les 1 - recht en rechtvaardigheid & grondbeginselen

 Recht en rechtvaardigheid
les 1
1 / 39
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 39 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.

Onderdelen in deze les

 Recht en rechtvaardigheid
les 1

Slide 1 - Tekstslide

Deze lessenreeks bestaat uit 9 onderdelen
1-Recht en rechtvaardigheid & grondbeginselen
2-Strafrecht: de opsporing
3-Strafrecht: Wanneer is een gedraging strafbaar
4- Strafrecht: voor de rechter
5- Denken over criminaliteit en straffen 
6-criminaliteit theorieën 
7- Wat kunnen we doen tegen criminaliteit?
8- Slachtofferschap
9-Burgerlijk Recht
10-Internationaal recht 

Slide 2 - Tekstslide

vakbegrippen

rechtvaardigheid
staat
rechtsstaat
klassieke grondrechten
sociale grondrechten
trias politica
Wetgevende macht
uitvoerende macht
rechtelijke macht
absolutisme
checks and balances
legaliteitsbeginsel
ne bis in idem

Slide 3 - Tekstslide

Rechtvaardigheid
persoonlijke beleving van hetgeen juist en eerlijk (fair) is

Slide 4 - Tekstslide

Zowel bij de seculiere als kerkelijke rechtbanken kregen de aangeklaagde beesten een juridische benadering naar menselijke maatstaf, met recht op een professionele advocaat. 

Slide 5 - Tekstslide

De rattenzaak
Na een succesvolle carrière als jurist in het hertogdom Milaan en als advocaat van paus Julius II vestigde Bartholomé Chassenée zijn reputatie als vurig pleitbezorger van ratten. Volgens de kerkelijke rechtbank in het Franse stadje Autun zouden deze knaagdieren verantwoordelijk zijn geweest voor de vernietiging van een korenveld. Al op de eerste dag wist Chassenée de gerechtelijke procedure te vertragen door alle ratten in het bisdom als getuige te laten oproepen. Bij een mogelijke veroordeling stond immers de naam van de hele soort op het spel. 

Slide 6 - Tekstslide


Toen de ratten echter niet vrijwillig verschenen, beriep Chassenée zich op een wet die stelde dat een getuigenis mag worden geweigerd als deze gevaar voor eigen leven met zich mee zou brengen. Met alle honden en katten in de buurt van het gerechtsgebouw hadden de ratten vanzelfsprekend het recht om weg te blijven. 

Slide 7 - Tekstslide

Het proces mondde uit in een principieel debat in hoeverre de ratten daadwerkelijk schuldig waren. Hadden deze dieren niet het natuurlijke recht om van dat koren te eten?
A
schuldig
B
onschuldig

Slide 8 - Quizvraag

uitspraak
 De ratten werden verbannen naar een eigen stuk land buiten de mensenwereld en de bevolking werd opgedragen een processie te houden om Gods genade terug te krijgen. 

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Sociale ongelijkheid is rechtvaardig
A
waar
B
niet waar

Slide 11 - Quizvraag

Is het verwijderen van een YouTube kanaal, omdat daar een ander geluid op te horen is, rechtvaardig?

Slide 12 - Open vraag

Slide 13 - Video

Slide 14 - Tekstslide

Orden onderstaande grondrechten.
Klassieke grondrechten
sociale grondrechten
Vrijheid van meningsuiting
Recht op werk
recht op gelijke behandeling
recht op veilig bestaan
recht op gezondheidszorg
godsdienstvrijheid

Slide 15 - Sleepvraag

Wetgevende macht
  • TAAK: Maakt wetten
  • Regering of parlement maakt wetsvoorstel.
  • Parlement beslist of een wetsvoorstel wordt aangenomen door te stemmen.
  • Parlement controleert of de uitvoerende macht zijn werk goed doet.

