Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
2H4/2MH2: Relative Pronouns
1 / 19
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Engels
Middelbare school
mavo, havo
Leerjaar 2
In deze les zitten
19 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
45 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
2MH2: Relative Pronouns
07-12-'23
Slide 2 - Tekstslide
Today
Learning Goals
Homework Check
Relative Pronouns
Test Your Knowledge!
Homework
Slide 3 - Tekstslide
Learning Goals
After this lesson you
know what the Relative Pronouns are
.
After this lesson you
know how to use the Relative Pronouns
.
After this lesson you have
finished exercises 3 & 4
.
Slide 4 - Tekstslide
Homework Check
Write your name on the Grammar Worksheet!
Then hand it in at my desk!
Slide 5 - Tekstslide
Relative Pronouns
Maak een aantekening in je schrift!
Slide 6 - Tekstslide
Relative Pronouns
'Relative Pronouns' gebruik je als je
extra informatie wilt geven over iets of iemand
met behulp van een bijzin.
Slide 7 - Tekstslide
Relative Pronouns
'
who
' -->
om te verwijzen naar
mensen
'This is
my best friend
,
who
lives next door.'
'
which
' -->
om te verwijzen naar
dieren of dingen
'This is
my bike
,
which
is very old.'
Slide 8 - Tekstslide
Relative Pronouns
'
that
' -->
kan je
in plaats van '
who
' of '
which
'
gebruiken,
BEHALVE
als de bijzin met een komma begint.
(nooit
'
that
'
na een komma)
'That's
the friend
that
lives in Swansea.'
'That's
the bike
that
is for sale.'
Slide 9 - Tekstslide
Relative Pronouns
'
whose
' -->
om aan te geven
bij wie of wat iets hoort
'That's
the friend
,
whose
bike was stolen.'
'That's
the bike
,
whose
wheel disappeared.'
Slide 10 - Tekstslide
Test your Knowledge!
Kies bij de volgende opgaven
de correcte Relative Pronoun
.
Per vraag krijg je 20 seconden!
Hou je aantekening erbij!
Slide 11 - Tekstslide
I have a friend, ... bag was stolen.
A
who
B
which
C
that
D
whose
Slide 12 - Quizvraag
This is my brother, ... shares a room with me.
A
who
B
which
C
that
D
whose
Slide 13 - Quizvraag
That's the coat ... I borrowed.
A
who
B
which
C
that
D
whose
Slide 14 - Quizvraag
The house, ... roof collapsed, is gone now.
A
who
B
which
C
that
D
whose
Slide 15 - Quizvraag
Is that the man ... gave you a compliment?
A
who
B
which
C
that
D
whose
Slide 16 - Quizvraag
To conclude
What are the Relative Pronouns?
Slide 17 - Open vraag
To conclude
How do we use the Relative Pronouns?
Slide 18 - Open vraag
Work on
exercises 3 & 4 from Unit 2 - Lesson 5 (2.5)
on page 71 of your book.
Questions?
Raise your hand.
Finished? Show me your work!
Then work on the
'Versterk Jezelf'
about the
Relative Pronouns
.
Slide 19 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
H2B: Relative Pronouns
14 dagen geleden
- Les met
15 slides
Engels
Middelbare school
mavo, havo
Leerjaar 2
2MH3: Relative Pronouns
December 2023
- Les met
15 slides
Engels
Middelbare school
mavo, havo
Leerjaar 2
2MH3: Relative Pronouns
Januari 2024
- Les met
18 slides
Engels
Middelbare school
mavo, havo
Leerjaar 2
Relative Pronouns
November 2024
- Les met
17 slides
Engels
Middelbare school
mavo, havo
Leerjaar 2
Relative Pronouns
Maart 2024
- Les met
15 slides
Engels
Middelbare school
mavo, havo
Leerjaar 2
Relative clauses (who, which, that, whose, -)
December 2023
- Les met
26 slides
Engels
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3
Jan: Unit 2.5 Relative Pronouns
Januari 2024
- Les met
27 slides
Engels
Middelbare school
mavo, havo
Leerjaar 2
2H1: Relative Pronouns
November 2024
- Les met
33 slides
Engels
Middelbare school
mavo, havo
Leerjaar 2