Poëzieweek (1)

Startopdracht
Binnen één minuut zit je klaar voor de les.
Op tafel: schrift, etui, wisbordje.
timer
1:00
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Startopdracht
Binnen één minuut zit je klaar voor de les.
Op tafel: schrift, etui, wisbordje.
timer
1:00

Slide 1 - Tekstslide

Wat heb je nodig?
  • Wisbordje
  • Pen
  • Schrift

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen
- Ik weet wat poëzie is.

- Ik weet wat een strofe is.
-Ik kan een rijmschema herkennen.







Slide 3 - Tekstslide

Wat is poëzie?

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Kenmerken van poëzie
  • Regels zijn niet volgeschreven; er is veel wit op de bladzijde.
  • Soms rijmen gedichten, soms ook niet.
  • Een gedicht kan heel kort zijn, maar ook langer.
  • Soms vertelt een gedicht een verhaal, meestal gaat het over gevoelens en gedachten.
  • In een gedicht wordt taal vaak anders gebruikt, waardoor je moet nadenken over de betekenis van het gedicht.

Slide 6 - Tekstslide

Geschiedenis gedichten

Een dichtvorm is al heel oud. In vroege tijden gaven rondtrekkende verhalenvertellers en liedjeszangers hun verhalen door op rijm.

Een verhaal in de vorm van een gedicht konden zij  beter onthouden en het brengt
meer spanning in de manier van vertellen.



Slide 7 - Tekstslide

Rijm van een gedicht

In de middeleeuwen maakten dichters vooral gebruik van volrijm. Volrijm betekent dat het hele woord rijmt op een ander woord. 

Slide 8 - Tekstslide

Gedichten wel/niet op rijm

Gedichten hoeven niet te rijmen. Een gedicht dat niet rijmt noem je ‘blank vers’.


 Als een gedicht wel rijmt, kan je een rijmschema opstellen. In een rijmschema zie je dan welke zinnen steeds op elkaar rijmen.




Slide 9 - Tekstslide

Lesdoelen
- Ik weet wat poëzie is.

- Ik weet wat een strofe is.
- Ik kan een rijmschema herkennen.







Slide 10 - Tekstslide

Strofe
Een strofe is een onderdeel van een gedicht en bevat doorgaans een zekere gedachte-eenheid. Het uiterlijke kenmerk van de strofe is dat er zich voor en na de strofe een witregel bevindt. Een strofe in een gedicht kan worden vergeleken met een alinea in een tekst.






Slide 11 - Tekstslide

Strofe
1


2


3

Slide 12 - Tekstslide

Lesdoelen
- Ik weet wat poëzie is.

- Ik weet wat een strofe is.
- Ik kan een rijmschema herkennen.







Slide 13 - Tekstslide

Rijmschema gedichten

Het is makkelijk om het rijmschema van een gedicht te achterhalen:


  1. Lees het gedicht.
  2. Kijk welke zinnen met elkaar rijmen.
  3. Geef elke rijmende zin dezelfde letter, begin met a.





Slide 14 - Tekstslide

Rijmschema gedichten

Voorbeeld:

Al vanaf de eerste dag

was ik betoverd door jouw lach

Mijn liefde voor jou is eindeloos

Het is daarom dat ik voor jou koos

Ik blijf je eeuwig trouw

Jij bent alles waar ik van hou








jij bent alles waar ik van hou






Slide 15 - Tekstslide

Rijmschema gedichten

Voorbeeld:

Al vanaf de eerste dag

was ik betoverd door jouw lach

Mijn liefde voor jou is eindeloos

Het is daarom dat ik voor jou koos

Ik blijf je eeuwig trouw

Jij bent alles waar ik van hou








jij bent alles waar ik van hou






a

a

b

b

c

c

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide


Dit is een gedicht met rijmschema...
A
abcabc
B
ababacac
C
aabbaacc

Slide 18 - Quizvraag

Zelf aan de slag!
Bedenk één zelfstandig naamwoord. Schrijf deze aan de bovenkant van een nieuw blad in je schrift.




timer
1:00

Slide 19 - Tekstslide

Streepjes
Zet nu 2 schuine streepjes onder je bedachte zelfstandignaamwoord. 




Slide 20 - Tekstslide

Streepjes
Associeer hier 2 woorden bij. DIe schrijf je onder de streepjes. Daarna zet je hier weer een streepje onder. 




timer
1:00

Slide 21 - Tekstslide

Streepjes
Dit associeren doe je nog 2x.




timer
1:30

Slide 22 - Tekstslide

Laatste
Bedenk uiteindelijk 1 nieuwe associatie bij beide woorden.




timer
1:00

Slide 23 - Tekstslide

Nu begint het!
Welke nieuwe woorden kun je maken door woorden aan elkaar te koppelen?


timer
5:00

Slide 24 - Tekstslide

Volgende les
Neem je nieuw bedachte woorden mee naar de volgende les!

Slide 25 - Tekstslide