Kroon en brugwerk les 1

Tandheelkunde
Kronen en bruggen
periode 3


1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
TandheelkundeMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Tandheelkunde
Kronen en bruggen
periode 3


Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
Uitleg programma
Uitleg toetsing
Voorkennis checken
Start nieuw onderwerp
LessonUp

Slide 2 - Tekstslide

les planning periode 3
Lesweek 1: Introductie kroon- en brugwerk, indicaties voor een kroon.
Lesweek 2: Voor- en nadelen van een kroon, materialen.
Lesweek 3: Procedure kroon maken, vitaliteit, retentie, kleurbepalen, prepareren.
Lesweek 4: Procedure kroon maken, noodkroon maken.
Lesweek 5: Procedure kroon maken, afdrukken.
Lesweek 6: Procedure kroon maken, kroon passen en plaatsen. 
Lesweek 7: Overige vaste restauraties.
Lesweek 8: Opbouw voor een kroon of brug.
Lesweek 9: Toets

Slide 3 - Tekstslide

Toets
Boek: Tandheelkundige kennis voor tandartsassistenten.

Wat moet je leren?   

H5 paragraaf 5.7 t/m 5.12

Toets in lesweek 9!

Slide 4 - Tekstslide

Terugkoppeling vorige periode
  • Hoe vonden jullie het gaan?
  • Resultaten van de toets.
  • Zijn er vragen of opmerking over de toets?
  • Even opfrissen.

Slide 5 - Tekstslide

Wat is een voorbeeld van een plastische restauratie?
A
Een kroon
B
Een composietvulling
C
Een gebitsprothese

Slide 6 - Quizvraag

Wat is de juiste volgorde van vullen?
A
Ets, bonding, vulmateriaal
B
Bonding, ets, primer, vulmateriaal
C
Primer, bonding, ets, vulmateriaal
D
Ets, primer, bonding, vulmateriaal

Slide 7 - Quizvraag

Het cariës proces:
Doordat dentine heel hard is kan cariës zich minder snel verspreiden.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 8 - Quizvraag

Wat is geen predilectieplaats?
A
Fissuren
B
Cervicale vlakken
C
Approximale vlakken
D
Buccale vlakken

Slide 9 - Quizvraag

Kennismaken met het onderwerp.
Waar denk je aan bij kronen en bruggen?

Slide 10 - Open vraag

Dit gaan we behandelen:
Wat is een gegoten of gebakken restauratie?
Wat voor soorten zijn er en van welk materiaal worden ze gemaakt?
Wanneer wordt er gekozen voor een gegoten of gebakken restauratie?
Hoe verloopt de behandeling om het te maken?
Wat zijn de voor- en nadelen?
Wat als een kies heel erg is afgebroken?
Hoe gaat het in het tandtechnisch laboratorium?
Hoe wordt een gegoten of gebakken restauratie in de mond geplaatst?
Waar moet de patiënt rekening mee houden op het gebied van mondhygiëne en reiniging?

Slide 11 - Tekstslide

Waarmee begint het?
  • Occlusieopbouw: herstel van occlusie en articulatie als één of meer gebitselementen verloren zijn gegaan.
  • Kan met: uitneembare voorzieningen (kunstgebit) of vaste voorzieningen.
  • Wanneer een kroon? Als een groot gedeelte van de bovenkant van de kies verloren is gegaan en het gedeelte wat er nog staat onvoldoende houvast geeft voor een vulling of onvoldoende weerstand kan bieden aan kauwkrachten.

Slide 12 - Tekstslide

Vaste voorzieningen
  • Kroon: Soort hulsje die over de natuurlijke kroon van een gebitselement wordt geplaatst. Buitenkant element wordt beslepen. 
  • Brug: Brug bestaat uit meerdere kronen. Verloren element wordt vervangen door dummy.
  • Inlay: Gegoten restauratie. De preparatie verloopt gelijk aan die van een vulling. 
  • Onlay: 1 of meerdere knobbels worden overkapt.
  • Facing: Schildje over het buccale vlak. Composiet of porselein. Esthetische verbeteringen.

Slide 13 - Tekstslide

Inlay 

Slide 14 - Tekstslide

Onlay

Slide 15 - Tekstslide

Kroon


Slide 16 - Tekstslide

Brug


Slide 17 - Tekstslide

Facing


Slide 18 - Tekstslide

inlay
brug
onlay
kroon
facing

Slide 19 - Sleepvraag

Slide 20 - Video

Verdeling van de krachten
  • Tanden en kiezen staan in een fundament: het tandvlees (gingiva en mucosa) en het kaakbot (parodontium).
  • Een kroon of brug draagt of de eigen wortel(s). Wortels zitten nog in het kaakbot (parodontium). Een kroon of brug is dus een parodontaal gedragen restauratie.
  • Een prothese rust niet op eigen wortels maar ligt op het tandvlees (mucosa). Een prothese is dus een mucosaal gedragen restauratie.

Slide 21 - Tekstslide


A
Parodontaal gedragen
B
Mucosaal gedragen

Slide 22 - Quizvraag


A
Parodontaal gedragen
B
Mucosaal gedragen

Slide 23 - Quizvraag


A
Parodontaal gedragen
B
Mucosaal gedragen

Slide 24 - Quizvraag


A
Parodontaal gedragen
B
Mucosaal gedragen

Slide 25 - Quizvraag


A
Parodontaal gedragen
B
Mucosaal gedragen

Slide 26 - Quizvraag

Wanneer een kroon?
  • Als het eigen tandmateriaal te zwak is om te hechten aan een vulling.
  • Als een vulling heel groot is.
  • Dus: wanneer een tand of kies niet meer in staat is om kauwkrachten op te vangen.
  • Doe je niets? Dan kan de kies of vulling afbreken. Afhankelijk van de grootte en plaats van de breuk is het element in het slechte geval verloren.
  • Doordat een kroon als een huls om de eigen tand of kies komt, kan het de kauwkrachten goed verdelen waardoor het stevig blijft.

Slide 27 - Tekstslide

Kostbaar en arbeidsintensief
  • Uitgebreide, tijdsintensieve en dure behandeling.
  • Moet lang mee gaan.
  • Daarom goede staat van het element vereist.
  • Eerst onderzoek. Spiegel, sonde, mondhygiëne, röntgenfoto's.
  • Indien nodig eerst voorbehandelen. (opbouw)

Slide 28 - Tekstslide

Verwerken
Vragen maken bij les 1

Huiswerk:
Inleveren voor de volgende les op It's Learning.

Slide 29 - Tekstslide

Evaluatie

Slide 30 - Woordweb