Slide 16 - Tekstslide

Uitvoerende macht
  • TAAK: Voert wetten uit
  • Regering zorgt dat aangenomen wetten worden uitgevoerd.
  • Is verantwoordelijk voor het dagelijks bestuur van een land.
  • Geeft leiding aan ambtenaren, militairen en politie

Slide 17 - Tekstslide

Rechtelijke macht
  • TAAK: Rechtspraak, is onafhankelijk
  • Beoordeelt of de uitvoerende macht zich aan de wet houdt.
  • Beoordeelt of mensen straf moeten krijgen.
  • Geeft een oordeel als burgers, bedrijven en overheid een conflict hebben.

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

legaliteitsbeginsel
kenmerk 3

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Video

Slide 23 - Video

Wat vind jij wat de rechter zou moeten doen? Moet het toegestaan zijn om met een vergiet op je hoofd op je paspoort te staan?
A
ja
B
nee

Slide 24 - Quizvraag

Slide 25 - Tekstslide

legaliteitsbeginsel
De overheid mag alleen beperkingen opleggen aan de vrijheid van burgers als die regels voor iedereen gelden en door de volksvertegenwoordiging in wetten zijn vastgelegd.

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Video

mag dit?
A
ja
B
nee

Slide 28 - Quizvraag

Slide 29 - Video

verbod op analogie
verbod op terugwerkende kracht

Slide 30 - Tekstslide

onafhankelijke rechters
kenmerk 4

Slide 31 - Tekstslide

4) Onafhankelijke rechters
Rechters handelen volgens het recht en laten zich niet beïnvloeden door de politiek.

Slide 32 - Tekstslide

kabinet
parlement
onafhankelijke rechters
wetgevende macht
rechterlijke macht
uitvoerende macht

Slide 33 - Sleepvraag

I. Van de ne bis in idem-regel kan in bijzondere gevallen worden afgeweken als er sprake is van nieuw hard bewijs.
II. De ne bis in idem-regel voorkomt de behandeling in hoger beroep.

A
I is juist, II is onjuist
B
I is onjuist, II is juist.
C
I en II zijn beide juist.
D
I en II zijn beide onjuist.

Slide 34 - Quizvraag

Stel, de tbs-regeling heeft niet het beoogde effect. Welke macht binnen de trias politica beslist dan of deze regeling moet worden veranderd of afgeschaft?
A
De wetgevende macht
B
De uitvoerende macht
C
De rechterlijke macht
D
Volgens de ‘checks and balances’: de drie machten samen

Slide 35 - Quizvraag

TRIAS POLITICA
GRONDRECHTEN
LEGALITEITSBEGINSEL
wetgevende macht stelt wetten vast
uitvoerende macht spoort verdachten op en besluit tot vervolging
onafhankelijke rechtsprekende macht oordeelt over  schuld en bepaalt de straf
recht op eerlijk proces
onschuldpresumptie
recht op hoger beroep en cassatie
zwijgrecht
recht op een advocaat
strafbaarheidsbeginsel
maximumstraf is wettelijk vastgelegd
strafprocedure is gebonden aan wettelijke voorschriften
opsporingsbevoegdheden zijn wettelijk aan grenzen verbonden
ne bis in idem-regel
geen straf zonder schuld
verjaringstermijn is wettelijk vastgelegd

Slide 36 - Sleepvraag

Welk begrip hoort bij de volgende uitleg: "iets pas strafbaar is op het moment dat het gedrag (delict) strafbaar gesteld is volgens de wet"
A
Rechtsstaat
B
Democratie
C
Legaliteitsbeginsel
D
Criminaliteit

Slide 37 - Quizvraag

Met welk onderdeel van de rechtsstaat heeft dit voorbeeld te maken: Als op zes april de boete voor te snel rijden verhoogd wordt, betaalt iemand die op vijf april te snel reed de oude boete.
A
Grondrechten
B
Onafhankelijke rechtspraak
C
Legaliteitsbeginsel
D
Machtenscheiding

Slide 38 - Quizvraag

Einde les

Slide 39 - Tekstslide