Pedagogiek B2 Welbevinden en betrokkenheid

• Mentorles
• HBO
• Studiejaar 2

Welbevinden en betrokkenheid

bijeenkomst 2

Terugblik

Verwondering

Spel

Kleuterkenmerken 

Observeren: KIJK!

Kleuterkenmerken

Bij spel is het belangrijk dat...

1. Er een doel wordt behaald
2. De leerkracht een opdracht geeft
3. Je altijd een verwachting uitspreekt
4. De bezigheid het doel zelf is

Observeren is altijd

Subjectief

Objectief

Vandaag 

Toetsing

Welbevinden 

Betrokkenheid

Observeren (toets) 

Lesvoorbereidingsformulier

Toetsing bespreken

1. Presentaties

2. Observatie

Presentaties

1. Studentpresentatie. 

Toetsvorm: presentatie 

Toetsmoment: periode 1 

Beoordeling: voldaan / niet voldaan  

Presentatie: In een groepje van max. 5 studenten wordt een presentatie voorbereid op basis van de onderwerpen: Speelleeromgeving, grote/kleine kring, dagritme, buitenspel en vrijspel. Het groepje onderzoekt de praktijk van de onderwerpen en koppelt dit aan de theorie 

Herkansing door middel van een vervangende opdracht, in overleg met docent. 

Toetsdoelen

De student onderbouwt vanuit de theorie en praktijk de waarde van de Speelleeromgeving, grote/kleine kring, dagritme, buitenspel en vrij spel voor een rijke leeromgeving.  

De student heeft in groepsverband een inhoudelijk waardevolle presentatie voorbereid  

De student is inspirerend in zijn uitleg en presentatie 

Inleveren

Uiterlijk vrijdag 15 oktober op it's learning

Alle namen op eerste slide

Document naam vermelden als:

Groepx_onderwerp

vb. Groep1_RijkeLeeromgeving 

2. Observatieverslag ‘Kind in beeld’. 

Toets

Toetsvorm: werkstuk n.a.v. observatie 

Beoordeling: cijfer 

Toetsweek periode 1 

Herkansing in herkansingsweek periode 2  

hsleiden.itslearning.com

Toets

Vrijdag 12 november

15.30 uur.

Is de toetsing nu duidelijk?

Ja

Nee

Welbevinden

Kenmerken van welbevinden

• Genieten en plezier beleven
• Ontspanning en innerlijke rust
• Vitaliteit
• Openheid
• Spontaniteit
• Zelfvertrouwen
• Contact met zichzelf 

kvhjk: blz. 270

 kvhjk blz.271​

Wat als het niveau laag is?

• Leerkracht richt zich op groeibevorderende relaties
• Betere tegemoetkoming aan de basisbehoeften
• Het uitdrukkelijker aan de orde stellen van emoties 

Welbevinden is vaak een voorwaarde om tot leren te kunnen komen!

Waar ervaar jij volledig welbevinden?

Betrokkenheid

Betrokkenheid = 

opgaan in de activiteit 

vergeten van tijd

voldoening groot

Kenmerken van betrokkenheid 

• Concentratie 
• Motivatie 
• Intense mentale activiteit 
• Voldoening 
• Exploratiegedrag 
• Behoeftepatroon
• Op de grens van je mogelijkheden (zvno) 

kvhjk: blz. 272

Let op! Soms lijkt een kind inactief maar het kan mentaal wel actief zijn! Dit kan ook andersom! 

 kvhjk blz.273

Voel jij je betrokken bij deze les?

Laag betrokken

Gemiddeld betrokken

Hoog betrokken

anders...

Wat zorgt ervoor dat jij betrokken bent bij deze les?

Filmpje

scoren betrokkenheid

Observeren (toets)

• In de toetsopdracht observeer jij een kind. Belangrijk is eerst te zoeken naar momenten van welbevinden en betrokkenheid.
  
• Vervolgens kijk je gericht naar de vormende waarde van het spel en naar de didactische waarde van het spel.

Leren observeren = oefenen 

Oefen op je stage en gebruik de KIJK lijsten die op it's staan

KIJK heeft lijsten op heel veel gebieden 

Kleine en grove motoriek 

Beginnende geletterdheid 

Beginnende gecijferdheid 

Tijd oriëntatie 

Logisch denken 

Tekenen

etc. 

