1+2: werkwoord en persoonsvorm/zinsdelen

Toets
Ik kan een werkwoord herkennen in een zin
Ik kan een persoonsvorm herkennen in een zin
Ik kan een zin indelen in zinsdelen
Grammatica: woordsoorten en zinsdelen
Nederlands
Cursus 5, paragraaf 1 opdr. 2, 5, 6
Cursus 5, paragraaf 2 opdr. 3, 5, 6
Hebben we alle doelen behaald?
Geen
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 1

In deze les zitten 12 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Toets
Ik kan een werkwoord herkennen in een zin
Ik kan een persoonsvorm herkennen in een zin
Ik kan een zin indelen in zinsdelen
Grammatica: woordsoorten en zinsdelen
Nederlands
Cursus 5, paragraaf 1 opdr. 2, 5, 6
Cursus 5, paragraaf 2 opdr. 3, 5, 6
Hebben we alle doelen behaald?
Geen

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen

Ik kan een werkwoord herkennen in een zin
Ik kan een persoonsvorm herkennen in een zin
 Ik kan een zin indelen in zinsdelen

Slide 2 - Tekstslide

Cursus 5: grammatica
Zinsdelen: verschillende delen van een zin kunnen benoemen 
voorbeelden: persoonsvorm, onderwerp, lijdend voorwerp

Woordsoorten: verschillende woorden kunnen benoemen
voorbeelden: voorzetsel, werkwoord, zelfstandig en bijvoeglijk naamwoord

Slide 3 - Tekstslide

Ontleding

Wie heeft dit al op de basisschool gehad?

Waarom leren we dit?

Slide 4 - Tekstslide

Vandaag:
Werkwoorden, persoonsvorm en zinsdelen

Werkwoorden: voor jullie al bekend
Persoonsvorm: voor jullie al bekend
Zinsdelen: als het goed is al bekend
herhaling!

Slide 5 - Tekstslide

Werkwoorden 
Werkwoord: alles wat je kunt doen. 
een zin heeft vaak meerdere werkwoorden

We kennen 4 vormen, die heb je geleerd in de cursus werkwoordspelling.



Slide 6 - Tekstslide

Persoonsvorm
Vorm van het werkwoord die iets over de persoon zegt die het doet in de zin.
Kun je op 3 manieren vinden:
- tijdproef
- getalproef 
- zin vragend maken

Slide 7 - Tekstslide

 / Zinsdelen /
De zin opdelen in verschillende groepen woorden die bij elkaar horen. 
Kijk wat je vóór de pv kunt zetten!

Hij / had / dit / gisteren / nog niet / geweten.
Alle lieve kinderen / kregen / gisteren / hun mooie cadeau.

Slide 8 - Tekstslide

Vragen?

Slide 9 - Tekstslide

Aan het werk/extra uitleg
Extra uitleg --> ga aan de instructietafel zitten
Cursus 5, paragraaf 1 
BK: blz. 198-199 opdr. 5, 6, 7, 8, 9
KGT: blz. 198-199 opdr. 2, 3, 5, 6, 8
Cursus 5, paragraaf 2 
BK: opdr. 3 en 4
KGT: opdr. 3, 5, 6

Slide 10 - Tekstslide

Evaluatie lesdoelen

Ik kan een werkwoord herkennen in een zin
Ik kan een persoonsvorm herkennen in een zin
Ik kan een zin indelen in zinsdelen

Slide 11 - Tekstslide

Huiswerk --> morgen

Afmaken opdrachten

We gaan hier morgen in de les mee verder!

Slide 12 - Tekstslide