6.4 Lidwoord en zelfstandig naamwoord

Vak: Nederlands
Hoofdstuk: 6
1.
Lesopening
2.
Leergebiedoverstijgende doelen + arrangementen
3.
Lesdoel (+ minicheck)
4. 
Instructie
5.
Begeleid inoefenen
6. 
Zelfstandig werken
7.
Evaluatie + afsluiting
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Vak: Nederlands
Hoofdstuk: 6
1.
Lesopening
2.
Leergebiedoverstijgende doelen + arrangementen
3.
Lesdoel (+ minicheck)
4. 
Instructie
5.
Begeleid inoefenen
6. 
Zelfstandig werken
7.
Evaluatie + afsluiting

Slide 1 - Tekstslide

1. Lesopening
Pak je boek van Nederlands, laat het nog even dicht. 



Slide 2 - Tekstslide

2. Leergebiedoverstijgende doelen
Zelfstandig leren
- Werkt volgens de gestelde eisen, die aan de opdrachten worden gesteld. 

Als er staat schrijf de zin over, dan doe je dat. 




Slide 3 - Tekstslide

Arrangementen
- Verdiept: kijk of je zelfstandig aan de slag kunt of dat je mee wil doen aan de instructie na het benoemen van de lesdoelen en het lezen van de theorie. 
Namen lln

- Basis: doe mee aan de mini-check. Alles goed? Zelfstandig aan de slag. Niet alles goed? Instructie volgen, daarna aan de slag. 
Namen lln

- Intensief: doe mee aan de mini-check. Instructie volgen, kom aan de groepstafel zitten. 
Namen lln

Slide 4 - Tekstslide

3. Lesdoel
Aan het eind van deze les; 
- kun je de 3 lidwoorden benoemen en deze uit een gegeven zin halen.
- kun je benoemen wat een zelfstandig naamwoord is en deze uit een gegeven zin halen. 

Slide 5 - Tekstslide

Verdiept arrangement:
Namen lln. 

Huiswerk noteren + maken:
Les: 6.4
blz.: 236 t/m 238
opdr.: 11 t/m 14 (-13)

Slide 6 - Tekstslide

Mini-check
Quiz mee

Slide 7 - Tekstslide

Noteer de 3 lidwoorden we kennen in de Nederlandse taal.

Slide 8 - Open vraag

Welk woord is een zelfstandig naamwoord:
jouw - gebak - groene

Slide 9 - Open vraag

Welk woord is een zelfstandig naamwoord:
toetsenbord - jullie - schoon

Slide 10 - Open vraag

Wie maakt wat:
3 vragen goed? Ga zelfstandig aan de slag:
les 6.4, blz. 237 t/m 239, opdr. 11 t/m 13

De rest doet mee met de instructie.

Slide 11 - Tekstslide

4. Instructie
Kijk mee naar de instructievideo op de volgende dia. 

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

Lidwoorden
* Lidwoorden: de, het, een.

ANDERE LIDWOORDEN ZIJN ER NIET!

Slide 14 - Tekstslide

Wat is het lidwoord in de zin:
De krant wordt gelezen.

Slide 15 - Open vraag

Noteer de lidwoorden uit de zin:
Het meisje leest een boek.

Slide 16 - Open vraag

Zelfstandig naamwoord
mens:     het meisje , ...........................
dier:       de koe , ......................................
plant:     de paardenbloem , ..............................
ding:      het kleed , ...........................
Ook namen zijn zelfstandige naamwoorden: namen van mensen en dieren, maar ook namen van plaatsen, rivieren en landen.

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Wat is het zelfstandig naamwoord in de zin:
De krant wordt gelezen.

Slide 19 - Open vraag

Noteer de zelfstandige naamwoorden uit de zin:
Het meisje leest een boek.

Slide 20 - Open vraag

5. Begeleid inoefenen
Wie kan zelfstandig aan de slag (basis)?
Lees en maak les 6.4, blz. 236 t/m 238, opdr. 11 t/m 13

Wie heeft nog extra instructie/leeshulp nodig (intensief)?
Damian, Jayson  --> kom aan de instructietafel zitten. 
Dan gaan we samen aan de slag. 

Slide 21 - Tekstslide

6. Zelfstandig werken
Je leest en maakt zelfstandig, in stilte:
V: les 6.4, blz. 237 t/m 239, opdr. 11 t/m 14 (-13) --> Namen lln
B: les 6.4, blz. 237 t/m 238, opdr. 11 t/m 13 --> Namen lln
I: les 6.4, blz. 237 t/m 238, opdr. 11 + 12 --> Namen lln


Ben je klaar?
1. Kijk je werk zorgvuldig na + verbeter waar nodig. 
2. Huiswerk ander vak afmaken. 
3. Leren toets/lezen/woordzoeker
timer
30:00

Slide 22 - Tekstslide

7. Evaluatie
- Zelfstandig leren; werkt volgens de gestelde eisen, die aan de opdrachten worden gesteld.
 
Evaluatie lesdoelen --> Quiz mee! 




Slide 23 - Tekstslide

Wat zijn lidwoorden?
A
de, het , een
B
slimme, mooie, rode
C
fiets, boek, volleybal
D
lopen, werken, denken

Slide 24 - Quizvraag

De slimme leerling snapt het niet.
Welk woord is het lidwoord?
A
de
B
slimme
C
het
D
leerling

Slide 25 - Quizvraag

De slimme leerling snapt het niet.
Welk woord is het zelfstandig naamwoord?
A
slimme
B
leerling
C
snapt
D
de

Slide 26 - Quizvraag

Ik kan de 3 lidwoorden benoemen
Ja
Nee

Slide 27 - Poll

Ik kan zelfstandige naamwoorden benoemen
Ja
Nee

Slide 28 - Poll

Afsluiting
Ruim je boek en schrift van NE op.

Volgende lesuur: ...................

Slide 29 - Tekstslide