Een kabinetscrisis in de praktijk: De Toeslagenaffaire
Aan het werk met de vragen in het werkboek 4.5
Samenvatting bijwerken
Slide 2 - Tekstslide
Even herhalen 4.4...
Het kabinet is verantwoordelijk voor het dagelijks bestuur van ons land
De koning bemoeit zich niet actief met het beleid, maar wordt wel wekelijks op de hoogte gehouden door de minister-president
Slide 3 - Tekstslide
Kabinet
Regering
Slide 4 - Tekstslide
Leerdoelen 4.5
Je kunt de verhouding tussen het parlement en de regering uitleggen
Je kunt uitleggen hoe je als burger invloed kunt uitoefenen
Je kunt de Toeslagenaffaire uitleggen met het begrip kabinetscrisis
Slide 5 - Tekstslide
De regering
Slide 6 - Tekstslide
Het Parlement
Slide 7 - Tekstslide
Wie heeft de macht?
Wie heeft het laatste woord in Nederland? De wetgevende (Parlement) macht of de uitvoerende (Kabinet) macht?
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
Verhouding regering en parlement
Bijvoorbeeld door:
Asielcrisis
Toeslagenaffaire
Slide 10 - Tekstslide
De bevolking
Slide 11 - Tekstslide
Dit kan jij doen om invloed uit te oefenen
Slide 12 - Tekstslide
En, wie heeft de macht?
Slide 13 - Tekstslide
De Toeslagenaffaire
Samen lezen en bekijken bron 3 op blz. 67 in het lesboek
Slide 14 - Tekstslide
Uitleg Toeslagenaffaire
Ouders krijgen geld van de Belastingdienst om kinderopvang voor hun kinderen te betalen. Dat heet kinderopvangtoeslag.
De Belastingdienst heeft tussen 2005 en 2019 fouten gemaakt. Sommige ouders kregen te horen dat ze duizenden euro's moesten terugbetalen terwijl ze wel recht hadden op dit geld.
Veel gezinnen kregen daardoor schulden en kwamen in geldproblemen.
De kinderopvangtoeslagaffaire heeft grote gevolgen gehad voor kinderen en jongeren die hiermee zijn opgegroeid. Bij hen thuis was er vaak lange tijd weinig geld en veel stress.
Slide 15 - Tekstslide
Kabinetscrisis in de praktijk: De Toeslagenaffaire
Het Parlement had geen vertrouwen meer in het kabinet Rutte 4
Kijken: serie De Toeslagenaffaire op NPOstart (5.35 Aflevering 1)
Slide 16 - Tekstslide
Aan het werk!
Maken paragraaf 4.5: blz. 111 t/m 113
Maken blz. 104 en 105 in je werkboek over politieke partijen die in de Tweede Kamer zitten