3.2 Het bestuur van de stadstaat (les2)

De Grieken
Het bestuur van de stadstaat
  1. Ga rustig zitten
  2. Pak je device en schrift
  3. Log in bij LessonUp
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

De Grieken
Het bestuur van de stadstaat
  1. Ga rustig zitten
  2. Pak je device en schrift
  3. Log in bij LessonUp

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoel
Aan het eind van deze les kun je:
  • Uitleggen hoe onderdanen werden bestuurd in een monarchie, aristocratie en tirannie.
  • Toelichten hoe Atheense burgers zichzelf bestuurden door een democratisch systeem.
  • Luisteren naar verschillende argumenten en daarop reageren
Leerdoel: Onderscheid maken tussen de vier verschillende bestuursvormen in het oude Griekenland.

Slide 2 - Tekstslide

Herhaling
Vraag: Welke bestuursvormen weet je nog? 

Slide 3 - Tekstslide

Monarchie 


  • \

  • Koning en erfopvolging
  • Alleenheerschappij
  • Raad van ouderling geven advies
Tirannie




  • Alle macht bij een persoon
  • Verkregen door anderen uit te schakelen (staatsgreep)
  • Zijn wil is wet, harde hand.

Slide 4 - Tekstslide

Democratie



                    Aristocratie




  • Kleine groep machthebbers
  • Bevoorrecht door afkomst en aanzien
  • Uit adelijke families
  • Het volk regeert
  • Burgers in volksvergadering
  • Vrije mannen, ouders geboren in stadstaat

Slide 5 - Tekstslide

Democratie
Ontstond in de stadstaat Athene in 507 v. Chr.

Het volk verdreef een tiran en daarna werd een nieuwe bestuursvorm ingevoerd > Democratie: bestuur waarbij het volk beslist (volksregering)

Dingen die te maken hebben met het bestuur noemen we politiek (afgeleid van ... ?)

Einde: 338 v. Chr. toen Griekenland onder heerschappij van Macedonië

Slide 6 - Tekstslide

Democratie?!
  • Niet helemaal...
  • ...alleen mannelijke burgers (ongeveer 10% van de bevolking) 
  • Vrouwen, slaven en vreemdelingen mochten niet meepraten.

Niet iedereen was het eens met de democratie > vele discussies onder geleerden. 
VB: Plato en Socrates > gewone volk kon geen beslissingen nemen voor de stadstaat. 



Slide 7 - Tekstslide

De Atheense volksvergadering
40 keer per jaar kwamen de Atheense mannen bij elkaar op de Pnyx  om te vergaderen (volksvergadering). Deze vergadering nam alle beslissingen (oorlog, vrede, geldzaken, ambtenaren). 
Bij belangrijke beslissingen moesten minstens 6000 mensen aanwezig zijn (BV: oorlog)

Je moest een flink stemgeluid hebben en overtuigend kunnen spreken met veel uitstraling om een echte leider te zijn. VB: Perikles was zo'n goede spreker en overtuigde de menigte om een Parthenon te bouwen, een tempelcomplex voor de staatsgodin Athena.

Slide 8 - Tekstslide

Stembiljetten. 
Schervengericht: wegstemmen van ongewenste politici.

Slide 9 - Tekstslide

Democratie in stadstaat Athene
Directe democratie
Democratie in Nederland
Indirecte democratie
Iedereen mag stemmen (meebeslissen), behalve...

- vrouwen
- kinderen
- slaven
- vreemdelingen uit andere stadstaten

Kortom, alleen vrije volwassen mannen waarvan beide ouders uit Athene kwamen mochten stemmen en bezaten dus het burgerschap (± 10% van de mensen was burger)

Iedereen mag stemmen (meebelissen), behalve...

- Jongeren onder de 18 jaar. 
- Mensen zonder Nederlands paspoort
Democratie in de stadstaat Athene en in Nederland:

Slide 10 - Tekstslide

Vanaf 507 v. Chr. was Athene een democratie waarin burgers in de volksvergadering beslissingen namen over de stadstaat. 

Democratie: (volksregering), bestuur waarbij het volk beslist.
Burgers: volwassen mannen met bepaalde rechten (landbezit, spreken en stemmen in volksvergadering).
Politiek: heeft te maken met bestuur.

De democratie eindigde in 338 v. Chr. omdat de stadstaten onder de heerschappij van Macedonië kwamen (verlies onafhankelijkheid).

Slide 11 - Tekstslide

Rollenspel

Griekse Bestuursvormen




  • Jullie zitten in de Atheense volksvergadering
  • Er wordt gepraat over wat de beste bestuursvorm is.
  • Jullie kunnen kiezen uit: monarchie, aristocratie, tirannie en democratie

Slide 12 - Tekstslide

Let op!
De voordragers moeten zich voorstellen met de Griekse namen op de kaartjes. Geef ze eventueel even 2 minuten om te oefenen.

Verkleden:
Koning: kroon;  aristocraat de rode cape; tiran de helm; democraat de toga

Slide 13 - Tekstslide





Slide 14 - Tekstslide

Jij mag als burger van Athene nu stemmen op degene die jij het beste vindt!
A
Ik stem voor Berullos en ben dus voor een monarchie
B
Ik stem voor Andreos en ben dus voor een aristocratie
C
Ik stem voor Alexios en ben dus voor een tiran
D
Ik stem voor Japeitros en ben voor een democratie

Slide 15 - Quizvraag

Welke spreker vormt het grootste gevaar voor de polis en moet daarom verbannen worden?
A
Berullos (monarchie)
B
Andreos (aristocratie)
C
Alexios (tiran)
D
Japeitros (democratie)

Slide 16 - Quizvraag

Praktische Opdracht
Heb ik van iedereen al groepjes doorgekregen?

Ga serieus aan de slag! Je kan al beginnen met hoofdstuk: I en III. 

Roep me bij vragen :) 

Slide 17 - Tekstslide

Afsluiting
Voor donderdag: 3.2 lezen en maken in de online werkplaats. 

Slide 18 - Tekstslide

Er komen 3 quizvragen aan... 
Ter herhaling

Slide 19 - Tekstslide

Bestuur door een koning of keizer
A
Aristocratie
B
Democratie
C
Monarchie
D
Tirannie

Slide 20 - Quizvraag

De regering van een groep aanzienlijken
A
Aristocratie
B
Monarchie
C
Stadstaat
D
Tirannie

Slide 21 - Quizvraag

Welk bestuur had de stad Athene?
A
Aristocratie
B
Democratie
C
Monarchie

Slide 22 - Quizvraag