Onderdeel 1 cursus 5 paragraaf 1 Werkwoorden

Onderdeel 1 Cursus 5 paragraaf 1 Werkwoorden
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Onderdeel 1 Cursus 5 paragraaf 1 Werkwoorden

Slide 1 - Tekstslide

Start van de les!
Bij de start van de les heb je op tafel:
- Je boek Nieuw Nederlands (blz. 198 -199)
- Je schrift 
- Je pen/etui


timer
0:45

Slide 2 - Tekstslide

Wat we doen:

  • Doelstelling cursus 5 paragraaf 1
  • Uitleg werkwoorden
  • Aan de slag! 

Slide 3 - Tekstslide

Doelstellingen:
  • Je leert werkwoorden herkennen.

Slide 4 - Tekstslide

Wat zijn werkwoorden?

Slide 5 - Tekstslide

Werkwoorden
Bekijk de volgende zin: 
De artiesten hebben een luid applaus gekregen.

In deze zin staan twee werkwoorden (ww): hebben en gekregen

Het werkwoord is een woordsoort. In een zin staan altijd één of meer werkwoorden.

Een werkwoord zegt wat iets of iemand doet of wat iets of iemand overkomt. Sommige werkwoorden hebben een onduidelijke betekenis: 
hebben, kunnen, moeten, mogen, worden, zijn of zullen.



Slide 6 - Tekstslide

Zo herken je een werkwoord

Een werkwoord kun je vervoegen. 

Je maakt er dan verschillende werkwoordsvormen van. Bijvoorbeeld krijgen: 
krijg, krijgt, krijgen, kreeg, kregen, gekregen.


Slide 7 - Tekstslide

Let op! Soms lijkt het een werkwoord...
  • Wij vragen de docenten of de toets al is nagekeken. 
  • In de toets staan veel moeilijk vragen.

  • Kees en opa vangen iedere week vissen.
  • Kees en opa vissen iedere week.

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Link

Even oefenen!
Kies het werkwoord of de werkwoorden
A
fietsen
B
huis
C
koning

Slide 10 - Quizvraag

Even oefenen!
Kies het werkwoord of de werkwoorden
A
kopen
B
lachen
C
onder

Slide 11 - Quizvraag

Even oefenen!
Kies het werkwoord of de werkwoorden
A
rappen
B
smiley
C
verhuizen
D
zwemmen

Slide 12 - Quizvraag

Aan de slag!
Online: opdracht 1 t/m 10
Boek: opdracht 1 t/m 8 (blz. 198 en 199)

Niet af? Dan is het huiswerk!

Klaar?Maak blz. 246 en 247.
We kijken samen na.



timer
20:00

Slide 13 - Tekstslide

Waaraan kun je werkwoorden herkennen?

Slide 14 - Open vraag

Vond je deze paragraaf moeilijk of makkelijk?
😒🙁😐🙂😃

Slide 15 - Poll

Waarom vind je dat?

Slide 16 - Open vraag

Vragen?

Slide 17 - Open vraag

Werkwoord of niet?
  • Bij Decathlon verkopen ze veel basketballen.
  • Joey rent een rondje op de atletiekbaan.
  • Joey en Katy basketballen op het plein.
  • Soms bevat een school wel duizend vissen.
  • Karlijn springt op de trampoline. 

Slide 18 - Tekstslide