Lesvoorbereidingsformulier 

doelen? 

bedoeling!

Bedoeling 

Je werkt met bedoelingen:

Wat wil je aanreiken? Wat is de bedoeling dat de kinderen daarmee ontwikkelen, meemaken of bereiken?

Pas achteraf kun je concreet aangeven welke doelen er gaande weg tijdens de activiteit zijn bereikt (de kinderen geven hier zelf vorm aan in hun spel/onderzoek/eigen initiatieven).

Bepaal of je bedoeling....

• Persoonsvormend is 
• een vaardigheid is 
• kennis van de wereld omvat 

kvhjk: blz. 282

Stel jezelf de volgende vragen

Wat wil je aanreiken aan de ll (denk hierbij ook aan je eigen handelen)?

Wat is je bedoeling dat de ll daarmee ontwikkelen, meemaken of bereiken?

Je beschrijft de lerende waarde (t.a.v. leerlijnen bijvoorbeeld) en de vormende waarde

Wat kunnen de ll gaan ervaren en hoe draagt dit bij aan hun

brede persoonsontwikkeling?

Denk aan gevoelens zoals trots, teleurstelling, vriendschap, wie ben je, wat kan je?).

Voorbeeld van een bedoeling:

Ik reik de kinderen het materiaal van de postbode aan zodat het spel realistisch kan worden.

Door als leerkracht mee te gaan in het spel van de leerlingen zullen de kinderen verschillen

merken tussen de pakketjes, enveloppen, brieven en postzegels.

Door het oppakken en weer neerleggen van de materialen ervaren de leerlingen hoe groot of klein het materiaal is en hoe licht of zwaar. Dit is dan ook mijn bedoeling. (kennis van de wereld)

 

Ik heb activiteiten ontwikkeld die ondersteunend zijn aan "samenwerken en overleggen" en de

fijne motoriek. Als nieuwe ervaring introduceer ik het seriëren met materialen van de postbode.

Dit zijn postzegels, brieven, pakketjes en enveloppen.

De lln gaan vrij knutselen. Naast kosteloos materiaal liggen ook scharen en lijmpotjes klaar.

1. Persoonsvormend
2. Vaardigheid
3. Kennis van de wereld

In de ochtend bespreken we welke dag het is maar ook gisteren, morgen en overmorgen komen aan bod.

1. Persoonsvormend
2. Vaardigheid
3. Kennis van de wereld

Tijdens het buitenspelen nemen we de onderzoeksbak mee met vergrootglazen, potjes en vangnetjes.

1. Persoonsvormend
2. Vaardigheid
3. Kennis van de wereld

In de kring spelen we een scene. Tijdens het vrij spelen kunnen ll deze situatie naspelen.

1. Persoonsvormend
2. Vaardigheid
3. Kennis van de wereld

Elk kind krijgt tien blokjes en bij het bouwen van een toren tellen we telkens elk blokje tot hoe hoog we kunnen komen.

1. Persoonsvormend
2. Vaardigheid
3. Kennis van de wereld

Observatie toets

Pedagogische Observatie

De student beschrijft in twee momenten/fragmenten wat er gebeurt vanuit het perspectief van het kind.

De student geeft daarbij een veelzijdige contextbeschrijving t.a.v. wat en hoe het kind speelt.

De student beschrijft hoe de situatie voldoet aan ‘spel’.

Betekenis van het spel voor de ontwikkeling van het kind

De student beschrijft welke aspecten van het ‘kleuterzijn’ zichtbaar zijn tijdens de pedagogische observatie.

De student benoemt welke ontwikkelingsgebieden in het handelen (en het denken dat we aannemen) van de leerling aan bod komen.

De student benoemt het juiste niveau van betrokkenheid en geeft een omschrijving van vier betrokkenheidssignalen (uit de Leuvense betrokkenheidsschaal voor kleuters) m.b.t. het kind.

De volgende keer...

Opbouw van een kleuterdag

Spelwerelden van Vermeer

Spelcategorieën volgens Parten

VOORBEREIDING: op it's!