B&L extra info lesvoorbereiding

LESVOORBEREIDING
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
B&LMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 29 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

LESVOORBEREIDING

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide


Algemene beginsituatie
  • Groepsgrootte
  • Gemiddelde leeftijd
  • Samenstelling (jongens/meiden)
  • Aard van de groep (prestatief of recreatief) 

Slide 3 - Tekstslide

Specifieke beginsituatie 

Slide 4 - Tekstslide

Voorbeeld: 
De basketbal les van afgelopen dinsdag 
Bewegingsvaardigheden
- Hoe goed of hoe slecht beheerst het merendeel van de groep bepaalde vaardigheden of technieken?
- Welke eisen stel je aan de bewegingsvaardigheid?
Bewegingseigenschappen
- CLUKS (probeer in te schatten in hoeverre deze bewegingseigenschappen aanwezig zijn)
Fase van het motorisch leerproces
- Welke fase bevindt de groep zich?
( aanleren, kleine correcties, herhalen)
Motorisch niveau

Slide 5 - Tekstslide

Cognitief niveau
Voorbeeld:
deze klas 
Verzamelen van informatie over het cognitief functioneren van de groep

- Wat is de intelligentie van de SB-deelnemer?
-Hoe snel begrijpen ze de uitleg of de spelregels?
-Welke kennis van spelregels en regelementen hebben de SB-deelnemers?
-Hoeveel tactisch inzicht hebben de SB-deelnemers?
-Hoe is het bewegingsinzicht van de SB-deelnemers?
-Hoeveel ervaring heeft de groep met deze vaardigheid?
  Leeftijd en aanleg spelen altijd een rol!!

Slide 6 - Tekstslide

Sociaal-affectief niveau
Voorbeeld:
Deze groep
- Persoonlijkheidskenmerken
( durf, openheid, faalangst, mentaliteit, normen en waarden)

- Motivatie
met welke motivatie stapt een SB-deelnemer jouw les binnen?
 Elke groep verschilt hierin!!
-Welke sfeer heerst er in de groep?
-Hoe is de samenwerking?
-Hoe is de communicatie?
- Is er sprake van groepjesvorming?
- Hoe is de relatie groep/lesgever?

Slide 7 - Tekstslide

Beginsituatie van het individu

Slide 8 - Tekstslide

Letten op deelnemers met een opmerkelijk of opvallend, motorisch, cognitief of sociaal-affectief niveau
Zijn er deelnemers.....
* motorische beginsituatie
- die positief of negatief opvallen met hun bewegingseigenschappen?
- met lichamelijke aandoening, waardoor ze een beperking hebben?

* cognitieve beginsituatie
- die moeite hebben met verwerken van een opdracht? Extra aandacht nodig hebben bij de uitleg?
- die veel ervaring hebben met de vaardigheid of juist deelnemers met minder ervaring?

* sociaal-affectieve beginsituatie
- die speciale aandacht nodig hebben?
- met specifieke gedragsproblemen in de groep?
- die duidelijk de leiding nemen, of is er een zondebok?

Slide 9 - Tekstslide

Beginsituatie van de lesgever

Slide 10 - Tekstslide

Stil staan bij jezelf als lesgever. Hierdoor kun je daar zelf rekening mee houden tijdens je les.
Stel jezelf de vragen....
* motorische beginsituatie
- Hoe goed is mijn eigen algemene vaardigheid?
-Hoe goed kan ik zelf de beweging die ik wil aanleren?
- Heb ik zelf voldoende kennis van deze sport of beweging?

* cognitieve beginsituatie
- Hoe is mijn kennis van sport en bewegen in het algemeen?
- Wat weet ik van bepaalde bewegingsvormen af?
- Heb ik voldoende kennis van de methodische opbouw?
- Wat weet ik van trainingsprincipes?

* sociaal-affectieve beginsituatie
- Hoe gemotiveerd ben ik om deze SB-activiteit aan te bieden?
- Ben ik gericht op het resultaat, of is omgang met de groep belangrijker?
- Hoe kom ik over als ik voor de groep sta? 
Hoe presenteer ik mezelf ?

