6.4 Lidwoord en ZNW (deel 2)

Vak: Nederlands
Hoofdstuk: 6
1.
Lesopening
2.
Leergebiedoverstijgende doelen
3.
Lesdoel (+ minicheck)
4. 
Instructie
5.
Begeleid inoefenen
6. 
Zelfstandig werken
7.
Evaluatie + afsluiting
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Vak: Nederlands
Hoofdstuk: 6
1.
Lesopening
2.
Leergebiedoverstijgende doelen
3.
Lesdoel (+ minicheck)
4. 
Instructie
5.
Begeleid inoefenen
6. 
Zelfstandig werken
7.
Evaluatie + afsluiting

Slide 1 - Tekstslide

1. Lesopening
Pak je boek van Nederlands, laat het nog even dicht. 



Slide 2 - Tekstslide

2. Leergebiedoverstijgende doelen
Zelfstandig leren
- Werkt volgens de gestelde eisen, die aan de opdrachten worden gesteld. 

Als er staat leg je antwoord uit, doe je dat. 




Slide 3 - Tekstslide

Arrangementen
- Verdiept: kijk of je zelfstandig aan de slag kunt of dat je mee wil doen aan de instructie na het benoemen van de lesdoelen en het lezen van de theorie. 
Ryan, Dennis, Ihabe. 

- Basis: doe mee aan de mini-check. Alles goed? Zelfstandig aan de slag. Niet alles goed? Instructie volgen, daarna aan de slag. 
Amber, Zouhir, Ties, Noah, Jermaine, Shaqell, Anouk, Jara, Shurvin, Bas

- Intensief: doe mee aan de mini-check. Instructie volgen, kom aan de groepstafel zitten. 
n.v.t.

Slide 4 - Tekstslide

3. Lesdoel
Aan het eind van deze les; 
- kun je de 3 lidwoorden benoemen en deze uit een gegeven zin halen.
- kun je benoemen wat een zelfstandig naamwoord is en deze uit een gegeven zin halen. 

Slide 5 - Tekstslide

Verdiept arrangement:
Dennis, Ryan, Ihabe
Les 6.4, blz. 238 t/m 239, opdr. 13 + 14

Slide 6 - Tekstslide

Mini-check
Quiz mee

Slide 7 - Tekstslide

Noteer alle lidwoorden die er zijn.

Slide 8 - Open vraag

Noteer alle zelfstandige naamwoorden uit de zin:
IJsbergen bestaan uit reusachtige brokken ijs.

Slide 9 - Open vraag

Noteer alle zelfstandige naamwoorden uit de zin:
Het grote schip had een botsing met een ijsberg.

Slide 10 - Open vraag

4. Instructie
Lees en kijk mee naar de volgende dia's. 

Slide 11 - Tekstslide

Lidwoord en zelfstandig naamwoord
Zelfstandige naamwoorden zijn woorden voor mensen, dieren, planten en dingen. 

Er zijn drie lidwoorden: de, het, een.

Slide 12 - Tekstslide

Lidwoord en zelfstandig naamwoord
mens:     het meisje , ...........................
dier:       de koe , ......................................
plant:     de paardenbloem , ..............................
ding:      het kleed , ...........................
Ook namen zijn zelfstandige naamwoorden: namen van mensen en dieren, maar ook namen van plaatsen, rivieren en landen.

Slide 13 - Tekstslide

Lidwoord en zelfstandig naamwoord
Er zijn drie lidwoorden: de, het, een.
Lidwoorden horen bij zelfstandige naamwoorden.
Het lidwoord een kun je bijna altijd gebruiken.
Bij het meervoud hoort altijd de.

Voorbeeld:       de krant – een krant – de kranten 
                    het potlood – een potlood – de potloden

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video

5. Begeleid inoefenen
Wie kan zelfstandig aan de slag (basis)?
Lees en maak les 6.4, blz. 238 t/m 239, opdr. 13 t/m 14

Wie heeft nog extra instructie/leeshulp nodig (intensief)?
Kom aan de instructietafel zitten. 
Dan gaan we samen aan de slag. 

Slide 17 - Tekstslide

6. Zelfstandig werken
Je leest en maakt zelfstandig, in stilte:
V: les 6.4, blz. 238 t/m 239, opdr. 13 t/m 14 --> Dennis, Ryan, Ihabe
B/I: les 6.4, blz. 238 t/m 239, opdr. 13 t/m 14 --> Rest van de klas

Ben je klaar?
1. Kijk je werk zorgvuldig na + verbeter waar nodig. 
2. Huiswerk ander vak afmaken. 
3. Leren toets/lezen/tekenen/Smartgame. 
timer
30:00

Slide 18 - Tekstslide

7. Evaluatie
- Zelfstandig leren; werkt volgens de gestelde eisen, die aan de opdrachten worden gesteld.
 
Evaluatie lesdoelen --> Quiz mee! 




Slide 19 - Tekstslide

Wat zijn lidwoorden?
A
de, het , een
B
slimme, mooie, rode
C
fiets, boek, volleybal
D
lopen, werken, denken

Slide 20 - Quizvraag

Wat zijn zelfstandige naamwoorden?
A
de, het , een
B
slimme, mooie, rode
C
fiets, boek, volleybal
D
lopen, werken, denken

Slide 21 - Quizvraag

De slimme leerling snapt het niet.
Welk woord is het lidwoord?
A
de
B
slimme
C
het
D
leerling

Slide 22 - Quizvraag

De slimme leerling snapt het niet.
Welk woord is het zelfstandig naamwoord?
A
slimme
B
leerling
C
snapt
D
de

Slide 23 - Quizvraag

Afsluiting
Ruim je boek en schrift van NE op.

Volgende lesuur: ...................

Slide 24 - Tekstslide