Fictie week 50 VWO

Fictie - week 50
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Fictie - week 50

Slide 1 - Tekstslide

Wat leer je deze week?
- Ik weet wat poëzie is

- Ik weet wat een strofe is
- Ik weet wat de begrippen alliteratie en assonantie betekenen
- Ik kan alliteratie en assonantie toepassen in een zelfgeschreven gedicht






Slide 2 - Tekstslide

Wat is poëzie?

Slide 3 - Open vraag

De kenmerken van poëzie
We bekijken samen een filmpje over poëzie.

Tijdens het kijken van het filmpje noteer je kernwoorden (belangrijke woorden) over poëzie in je schrift.

Slide 4 - Tekstslide

Welke kernwoorden heb jij opgeschreven?

Slide 5 - Woordweb

Kenmerken van poëzie
  • Regels zijn niet volgeschreven; er is veel wit op de bladzijde.
  • Soms rijmen gedichten, soms ook niet.
  • Een gedicht kan heel kort zijn, maar ook langer.
  • Soms vertelt een gedicht een verhaal, meestal gaat het over gevoelens en gedachten.
  • In een gedicht wordt taal vaak anders gebruikt, waardoor je moet nadenken over de betekenis van het gedicht.

Slide 6 - Tekstslide

Geschiedenis gedichten

Een dichtvorm is al heel oud. In vroege tijden gaven rondtrekkende verhalenvertellers en liedjeszangers hun verhalen door op rijm.

Een verhaal in de vorm van een gedicht konden zij  beter onthouden en het brengt
meer spanning in de manier van vertellen.



Slide 7 - Tekstslide

Rijm van een gedicht

In de middeleeuwen maakten dichters vooral gebruik van volrijm. Volrijm betekent dat het hele woord rijmt op een ander woord. 

Slide 8 - Tekstslide

Andere rijmsoorten


- Alliteratie (medeklinkerrijm)
- Assonantie (klinkerrijm)

Slide 9 - Tekstslide

Even oefenen

Slide 10 - Tekstslide

Even oefenen

Slide 11 - Tekstslide

Gedichten wel/niet op rijm

Gedichten hoeven niet te rijmen. Een gedicht dat niet rijmt noem je ‘blank vers’.


 Als een gedicht wel rijmt, kan je een rijmschema opstellen. In een rijmschema zie je dan welke zinnen steeds op elkaar rijmen.




Slide 12 - Tekstslide

Rijmschema gedichten

Het is makkelijk om het rijmschema van een gedicht te achterhalen:


  1. Lees het gedicht.
  2. Kijk welke zinnen met elkaar rijmen.
  3. Geef elke rijmende zin dezelfde letter, begin met a.





Slide 13 - Tekstslide

Rijmschema gedichten

Voorbeeld:

Al vanaf de eerste dag

was ik betoverd door jouw lach

Mijn liefde voor jou is eindeloos

Het is daarom dat ik voor jou koos

Ik blijf je eeuwig trouw

Jij bent alles waar ik van hou








jij bent alles waar ik van hou






Slide 14 - Tekstslide

Rijmschema gedichten

Voorbeeld:

Al vanaf de eerste dag

was ik betoverd door jouw lach

Mijn liefde voor jou is eindeloos

Het is daarom dat ik voor jou koos

Ik blijf je eeuwig trouw

Jij bent alles waar ik van hou








jij bent alles waar ik van hou






a

a

b

b

c

c

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide


Dit is een gedicht met rijmschema...
A
abcabc
B
ababacac
C
aabbaacc

Slide 17 - Quizvraag

Aan de slag!
1. Lees het Wilhelmus
2. Maak de bijbehorende verwerkingsopdrachten
3. Werk verder aan het fictiedossier

Slide 18 - Tekstslide