In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Wat gaan we doen?
Planning tot aan het proefwerk
Leerdoelen 5.4 bepreken
Uitleg 5.4 met contolevragen in LessonUp
Begrippen
Wat heb je geleerd? Welke vraag heb je nog?
Huiswerk voor vrijdag
Slide 1 - Tekstslide
Planning
Datum
Wat?
dinsdag 13 april
Uitleg 5.4
donderdag 15 april
5.4 Moeilijke vragen bespreken
Oefenen:
- Afsluiting maken
- Test Jezelfs doen
dinsdag 20 april
Oefentoets op LessonUp
donderdag 22 april
Online openboek toets
Slide 2 - Tekstslide
Online openboek toets
Hoe?
1) Je moet werken op je chromebook
2) Op ELO Opdrachten open je de toetsopdracht
3) Je werkt in een WORD document. Dat sla je op met je eigen naam
4) Je mag je boek gebruiken, maar je mag niet naar websites ( ik check !)
5) Je schrijft je antwoorden met eigen woorden
6) Je levert je proefwerk in op ELO opdrachten. Te laat kost je punten!
Slide 3 - Tekstslide
5.4: Het ontstaan van staten
Slide 4 - Tekstslide
Leerdoelen 5.4
Je kunt
de belangrijkste gevolgen noemen van de opkomst van de geldeconomie zorgde voor het bestuur
uitleggen waarom paus en vorsten in de late middeleeuwen een conflict hadden met elkaar
beschrijven hoe vorsten probeerden een centraal bestuur in te voeren
Slide 5 - Tekstslide
Wat heb je geleerd van de ontdekkingsplaat van 5.4?
Slide 6 - Woordweb
Waarover gingen de 3 filmpjes in de ontdekkingsplaat?
Slide 7 - Open vraag
Vorsten, ambtenaren, huurlegers (boek blz. 81)
Late Mideeleeuwen in Europa:STEDEN + GELDECONOMIE
NADEEL VOOR VORSTEN:
Weinig macht in de steden
VOORDELEN VOOR VORSTEN:
Belastinggeld uit de steden
Boeren betalen pacht met geld
Slide 8 - Tekstslide
Vorsten, ambtenaren, huurlegers (boek blz. 81)
Gevolgen voor het bestuur (v.a 13e eeuw):
Vorsten betalen ambtenaren (= werknemers) om met het bestuur te helpen --> Zij hebben geen leen, en gehoorzamen aan de vorst
Vorsten kunnen soldaten huren - een huurleger hebben. --> Daardoor niet meer afhankelijk van de leenmannen
GEVOLG: Macht adel kleiner en macht vorsten groter
Slide 9 - Tekstslide
Ruzie tussen paus en vorsten (boek blz. 82)
Waarom wilden vorsten liever bischoppen als leenmannen/bestuurders?
Zij waren niet getrouwd, hadden dus geen kinderen
--> dus na hun dood kreeg de vorst zijn leen terug
Waarom wilde de paus dat niet?
Paus was de baas van de kerk, dus de baas van de bisschoppen. Niet de vorst!!
Slide 10 - Tekstslide
Ruzie tussen paus en vorsten (boek blz. 82)
GEVOLG (11e eeuw)
Ruzie tussen de Duitse keizer en Paus Gregorius
Oplossing in 1122: Gescheiden bestuur
1. De Paus benoemt de bisschoppen
2. De Paus bestuurt de kerk (= geestelijke macht), niet het land
3. De keizer bestuurt het land, niet de kerk
Slide 11 - Tekstslide
Steeds meer centraal bestuur (boek blz. 83)
Pak bron 4 op blz. 83 erbij
Beantwoord in de volgende slides de vragen
Slide 12 - Tekstslide
1. In welke eeuwen breidden de Bourgondische hertogen hun gebied uit?
Slide 13 - Open vraag
2. Noem een gebied dat Karel de Stoute veroverde
Slide 14 - Open vraag
3. Noem een gebied dat Filips de Schone verloor
Slide 15 - Open vraag
Steeds meer centraal bestuur (boek blz. 83)
Grote veranderingen in de Late Middeleeuwen
Steden werden belangrijker (wat voor samenleving?)
Adel werd minder machtig
Paus bemoeide zich alleen met de kerk
De vorsten kregen meer macht (noem 2 redenen)
Slide 16 - Tekstslide
Steeds meer centraal bestuur (boek blz. 83)
GEVOLG: Veranderingen in het bestuur
Vroege middeleeuwen
Late middeleeuwen
vorsten reisden rond
vorsten besturen vanuit 1 plaats (centralisatie)
overal in het rijk andere wetten en regels
overal dezelfde wetten en belastingen (staatsvorming)
= LEENSTELSEL
= CENTRAAL BESTUUR
Slide 17 - Tekstslide
Centraal bestuur
Betekenis: als een land steeds meer als eenheid wordt bestuurd.
Met ambtenaren en een eigen leger : vorsten minder afhankelijk van de hulp van leenmannen.
Koningen voerden rechtbanken en wetten in voor het hele gebied --> je had dus vanaf nu overal dezelfde wetten in plaats van per gebied verschillende wetten en straffen.
Slide 18 - Tekstslide
Steeds meer centraal bestuur (boek blz. 83)
DUS:
In de late middeleeuwen ontstaan staten
Staten: landen met duidelijke grenzen, waar overal dezelfde wetten en regels gelden.
Bij staatsvorming past: CENTRALISATIE = een gebied onder 1 bestuur brengen
Slide 19 - Tekstslide
voorbeeld van centraal bestuur
Nederland als land bestond nog niet in de late middeleeuwen. Nederland bestond uit verschillende gewesten. Een soort provincies
In de tijd van steden en staten kregen de hertogen van Bourgondië steeds meer gebieden onder hun heerschappij door oorlogen , huwelijken en erfenissen . Ook een groot deel van Nederland viel hier onder ( zie afbeeldingen op de volgende dia)
Voor alle gewesten samen stelden de hertogen 1 overlegorgaan in:
dat noemen we centralisatie van het bestuur
Slide 20 - Tekstslide
Slide 21 - Tekstslide
Kun je een voorbeeld noemen van centraal bestuur in Nederland nu?
Slide 22 - Open vraag
Leg aan de hand van deze afbeelding uit dat er in Nederland nog steeds sprake is van centraal bestuur
Slide 23 - Open vraag
Noem een voorbeeld van centralisatie in de Nederlanden in de late middeleeuwen.
Slide 24 - Open vraag
A: Wat vonden de edelen (adel) van centralisatie ? B: Waarom dachten ze zo?
Slide 25 - Open vraag
Leerdoelen herhalen
Je kunt nu
uitleggen hoe de opkomst van de geldeconomie zorgde voor een andere manier van besturen
uitleggen waarom paus en vorsten ruxie hadden in de late middeleeuwen
beschrijven hoe vorsten probeerden een centraal bestuur in te voeren
Wij gebruiken cookies om jouw gebruikerservaring te verbeteren en persoonlijke content aan te bieden. Door gebruik te maken van LessonUp ga je akkoord met ons cookiebeleid.