Capitulo 5 - les 4 Havo/vwo 2

Bienvenidos a la clase de español
Hoy es viernes, 12 de enero
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpaansMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 1-4

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Bienvenidos a la clase de español
Hoy es viernes, 12 de enero

Slide 1 - Tekstslide

La regla:
Respect:
Als iemand praat is de rest stil
Ik steek me vinger op als ik iets wil zeggen
We gaan naar de wc in de pauze

Slide 2 - Tekstslide

¿Qué vamos a hacer hoy?
  • Herhaling: bezittelijke voornaamwoorden
  • Herhaling: Woordenschat
  • Frases clave
  • Quizlet en Blooket

Slide 3 - Tekstslide

¿Cuál es la meta de hoy? 

  • Ik weet welke bezittelijke voornaamwoord ik moet gebruiken in het Spaans
  • Ik weet minimaal 10 woorden over het thema "ir de compras" 

Slide 4 - Tekstslide

Los pronombres posesivos
Mijn = mi ....... / mis ........
Jouw = tu  ....... / tus ........
zijn = su ....... / sus ........
haar = su  ....... / sus ........
uw = su  ....... / sus ........
ons/ onze = nuestro  ....... / nuestros ........
                         nuestra  ....... / nuestras ........
jullie = vuestro  ....... / vuestros ........
               vuestra  ....... / vuestras ........
hun = su ....... / sus ........ 

Slide 5 - Tekstslide

Los pronombres posesivos
1.  Es (jouw) ____________________ libros.
2. Son (onze) ____________________ casas.
3. Es (mijn) ____________________ gato.
4. Es (zijn) ____________________ perro.
5. Son (uw) ____________________ amigas.
6. Es (haar)____________________ mochila.
7. Es (hun) ____________________ coche.
8. Son (jullie)____________________ zapatos.
9. Es (onze) ____________________ teléfono.

Slide 6 - Tekstslide

Vocabulario
  1. La capital
  2. juntos/-as
  3. el regalo
  4. comprar
  5. la cosa
  6. la camiseta
  7. los pantalones
  8. la tienda
  9. encantar
  10. la oferta
  11. costar
  12. caro/-a
  13. barato/-a
  1. pagar
  2. preferir
  3. la talla
  4. ir de compras
  5. el bolso
  6. deportivo/-a
  7. elegante
  8. el mercado
  9. estar de oferta
  10. los zapatos
  11. las botas
  12. el jersey
  13. el vestido

Slide 7 - Tekstslide

A trabajar 
Wat? Libro de ejercicio pag. 49 t/m 51, ejercicio 12 en 13 
Hoe? In duo's
Hulp: Frases clave, TB blz. 45 bron E
Tijd: 10 minuten
Uitkomst: Ik heb de zinnen van FC geoefend 
Klaar? Werkboek, blz. 51, opdr. 14

Slide 8 - Tekstslide

www.quizlet.live

Slide 9 - Tekstslide

Los deberes:


OVERHORING

Leer de bezittelijke voornaamwoorden uit je hoofd
Libro de ejercicio: Leer het woordenschat
blz. 67 en 68 - 5.3 bron F, G en H uit je hoofd leren.
Van ‘la oficina de información’ t/m ‘la mochila’.

Slide 10 - Tekstslide

¿Cuál es la meta de hoy? 

  • Ik weet welke bezittelijke voornaamwoord ik moet gebruiken in het Spaans
  • Ik weet minimaal 10 woorden over het thema "ir de compras" 

Slide 11 - Tekstslide

Kies het juiste onbepaald lidwoord.
2. Compré __________ manzanas en el supermercado.
A
un
B
una
C
unos
D
unas

Slide 12 - Quizvraag

Kies het juiste onbepaald lidwoord.
3. Necesito __________ bolígrafo para tomar apuntes.
A
un
B
una
C
unos
D
unas

Slide 13 - Quizvraag

Kies het juiste onbepaald lidwoord.
4. Quiero comprar __________ zapatos nuevos.
A
un
B
una
C
unos
D
unas

Slide 14 - Quizvraag

Quizlet
https://ap.lc/wzBbJ

Slide 15 - Tekstslide