Lezen onbekende woorden

Welkom 
bij Nederlands
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo lwoo, bLeerjaar 1

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Welkom 
bij Nederlands

Slide 1 - Tekstslide

Liggen je boek, schrift en laptop 
op tafel? 
Ligt je telefoon in de telefoonbak op vliegtuigstand?

Slide 2 - Tekstslide

Magister
Wie is er aanwezig?

Slide 3 - Tekstslide

-  Voorkennis activeren: wat weet je nog van de vorige les? (5 min)

Uitleg: wat gaan we deze les doen  (10 min) 

Samen: gezamenlijk opdrachten nakijken (10 min)

Samen: even oefenen (10 min)

Zelf: werken aan de opdrachten (20 min)

 Afsluiting: wat heb je geleerd vandaag? (5 min) 



Slide 4 - Tekstslide

Wat hebben we de vorige les gedaan?

Slide 5 - Open vraag

Lesdoel van vandaag:
Aan het einde van de les:
  • Weet je welke woordraadstrategieën je kunt gebruiken om de betekenis van onbekende woorden te ontdekken.
  • Kun je woordraadstrategieën toepassen
  • Weet je wat tegenstellingen zijn.

Slide 6 - Tekstslide

Nakijken
Pak je boek en je schrift voor je en kijk opdracht 1 t/m 4 na.

De antwoorden komen in de volgende dia's;

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Wat is een synoniem
A
een woord dat er hetzelfde uitziet
B
een woord dat hetzelfde klinkt
C
een woord dat het zelfde betekent
D
een woord dat eindigt op -iem

Slide 13 - Quizvraag

Wat is een tegenstelling?
A
Langzaam en snel
B
Lief en schattig
C
Mooi en meisje

Slide 14 - Quizvraag


Wat is geen tegenstelling?
A
Prachtig - Fantastisch
B
Dik - Dun
C
Mooi - Lelijk
D
Vroeg - Laat

Slide 15 - Quizvraag

Welke signaalwoorden horen bij een tegenstellendverband?
A
maar, tegenover
B
daarentegen, toch
C
echter, hoewel
D
ondanks dat, aan de ene kant... aan de andere kant

Slide 16 - Quizvraag

Wat is geen synoniem:
A
Praten - spreken
B
Vriend - maat
C
Fiets - rijwiel
D
Boos - kwaad

Slide 17 - Quizvraag

Wat is een synoniem?
A
moeder - mama
B
oma - moeder
C
vader - moeder
D
papa - mama

Slide 18 - Quizvraag

Wat is een synoniem?
A
Bril-vergrootglas
B
Kaal-haarloos
C
Trui- t-shirt
D
Hal-garage

Slide 19 - Quizvraag

Aan de slag
maken opdracht 5 t/m 8
blz 13 t/m 15
Alle opdrachten maak je in je schrift
Let op: kijk goed welke tekst bij welke vragen hoort.

Slide 20 - Tekstslide

Huiswerk:

Voor de volgende les moet je afhebben:

opdracht 5 t/m 8 
Let op opdr 7 niet
Dit staat ook in Magister.

Slide 21 - Tekstslide

Wat heb jij vandaag geleerd?

Slide 22 - Open vraag

Slide 23 - Tekstslide