EB H5: Par 1 t/m 3 Nederland in de Wereld en Export

Nederland in de Wereld
Paragraaf 5.1 t/m 5.3

start LessonUp en pak je aantekeningenschrift!
1 / 46
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 4

In deze les zitten 46 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

Nederland in de Wereld
Paragraaf 5.1 t/m 5.3

start LessonUp en pak je aantekeningenschrift!

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
  • Ik kan uitleggen waarom producten uit het buitenland belangrijk zijn voor Nederland.
  • Ik kan uitleggen waarom export belangrijk is voor de Nederlandse economie.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nakijken / bespreken 
Paragraaf 5.1 en 5.2

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Globalisering is ...
A
Het proces waarbij alle gebieden op de wereld steeds meer met elkaar verbonden worden.
B
Het geld dat alle inwoners van een land in een jaar samen verdienen.
C
Het maken van goederen met behulp van machines in een fabriek
D
Alle bedrijven die zich bezighouden met het verlenen van diensten.

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen bij hoofdstuk 5
Je kunt de volgende begrippen uitleggen:
  • import
  • export
  • handelsbalans
  • betalingsbalans.

Je kunt de import- en exportquote en de dekkingsgraad berekenen.

Je kunt het verschil uitleggen tussen een open en gesloten economie.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Import



Import: er gaat geld naar het buitenland, we kopen iets.
          
Voorbeelden
We voeren bananen in.
Ed Sheeran geeft een concert in de Ziggo Dome.
Jullie gaan op schoolreis naar Berlijn.



Tip
Let op de geldstroom

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Export
Export: het buitenland betaalt ons geld, we verkopen iets.

Voorbeelden
Een Nederlands baggerbedrijf baggert in Dubai.
Ed Sheeran drinkt Jenevertjes en fiets door Amsterdam.
We verkopen Beemsterkaas aan Duitsland.

Tip
Let op de geldstroom

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Sleep de pijlen naar de juiste plaats en maak het plaatje kloppend.
import
export

Slide 9 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Nederlanders houden graag vakantie in het buitenland. Als ze met een buitenlandse vliegmaatschappij reizen dan is er sprake van ...
A
export van goederen.
B
export van diensten.
C
import van goederen.
D
import van diensten.

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

DSM verkoopt plastic aan een bedrijf in Duitsland
A
Import
B
Export

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Import- en exportquote
Het percentage van de totale importwaarde of exportwaarde ten opzichte van het nationaal inkomen.




Reken het voorbeeld is na op je rekenmachine!
Aantekening

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het nationaal inkomen van een land is € 785 miljard. De importwaarde is € 456 miljard. Bereken de importquote. Rond af op een decimaal.

Slide 13 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

In een land is de waarde van de totale uitvoer € 150 miljard. Het nationaal inkomen is € 405 miljard.
Bereken de exportquote.

Slide 14 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Lezen artikel Lanbouwexport
Schrijf 5 woorden op die je nog niet kent

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

5.3 Internationale Handel

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Internationale arbeidsverdeling
Producten worden gemaakt in het land waar de kosten het laagst zijn OF hier meer kennis over is OF het klimaat het meest geschikt OF de grondstoffen aanwezig zijn

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Handelsbalans
De handelsbalans (of goederenbalans) geeft een overzicht van de exportwaarde en de importwaarde van goederen. Het verschil tussen de export- en importwaarde noem je het saldo van de handelsbalans.

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Betalingsbalans
De betalingsbalans geeft een overzicht van de exportwaarde en de importwaarde van goederen en diensten
Wanneer de exportwaarde meer is dan importwaarde spreekt men van een overschot op de betalingsbalans.
Wanneer de importwaarde meer is dan de exportwaarde spreekt men van een tekort op de betalingsbalans.

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Open economie
Nederland heeft een open economie

Of Nederland naar verhouding veel met het buitenland handelt kun je meten m.b.v. de export- en importquote.

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Als de waarde van de geïmporteerde goederen groter is dan de waarde van de geëxporteerde goederen heb je ...
A
een overschot op de handelsbalans.
B
een tekort op de handelsbalans.

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Nederland heeft een ... economie.
A
gesloten
B
open

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Betalingsbalans
Betalingsbalans:

Een overzicht van alle betalingen aan het buitenland en alle ontvangsten uit het buitenland
Uitvoerwaarde:
Wat we in totaal met export verdienen
Invoerwaarde:
Wat we in totaal betalen voor de import van goederen en diensten
Overschot op de betalingsbalans:
export > import
(er komt meer geld binnen door export dan dat er via de import uit gaat)
O
Tekort op de betalingsbalans:
import > export
(er gaat meer geld uit door import, dan er binnenkomt door export)
T

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tekort op de betalingsbalans
Overschot op de betalingsbalans

Slide 24 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Het saldo op de betalingsbalans is € ...
Nederland heeft een ......   saldo op de betalingsbalans.
€ 55 mrd
€ 1025 mrd
Overschot
Tekort

Slide 25 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Dekkingsgraad
Export : Import x 100%

Wat bereken je?
Kan een land de import betalen met de  opbrengsten van de export?

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dekkingsgraad
Stel de volgende gegevens zijn bekend:
- Waarde Import: 375 mld
- Waarde Export: 395 mld

DEKKINGSGRAAD =  (395 : 375) x 100 = 105,3%

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn kenmerken van een land met een open economie?
A
Weinig invoer (import) en uitvoer (export) in verhouding tot de productie.
B
Veel invoer (import) en veel uitvoer (export) in verhouding tot de productie.

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

EXTRA
Kun je thuis bekijken en maken als voorbereiding op je SE!

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 30 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 31 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 32 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Ik ben op vakantie in Frankrijk:
A
Import
B
Export

Slide 33 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Het nationaal inkomen van een land is € 815 miljard. De importwaarde is € 513 miljard. Bereken de importquote.

Slide 34 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

In een land is de waarde van de totale uitvoer € 160 miljard. Het nationaal inkomen is € 395 miljard.
Bereken de exportquote.

Slide 35 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Het nationaal inkomen van een land is 850 miljard euro. De exportquote is 700 miljard. Wat is de exportquote?
A
121,4%
B
82,4%
C
56,7%
D
77%

Slide 36 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Sleep de gebeurtenissen in het juiste vak.
import
export
Ik ben op vakantie in Frankrijk.
DSM verkoopt plastic aan Duitsland.
Een zakenman uit de VS logeert in het Amstel Hotel.
Je koopt iets bij Ali Express.

Slide 37 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is geen vorm van internationale handel?
A
Nederland verkoopt aan China.
B
Duitsland koopt van Nederland.
C
Brussel koopt van Londen.
D
Amsterdam verkoopt aan Eindhoven.

Slide 38 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Nederland heeft een ... economie.
A
gesloten
B
open

Slide 39 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De Verenigde Staten hebben een ... economie
A
open
B
gesloten

Slide 40 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een gevolg van internationale arbeidsverdeling is dat …
A
arbeidsintensief werk vooral in lage lonenlanden wordt gedaan.
B
robots steeds meer werk van de mens overnemen.
C
producten steeds vaker op één plek worden geproduceerd.

Slide 41 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Het voordeel van import voor de Nederlandse consument is ...
A
meer keuze in goederen en diensten.
B
minder keuze in goederen en diensten.

Slide 42 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een voordeel van meer export is ...
A
dat de werkgelegenheid daalt.
B
dat de werkgelegenheid stijgt.

Slide 43 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke begrippen ken je al? Sleep het begrip naar de juiste omschrijving!
Europese Unie
Export
Import
Infrastructuur
Internationale handel
Een belasting op geimporteerde goederen en diensten. Ook wel importhefftig of douanerachten genoemd.
Voorzieningen die nodig zijn voor vervoer en communicatie, zoals wegen, vliegvelden, havens, internet en het electriciteitsnet.
Invoer. Het kopen van goederen en diensten uit het buitenland.
Invoerrechten
In- en uitvoer. Handel tussen twee of meer landen
Groep Europese landen die vooral op economisch gebied samen werken
UItvoer. Het verkopen van goederen of diensten aan het buitenland.

Slide 44 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Tekort op de betalingsbalans
Overschot op de betalingsbalans

Slide 45 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Kies uit import of export voo voor
export
import
De kaasfabriek uit NL verkoopt kaas aan een Duits bedrijf.
Een vakantieganger uit NL gaat naar Oostenrijk om te skiën
Albert Heijn koopt sperziebonen uit Egypte
Een Duitser huurt een hotelkamer in Egmond aan Zee

Slide 46 - Sleepvraag

3 goed = 2 punten
2 goed = 1 punt
1 goed = 0 punten