5=50mN
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Paragraaf 4.4 Resonantie
Leerdoelen:
- Kunnen uitleggen van het begrip eigenfrequentie
- Verklaren waarom resonantie optreedt en hoe je dit zou kunnen voorkomen.
- Met welke trillingstijd een massa aan een veer trilt
Slide 9 - Tekstslide
Eigentrilling/eigenfrequentie
Als je op tafel slaat.....
Als je op een glas tikt....
Als je een gitaarsnaar aanslaat....
Elk voorwerp heeft zijn eigen geluid, oftewel een eigenfrequentie.
Dat betekend dat hij een eigen trillingstijd heeft.
T=f1
Slide 10 - Tekstslide
Gedwongen trilling
Een gedwongen trilling is een trilling die van buitenaf op het voorwerp wordt uitgevoerd;
het duwen van een schommel
een hobbelende weg
afzetten op de trampoline
Slide 11 - Tekstslide
Resonantie
De eigenfrequentie van het voorwerp is gelijk aan de frequentie van de gedwongen trilling;
Hierdoor zal de amplitude steeds groter worden. Denk maar als je de schommel steeds op het juiste moment een zetje geeft.
in fase (schommel op het juiste moment duwen)
in tegenfase ( gereduceerde faseverschil een half) demping
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Video
Eigentrilling massa-veer systeem
De trillingstijd van een massa-veer systeem
hangt af van:
massa (kg)
veerconstante (N/m)
T=2π√Cm
Slide 14 - Tekstslide
Oefenvraag
Een voorwerp (m=0,056 kg) trilt onderaan een veer met
T = 0,60 s.
- Bereken de veerconstante van de veer.
- Bereken de kracht die nodig is om deze veer 50 cm uit te rekken.
T=2π√Cm
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Video
Maken vragen van 4.3 en 4.4
Slide 17 - Tekstslide
Stel je heb een massaveer-systeem met C=1,5E3 N/m en m = 2 kg. Je beweegt hem naar u = 0,15 m. Waar is de veer na 10 s nadat het voor het eerst door de evenwichtstand gaat?
T
T = 2*pi*wortel(2/(1,5*103))= 0,22 s
T=2π√Cm
u=Asin(T2πt)
A
A = 0,15 m
Stel je heb een massaveer-systeem met C=1,5*103 N/m en m = 2 kg. Je beweegt hem naar u = 0,15 m. Waar is de veer na 10 s nadat het voor het eerst een positieve uitwijking?
u
u = 0,15*sin(2*pi*10/0,22) = -0,14 m
Slide 18 - Tekstslide
De snelheid is nul
A
bij de maximale uitwijking
B
in de evenwichtsstand
Slide 19 - Quizvraag
Wat is waar?
A
De veerkracht wijst altijd naar de evenwichtsstand
B
De veerkracht is het grootst bij een kleine uitwijking
C
De uitwijking en de veerkracht hebben dezelfde richting
Slide 20 - Quizvraag
De trillingstijd is het grootst bij een ...... massa
A
grote
B
kleine
Slide 21 - Quizvraag
De trillingstijd is het grootst bij een ..... veerconstante