Capitulo 6 - les 1 Havo/vwo 2

1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpaansMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 1-4

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Hoy es miércoles, 16 de octubre

Slide 4 - Tekstslide

Las reglas:
Respect:
Als iemand praat, is de rest stil.
Ik steek mijn vinger op als ik iets wil zeggen.
We maken elkaar niet belachelijk.
We komen onze afspraken na (huiswerk, geen mobiel, etc.).

Slide 5 - Tekstslide

¿Qué vamos a hacer hoy?

  • Een tekst lezen en vragen beantwoorden
  • Bezittelijke voornaamwoorden
  • Blooket

Slide 6 - Tekstslide

¿Cuál es la meta de hoy? 

  • Ik heb een tekst in het Spaans gelezen en vragen over die tekst beantwoord
  • Ik weet welke bezittelijke voornaamwoord ik moet gebruiken in het Spaans

Slide 7 - Tekstslide

Opdrachten 
Wat? WB, blz. 44 en 45, opdr. 7 en 8- bron C
Hoe? Individueel in stilte
Hulp: TB, blz. 44- bron C
Tijd: 15 minuten
Uitkomst: Ik begrijp een tekst in het Spaans
Klaar? Neem door bron D, TB op blz. 45 

Slide 8 - Tekstslide

Los pronombres posesivos

Slide 9 - Tekstslide

Los pronombres posesivos
1. El libro es de ellas. Es ____________________ libro.
2. Las llaves son mías (van mijn). Son ____________________ llaves.
3. La casa es de nosotros. Es ____________________ casa.
4. El perro es de vosotros. Es ____________________ perro.
5. Las amigas son tuyas (van jouw). Son ____________________ amigas.
6. La mochila es de ellos. Es ____________________ mochila.
7. El coche es de él. Es ____________________ coche.
8. Los zapatos son de la profesora. Son ____________________ zapatos.
9. El teléfono es mío (van mij). Es ____________________ teléfono.

Slide 10 - Tekstslide

¿Preguntas?

Slide 11 - Tekstslide

Los deberes:

  • Leer de bezittelijke voornaamwoorden uit je hoofd
  • Neem het werkwoord ir weer door.

Slide 12 - Tekstslide

¿Cuál es la meta de hoy? 

  • Ik heb een tekst in het Spaans gelezen en vragen over die tekst beantwoord
  • Ik weet welke bezittelijke voornaamwoord ik moet gebruiken in het Spaans

Slide 13 - Tekstslide

La regla:

Slide 14 - Tekstslide

Kies het juiste onbepaald lidwoord.
2. Compré __________ manzanas en el supermercado.
A
un
B
una
C
unos
D
unas

Slide 15 - Quizvraag

Kies het juiste onbepaald lidwoord.
3. Necesito __________ bolígrafo para tomar apuntes.
A
un
B
una
C
unos
D
unas

Slide 16 - Quizvraag

Kies het juiste onbepaald lidwoord.
4. Quiero comprar __________ zapatos nuevos.
A
un
B
una
C
unos
D
unas

Slide 17 - Quizvraag

Quizlet
https://ap.lc/wzBbJ

Slide 18 - Tekstslide