Aanvoegende en gebiedende wijs + pv in samengestelde zinnen

Aanvoegende en gebiedende wijs + pv in samengestelde zinnen
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 10 min

Onderdelen in deze les

Aanvoegende en gebiedende wijs + pv in samengestelde zinnen

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aanvoegende wijs

  • Wens, aansporing, toegeving, gevoel van berusting
  • Infinitief - n.
Lang leve de koningin.
God zij geloofd.
Men neme een kilo suiker.
Helaas het zij zo

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gebiedende wijs

Slide 3 - Tekstslide

Bespreek de uitleg (van NUMO).
Ervaring leert dat de leerlingen in NUMO direct doorklikken naar de opdrachten. Zorg dus dat je de uitleg gezamenlijk doet.

Werkwoordsvormen op een rijtje
PVTT 
Loop
PVVT 
Liep 
VD
Gelopen
OD
Lopend 
BN
Lopende (zaken)/ Gelopen wedstrijd
GW
Loop!

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verschil
Enkelvoudige zin = een zin met één persoonsvorm. 
Samengestelde zin = een zin met meer persoonsvormen.

Zinnen met meer persoonsvormen bestaan uit verschillende zinnen. Deze zinnen zijn meestal met elkaar verbonden door voegwoorden. 

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Enkelvoudige en samengestelde zinnen
Enkelvoudige zin: Een zin met maar 1 persoonsvorm.
Samengestelde zin: een zin met meerdere persoonsvormen.
Voorbeeld enkelvoudige zin: Ik ben op de fiets naar school gegaan.
Voorbeeld samengestelde zin: Ik zou op de fiets gaan, maar ik ging toch met de auto.
Hoe weet je of een zin enkelvoudig is of samengesteld?
Verander de zin van tijd verleden tijd <----> tegenwoordige tijd. De werkwoorden die veranderen zijn de persoonsvormen. Ook herken je het aan de voegwoorden als: en, maar, want, of, omdat, dat, daarom

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke zin is in de aanvoegende wijs?
A
Loop maar even mee.
B
Komen jullie ook?
C
Het zij zo.
D
Ik mag het hopen!

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

In welke vorm is de volgende zin geschreven:
'Het ga je goed!'
A
Aanvoegende wijs
B
Gebiedende wijs

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

In welke vorm is de volgende zin geschreven:
'Kappen nou!'
A
Aanvoegende wijs
B
Gebiedende wijs

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de correcte vorm van de aanvoegende wijs in deze zin?
'Wie de schoen past, … (trekken) hem aan.'

A
trekt
B
trekken
C
trek
D
trekke

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

gebiedende wijs
niet gebiedende wijs
Zet je bord in de vaatwasser!
Raad eens wie ik vandaag tegenkwam.
Luister nou eens even naar me!
Ik luister graag naar podcast over true crime.

Slide 11 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Infinitief
Gebiedende wijs
Onvoltooid deelwoord
Voltooid deelwoord
Bijvoeglijk naamwoord
Zing
Gezongen
Zingende
Zingen
Zingend

Slide 12 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Pak even een pen, Liza!
Ik heb gisteren een pen gepakt.
Wij gaan een pen pakken.
De gepakte pen ligt op mijn bureau.
Gebiedende wijs
Voltooid deelwoord
Infinitief
Bijvoeglijk naamwoord

Slide 13 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

"Tijdens de toetsweek hebben we geen gewone lessen."

Is dit een enkelvoudige of samengestelde zin
A
enkelvoudige zin
B
samengestelde zin

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

"Tijdens de toetsweek hebben we geen gewone lessen."

De pv is de volgende werkwoordsvorm:
A
pvtt
B
pvvt
C
gw
D
aw

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

"De losse kabel hing boven het station van Wenen."

Is dit een enkelvoudige of samengestelde zin?
A
enkelvoudige zin
B
samengestelde zin

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

"De losse kabel hing boven het station van Wenen."

De pv is in de volgende werkwoordsvorm:
A
pvtt
B
pvvt
C
aw
D
gw

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Enkelvoudige of samengestelde zin?
Ik lust geen tomaten, behalve als ze in een pastagerecht verwerkt zijn.
A
enkelvoudig
B
samengesteld

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn de pv's?
Ik lust geen tomaten, behalve als ze in een pastagerecht verwerkt zijn.
A
lust, verwerkt
B
lust, verwerkt, zijn
C
lust, zijn
D
lust, als, zijn

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn de werkwoordsvormen?
Ik lust geen tomaten, behalve als ze in een pastagerecht verwerkt zijn.
A
lust= pvtt, verwerkt= pvtt, zijn= pvtt
B
lust=pvtt, verwerkt= pvvt, zijn= pvtt
C
lust= pvtt, zijn= pvtt
D
lust= pvtt, verwerkt= vd, zijn= pvtt

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

'De docent heeft het uitgelegd en de leerlingen snappen het.'

Wat zijn de persoonsvormen?
A
uitgelegd, snappen
B
heeft, uitgelegd
C
heeft, snappen
D
heeft, uitgelegd, snappen

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

'De docent heeft het uitgelegd en de leerlingen snappen het.' Noteer de werkwoordsvormen. ... = ...

Slide 22 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Aanvoegende wijs?
😒🙁😐🙂😃

Slide 23 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Gebiedende wijs?
😒🙁😐🙂😃

Slide 24 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Meerdere persoonsvormen?
😒🙁😐🙂😃

Slide 25 - Poll

Deze slide heeft geen instructies