Slide 11 - Tekstslide


-hoe goed ben ik met instrueren?
-hoe goed ben ik in het veilig en efficient organiseren?
-hoe goed ben ik in snel aanpassen van de situatie?
Didactische beginsituatie van lesgever

Slide 12 - Tekstslide

Waar wil je voor jezelf de focus op leggen? Wat wil je goed beheersen of aan werken?

Slide 13 - Tekstslide

Beginsituatie van de randvoorwaarden

Slide 14 - Tekstslide

LES INHOUD

Slide 15 - Tekstslide

Begin 
Lesintroductie:
  • Belangrijk voor hoe je les verloopt! Eerste indruk is belangrijk!
Kort vertellen wat je in de les gaat doen
Welkom heten, kennismaken, afspraken doornemen
Waar sta jij en waar je deelnemers?
Vrij werken, werken in groepen, werken in vaste volgorde, klassikaal werken 

Opdrachtvorm, instuctievorm, vraagvorm of vraaggesprek, vorm van zelfontdekking, coachvorm, spelvorm

Slide 16 - Tekstslide

Begin
Functie van de warming-up / Inleiding:

  • Fysiologische >> het opwarmen van het lichaam. Hart, bloedsomloop en ademhaling worden op peil gebracht om inspanning te kunnen leveren. Voorkomen van blessures.

  • Psychologische >> Het begin van de les moet bij de deelnemer leiden tot concentratie, opmerkzaamheid, vertrouwen, zin in  bewegen, prestatiebereidheid. Even de energie eruit, wennen aan relatie lesgever > deelnemer.

  • Pedagogische >> Voorkom dat het begin van de les chaotisch verloopt. Laat de manier waarop je lesgeeft zien, hoe je met deelnemers omgaat, wat je van ze verwacht en op welke manier je dat aan gaat pakken.

Slide 17 - Tekstslide

Warming-up opbouw:
  1.  Algemene warming-up
  2.  Rekken en losmaken
  3.  Specifieke warming-up 
Inleiding:
  • Vooral bij recreatieve sportbeoefening en kinderen
  • Intensief en veel bewegen
  • Snel en eenvoudig organiseren 

Slide 18 - Tekstslide

Kern
  • Aanleren
  • Verbeteren
  • Toepassen 
Realiseer je de doelstellingen
  • Eén kern
  • Meerdere, afzonderlijke kernen
  • Meerdere, gekoppelde kernen

Slide 19 - Tekstslide

Einde
  • Cooling-down
  • Speelse bewegingsvormen
  • Afsluiting 
- met een praatje
- deelnemers komen tot rust
Hoe te doen:
  • samen opruimen
  • les bespreken
  • feedback geven
  • afspraken voor volgende les

Slide 20 - Tekstslide

Basisopstellingen, Organisatievormen
Bladzijde 123 t/m 127

Slide 21 - Tekstslide

Gaan uit van de organisatie van een les of training
Als lesgever kun je op verschillende manieren je bewegingsvormen aanbieden en de SB-deelnemer ermee laten oefenen
De hoeveelheid ruimte die de lesgever biedt aan de SB-deelnemers om met de bewegingsvorm aan de slag te gaan
Indeling didactische werkvormen

Slide 22 - Tekstslide

Als sportleider is het belangrijk dat je bewust voor de meeste geschikte didactische werkvorm kiest.
  • Van welke factoren is dit afhankelijk? 

Slide 23 - Tekstslide

Het belang van variatie!!!

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Didactische hulpmiddelen

  • Middelen die de lesgever kan gebruiken om de didactische werkvorm die hij/zij gaat gebruiken, te ondersteunen.

  • Ze kunnen het leerproces positief beïnvloeden. 

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

"Een lesvoorbereiding moet zo simpel/compleet zijn dat mijn oma de les kan geven!"

Slide 28 - Tekstslide

Gebruik mijn voorbeeld nou!

Slide 29 - Tekstslide