Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Grammatik Kapitel 3 (herhaling)
Grammatik
Kapitel 3
1 / 46
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Duits
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 3
In deze les zitten
46 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
45 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Grammatik
Kapitel 3
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
werkwoorden vervoegen
können = kunnen
müssen = moeten
wollen = willen
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
ik kan (können)
A
ich kan
B
ich kann
C
ich könne
D
ich könnst
Slide 6 - Quizvraag
können - du ....
A
kannst
B
könnt
C
könnst
D
kennst
Slide 7 - Quizvraag
Wir (können) ..... alles.
A
kann
B
kannst
C
können
D
könnt
Slide 8 - Quizvraag
Ihr....(können)
A
kann
B
kannst
C
können
D
könnt
Slide 9 - Quizvraag
können: ihr
Slide 10 - Open vraag
er... (können)
Slide 11 - Open vraag
müssen: ihr ...
A
musst
B
müsst
C
muss
D
müssen
Slide 12 - Quizvraag
müssen: ich ...
A
müss
B
müß
C
muss
D
müsse
Slide 13 - Quizvraag
wollen - ich
A
wolle
B
wille
C
will
D
woll
Slide 14 - Quizvraag
müssen - er ........
A
müsst
B
musst
C
müss
D
muss
Slide 15 - Quizvraag
(müssen)
wir ....
Slide 16 - Open vraag
(wollen)
du .....
Slide 17 - Open vraag
(wollen)
sie (meervoud) ....
Slide 18 - Open vraag
Trappen van vergelijking
Slide 19 - Tekstslide
Slide 20 - Tekstslide
Slide 21 - Tekstslide
Vul de juiste vorm in:
Er ist ...... als ich. (klein)
A
klein
B
kleiner
C
am kleinsten
Slide 22 - Quizvraag
Vul de vergrotende trap van 'gut' in:
Serge spielt … Basketball als ich.
A
guter
B
am gutesten
C
besser
D
am besten
Slide 23 - Quizvraag
Kies de juiste vormen van de trappen van vergelijking: kalt
A
kalt - kälter - am kältesten
B
kalt - kalter - am kaltesten
C
kalt - kälter - am kälteste
D
kalt - kälter - am kaltesten
Slide 24 - Quizvraag
trappen van vergelijking: weit
A
weit - weiter - weitesten
B
weit - weiter - am weitsten
C
weiter - weiter - am weitesten
Slide 25 - Quizvraag
Kies de juiste vormen van de trappen van vergelijking:
A
viel - vieler - am meisten
B
viel - mehr - am meisten
C
viel - mehr - am meiste
D
viel - mehr - am meist
Slide 26 - Quizvraag
Kies de juiste vormen van de trappen van vergelijking:
A
groß - großer - am großten
B
groß - größer - am größten
C
groß - größer - am größsten
D
groß - größer - am größte
Slide 27 - Quizvraag
Zelfstandig voornaamwoord vervangen
door een persoonlijk voornaamwoord
Slide 28 - Tekstslide
lidwoorden
der
= mannelijk
die
= vrouwelijk & meervoud
das
= onzijdig
Slide 29 - Tekstslide
Slide 30 - Tekstslide
Vervang het zelfstandig naamwoord door het persoonlijk naamwoord:
Meine Mutter ist nett. ______ ist nett.
Slide 31 - Open vraag
Vervang het zelfstandig naamwoord door het persoonlijk naamwoord:
Das Buch ist gut. ______ ist gut.
Slide 32 - Open vraag
Vervang het zelfstandig naamwoord door het persoonlijk naamwoord:
Der Baum ist grün. ______ ist grün.
Slide 33 - Open vraag
Vervang het zelfstandig naamwoord door het persoonlijk naamwoord:
Die Kinder sind da. ______ sind da.
Slide 34 - Open vraag
Rangtelwoorden
Slide 35 - Tekstslide
Slide 36 - Tekstslide
Slide 37 - Tekstslide
Slide 38 - Tekstslide
Rangtelwoorden
Wie schreibt man sie richtig?
der 87.
A
siebenundtachtigste
B
siebenundachtzigste
C
siebenundachtigste
D
siebenundachtzichste
Slide 39 - Quizvraag
Rangtelwoorden
der 65.
A
funfundsechszigste
B
fünfundsechszigste
C
fünfundsechzigste
D
fünfundsechzigte
Slide 40 - Quizvraag
Rangtelworden
121.
A
hunderdeinundzwanzigste
B
hunderteinsundzwanzigte
C
hunderdeinundzwanzige
D
hunderteinundzwanzigste
Slide 41 - Quizvraag
Rangtelwoorden
7. - 17. - 70.
A
siebte-siebzehnte-siebzigste
B
siebente-siebenzehnte-siebzigste
C
siebste - siebzehnste-siebzichste
D
siebte-siebzehnte-siebsigste
Slide 42 - Quizvraag
Wat is het rangtelwoord van 16? (schrijf voluit)
Slide 43 - Open vraag
Wat is het rangtelwoord van 3? (schrijf voluit)
Slide 44 - Open vraag
Wat is het rangtelwoord van 89
? (schrijf voluit)
Slide 45 - Open vraag
hoe schrijf je 89 in het Duits?
Slide 46 - Open vraag
Meer lessen zoals deze
Grammatik Kapitel 3
Maart 2022
- Les met
16 slides
Duits
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 3
Kapitel 2 Lektion 5B
Maart 2024
- Les met
17 slides
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Kapitel 2 2-2-2023
Februari 2023
- Les met
20 slides
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
Herhalingsweek V2
Januari 2021
- Les met
27 slides
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Les 9: Modalverben (3)
November 2021
- Les met
16 slides
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
fahren wollen können müssen
Juni 2023
- Les met
20 slides
Duits
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2
Modalverben
Februari 2022
- Les met
33 slides
Duits
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2
N - modale werkwoorden tegenwoordige tijd
Juni 2021
- Les met
31 slides
Duits
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2