Opdracht 3 t/m 6

• Godsdienst
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

Wat zijn de drie namen van opdracht 3b op blz. 41?

Antwoorden bij opdracht 3b op bladzijde 41:

 Abraham, Izaak (Jitschaq), Jakob (Jaqov)

Opdracht 4a. Wanneer ontstond het Oude Testament?

1. 1000 v.C - 100 v. C.
2. 1000 v.C. - 100 n.C.
3. 100 v. C. - 1000 n.C.
4. 2000 v. C. - 1000 v.C.

Opdracht 4b. Wanneer ontstond het Nieuwe Testament?

1. 0 - 100 n. C.
2. 100 v. C. - 0
3. 50 n. C. - 100 n. C.
4. 50 v. C. - 100 n. C.

Opdracht 4 d: Welke twee dingen vallen je op als je kijkt naar
de perioden wanneer het Oude Testament (O.T)
en het Nieuwe Testament ( N.T.) geschreven zijn?

Antwoorden bij opdracht 4.d op bladzijde 41:

 

1. Tussen 100 v.c.j en 50 c.j. zijn er géén boeken geschreven die in het Oude en het

        Nieuwe Testament zijn opgenomen.

    2. De tijd van het ontstaan van het Oude Testament is veel langer dan die van het

        Nieuwe Testament.

Noem de 5 antwoorden van opdracht 5 onder elkaar.

Antwoorden bij opdracht 5 op bladzijde 42:

CHRISTOS

ZACHARIA

Christos (= Christus)

Theos (= God)

Korinthos (= Korinte)

Wat zijn de twee namen van opdracht 6a op blz. 42?

Antwoorden bij opdracht 6 op bladzijde 42:

a. stadion

   diploma

b. Eigen antwoord.