Oefentoets Hoofdstuk 4
1 / 14
Lesduur is: 45 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Welk bedrag hebben
Nederlanders in 2014 in totaal uitgegeven aan
vakanties in het buitenland? Rond af op één decimaal
Nederlanders in 2014 in totaal uitgegeven aan
vakanties in het buitenland? Rond af op één decimaal
Slide 2 - Open vraag
Bereken de exportquota voor 2011 en 2012
rond af op hele procenten
rond af op hele procenten
Slide 3 - Open vraag
Nederland exporteerde in totaal € 427,3 miljard in
2015.
Hoeveel procent hiervan ging naar Duitsland?
Rond af op één decimaal.
2015.
Hoeveel procent hiervan ging naar Duitsland?
Rond af op één decimaal.
Slide 4 - Open vraag
Hoeveel procent van de uitvoer ging naar onze
directe buurlanden? De totale uitvoer was € 427,3
miljard. Rond af op één decimaal
directe buurlanden? De totale uitvoer was € 427,3
miljard. Rond af op één decimaal
Slide 5 - Open vraag
Import is heel belangrijk voor Nederland.
Noem een voordeel van import voor de Nederlandse
consument.
Noem een voordeel van import voor de Nederlandse
consument.
Slide 6 - Open vraag
Sommige bedrijven in Nederland profiteren van een
daling van de import. Als de import daalt, wat kan er dan bij bedrijven stijgen
daling van de import. Als de import daalt, wat kan er dan bij bedrijven stijgen
Slide 7 - Open vraag
Binnen de Europese Unie (EU) is er vrijhandel.
dit houdt in dat er is vrij verkeer van: ( noem er drie).
dit houdt in dat er is vrij verkeer van: ( noem er drie).
Slide 8 - Open vraag
importquotum
Contigentering
Dekkingsgraad
Gesloten economie
Zoek de begrippen bij de tekst
De invoer en uitvoer zijn klein in verhouding tot de productie
Overzicht van betalingen aan en uit het buitenland
Beperking van de import met een bepaalde hoeveelheid.
De hoeveelheid die maximaal mag
worden ingevoerd.
worden ingevoerd.
Slide 9 - Sleepvraag
Ik kan schoenen invoeren voor 75,- incl verzendkosten. De invoerrechten zijn 19% en de BTW is 21%. Wat betaal ik in totaal voor deze schoenen?
Slide 10 - Open vraag
Europese Unie
invoerrechten
protectie
vrijhandel
eurozone
Aantal landen van de Europese Unie die de euro als munteenheid hebben
je mag pruducten in- en uitvoeren zonder invoerrechten te betalen
maatregelen om bedrijven in eigen land te beschermen tegen concurrentie uit andere landen
Belasting die je aan de grens betaalt als je producten invoert
groep Europese landen die vooral op economischgebied samenwerken
Slide 11 - Sleepvraag
Hoe bereken je de dekkingsgraad?
A
import : export x 100
B
export : import x 100
C
import + export
D
export - import
Slide 12 - Quizvraag
welke situatie op de betalingsbalans, hoort bij welke Eurokoers?
De koers van de Euro gaat omhoog
De koers van de Euro gaat omlaag.
De koers van de Euro blijft hetzelfde.
Stel, NL heeft een overschot op de betalingsbalans.
Stel, NL heeft een tekort op de betalingsbalans.
Stel, NL heeft een evenwicht op de betalingsbalans.
Slide 13 - Sleepvraag
Joanna wilt graag in Londen een galajurk kopen bij een kledingzaak. Op het prijskaartje van deze galajurk staat 330 Britse Ponden.
De koers is 1 pond is € 1,02. Hoeveel € kost de galajurk?
De koers is 1 pond is € 1,02. Hoeveel € kost de galajurk?
