Je hebt geleerd dat het woordje 'het' een bepaald lidwoord is.
Echter kan 'het' ook een persoonlijk voornaamwoord zijn. Dat is het geval als het woordje 'het' alleen in de zin staat en niet bij een zelfstandig naamwoord hoort.
Bijv.
Het (blw) meisje zei dat ze het (pers. vnw.) was vergeten.
Het (pers. vnw.) regent.