Retaillandschap en onderzoek les 3

Retaillandschap & Onderzoek
Hoofdstuk 2
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
Retaillandschap en onderzoekMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Retaillandschap & Onderzoek
Hoofdstuk 2

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Planning van de les: 

- Uitleg hoofdstuk 2 paragraaf 2.1 t/m 2.3 (15 min)
- Vragen maken (25 min) 
- Vragen bespreken (10 min)
- Tijd om te werken aan examenopdracht (30 min)

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Toegevoegde waarde

Slide 3 - Tekstslide

Om een artikel vanaf grondstof tot bij de consument te krijgen zijn er verschillende bedrijven nodig. Een boer levert bijvoorbeeld aardappelen aan een patat fabriek, waarna de patat fabriek van de aardappelen patat maakt en dit verkoopt aan de snackbar. Elke keer als een tussenschakel iets veranderd/toevoegd aan een product houdt dit in dat het product meer waarde krijgt. Dit is de toegevoegde waarde. 

Hiernaast zien jullie een bedrijfskolom. Een bedrijfskolom geeft de weg aan van oer producent naar de consument. Let op de consument is geen onderdeel van de bedrijfskolom, omdat de consument geen waarde meer toevoegd. 

Elke stap in zo'n bedrijfskolom noem je een schakel. Het aantal en het soort schakels verschilt per product.
Producenten: "bedrijven die artikelen maken"
- Vaak wordt één artikel door meerdere producenten bewerkt. 
- Halffabricaat ?


Slide 4 - Tekstslide

Halffabricaat: Een halffabricaat is een grondstof die bewerkt is tot een verhandelbaar product, geen grondstof meer maar ook nog niet het eindproduct. 
Verticale bewegingen bedrijfskolom

Integratie = korter 
Differentiatie = langer




Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Horizontale bewegingen bedrijfskolom

- Parallellisatie


- Specialisatie

Slide 6 - Tekstslide

Als een winkel artikelen uit een andere bedrijfskolom gaat verkopen, noem je dat parallellisatie. Bijv. aldi die ook computers telefoons en tablets verkoopt. 

Specialisatie gebeurt wanneer een winkel met schoenen en tassen zich besluit te specialiseren in alleen schoenen.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

2.3 Distributiekanalen
- Direct kanaal
- Indirect kanaal kort
- Indirect kanaal lang

Duale distributie

Slide 8 - Tekstslide

Een distributiekanaal is de weg waarlangs de goederen van producent naar consument gaat. Er wordt onderscheid gemaakt in: 
- Direct kanaal: weg is kort, er wordt rechtsstreeks aan de consument geleverd. E-commerce, 
- Indirect kanaal kort: Rechtstreeks inkopen bij de producent. Niet mogelijk voor kleine onderneming. 
- Indirect kanaal lang: tussen producent en consument zitten meerdere schakels. 

Duale distributie: 
- twee distributiekanalen tegelijk gebruiken bijv. shampoo wordt verkocht via het supermarktkanaal en drogisterij kanaal. 
- Een producent bied zijn product aan de consument (bijv. online) maar ook aan de retailer. 

Slide 9 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Wat is push strategie?

Slide 10 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is pull strategie?

Slide 11 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Het aantal verkooppunten waar je een bepaald product kunt kopen.

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Maken opdracht 3.1 t/m 3.3 (25 min)
timer
25:00

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 3.1

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 3.2

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 3.3

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

timer
1:00
Bezig met examenopdracht
Niveau 3: B1-K1-W4
Niveau 4: B1-K2-W5

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies