Theorieles blok 2.3 - les 3

• tandartsassistent
• MBO
• Studiejaar 2

Theorieles Specifiek

Blok 2.3 - Les 3

Deze les

• Welkom
• Leerdoelen
  
• Voorkennis
• Theorie
• Vragen
• Zelfstandig werken

Leerdoelen les 2

Aan het eind van deze les kun je:

• de verschillende noodkronen met hun eigenschappen benoemen
• uitleggen waaraan een goede noodkroon moet voldoen
• beschrijven wat een inlay en onlay is en wat de verschillen hierin zijn
• beschrijven wat een buccale veneer/facing is en wat de indicaties hiervoor zijn

Voorkennis testen

Wat heb je nodig voor het maken van een noodkroon?

Gipsmodel

Evt. vaseline

Putty afdruk

Kunsthars

Waar moet een noodkroon aan voldoen?

• Geen luchtbellen
• Randen mooi afgewerkt dus niet scherp
• Randen moeten goed aansluiten aan het eind van de stomp
• Niet te hoog
• Goed contactpunt met de buurelementen

Waar zet je een noodkroon mee vast?

1. Bijv. Temp bond
2. Bijv. Fuji I

Noodkronen 

Tijdelijke voorziening:

• Voorkomen beschadiging van preparatie
  
• Handhaven positie
  
• Bescherming pulpa  tegen bacteriële, thermische en chemische irritatie (pijn)
• Esthetiek
  

Noodkronen

Twee manieren

• Confectienoodkroon
  
• Zelf-polymeriserend kunsthars m.b.v. voorafdruk (tandkleurig)
• Vastzetten met tijdelijk cement
  

Bijv. Temp-bond, Freegenol

Confectienoodkroon

• Metaal voor molaren
• Kunsthars voor front en premolaren

Zelfpolymeriserende kunsthars noodkroon

1. Voorafdruk
   
2. Preparatie
   
3. Voorafdruk vullen met kunsthars
   

Tijdens uitharding op element aantal keer eraf halen

1. Wat is een facing/buccale veneer?
2. Wanneer pas je dat toe?

1. Buccaal schildje van porselein

2. Verkleurd/misvormd element

Tandstandafwijking

Inlay

• Intracoronaire restauratie
  
• Ligt in de kroon van het element
  
• Zonder knobbels
  
• Afdruk
  
• Vervaardiging door TT

Onlay 

Extracoronaire restauratie

Gedeeltelijk binnen en buiten de kroon van element

Omvat één of meerder knobbels

Werkwijze inlay-onlay 

• Globaal hetzelfde als kroon
• Divergerende preparatie
• Zoveel mogelijk in glazuur prepareren
• Noodvulling met kunsthars

Zoek de codes van een inlay en een onlay op (internet, codeboekje, o.i.d.)

Inlay: R11, R12, R13 (één-, twee- of drievlaks)

Onlay: R24

Evaluatie leerdoelen

Je kunt nu:

• de verschillende noodkronen met hun eigenschappen benoemen
  
• uitleggen waaraan een goede noodkroon moet voldoen
  
• beschrijven wat een inlay en onlay is en wat de verschillen hierin zijn
  
• beschrijven wat een buccale veneer/facing is en wat de indicaties hiervoor zijn

Slot

Maak de volgende opdracht:

Opdrachtenkaart 2.3, theorieles 3