De trappen van vergelijking 2

• Duits
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

Heute: Donnerstag den 25. Februar

Wir wiederholen die Steigerung (trappen van vergelijking)

Wir machen Aufgabe 7 zusammen in LessonUp

Ihr macht (na uitleg) Aufgabe 8 

Jullie schrijven een aantal woorden in de trappen van vergelijking

Wiederholung

Welke drie trappen gebruiken we bij de trappen van vergelijking?

Hoe maak je de trappen van vergelijking in het Nederlands?

Hoe maken we de trappen van vergelijking in het Duits? (zonder uitzondering)

Wanneer krijg je een uitzondering op de regel?

Hoe maken we de trappen van vergelijking met de uitzondering?

Zet de onderstaande woorden in de trappen van vergelijking: dick, stark, spannend, gut, nett, sportlich, klein, spät

Hoe vertaal je "dan" in het Duits?

Aufgabe 7 zusammen

(dick) Künstler Süßtoff macht .... als Zucker. Vul de goede vorm van de trappen van vergelijking in.

(schwer) Mein Koffer ist .... als dein Koffer. Vul de goede vorm van de trappen van vergelijking in.

(schön) Welche der Inseln ist am ....? Vul de goede vorm van de trappen van vergelijking in.

(interessant) Das Museum in München ist am ....? Vul de goede vorm van de trappen van vergelijking in.

(spät) Er kam .... als wir nach Hause. Vul de goede vorm van de trappen van vergelijking in.

(zufrieden) Felix ist .... mit seinem Leben als Lara. Vul de goede vorm van de trappen van vergelijking in.

(breit) Welcher See in Deutschland ist ....? Der Bodensee> Vul de goede vorm van de trappen van vergelijking in.

(teuer) Die Produkte in diesem Supermarkt sind am ....Vul de goede vorm van de trappen van vergelijking in.

(treu) Mein Hund ist viel .... als dein Hund. Vul de goede vorm van de trappen van vergelijking in.

Hausaufgaben für Dienstag den 2. März

Grammatik A lernen

Lernbox 1 doorkijken

Opdracht 8 maken in je schrift: zinnen volledig uitschrijven en de trappen van vergelijking gebruiken. Zie voorbeeld: Anna ist nett, Die Lehrerin ist netter. Die Frau ist am nettesten. 

&

Woorden in de trappen van vergelijking zetten:

alt, kurz, kalt, groß, gut, hoch, viel, gern, früh, oft

Aufwiedersehen

Bis nächste Woche