2hvg - les 3-ingezonden brief

Leg klaar:

= schrift, pen en Talent boek A 
= oortjes om te overleggen met je buddy

1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Leg klaar:

= schrift, pen en Talent boek A 
= oortjes om te overleggen met je buddy

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen
# Je weet het tekstdoel en de opbouw van een INGEZONDEN BRIEF.
# Je weet de stappen van waarin je een tekst schrijft (weer).
# Je bepaalt je standpunt en kiest de sterkste argumenten.
# Je maakt je argumentatieschema met A-U-B.
# Je oefent met de opbouw van een alinea met een argument. 
# Je weet of je naar het steunuur moet komen. 

Slide 2 - Tekstslide

Wat is het tekstdoel van een ingezonden brief?

Slide 3 - Open vraag

Wat klopt niet over een ingezonden brief?
A
De schrijver geeft zijn mening.
B
Het is een betogende tekst.
C
De tekst gaat over een actueel onderwerp.
D
De tekst is opgebouwd als een zakelijke brief.

Slide 4 - Quizvraag

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Kiezen 
Welke argumenten sluiten het beste aan bij één van deze twee stellingen?
Dierentuinen kunnen 
écht niet meer
of
Dierentuinen zijn 
hártstikke belangrijk.

timer
2:00

Slide 8 - Tekstslide

Met welke stelling ga je een argumentatieschema maken?
A
Dierentuinen kunnen écht niet meer.
B
Dierentuinen zijn hártstikke belangrijk.

Slide 9 - Quizvraag

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

LBEAT 2.5D opdr2
STANDPUNT
want
  • argument in één zin (dat mag)
  • uitleg -- noteer  losse woorden, nog geen zinnen
  • bewijs -- feit, uitspraak deskundige, voorbeeld
Controleer je argumenten met de want-dus-proef!


timer
15:00

Slide 13 - Tekstslide

Want-dus-proef
Controleer je argumentatie op tegenstrijdigheden:
# mening in inleiding, want ...argumenten in kern
# argumenten in kern, dus ...conclusie in slot
# mening in inleiding = conclusie in slot

Let op: welke signaalwoorden ga je gebruiken?

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Hoe bereid je je voor?
# Neem de theorie goed door: Talent 3.4 en Learnbeat 2.5 A.
# Kijk de kunst af: lees betogende teksten / ingezonden brieven in de krant.
# Kijk naar feedback bij de laatste schrijfopdracht (review - recensie)
# Oefen met het schrijven van alinea's: hoe begin je, hoe schrijf je een alinea met een argument (zie argument uitwerken) , hoe rond je de tekst af.

Wil je meer doen aan de voorbereiding of wil je oefenen? 
Kom naar het steunuur! Kijk in Magister wanneer.

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Kijk naar dit filmpje
De stelling is: Dierentuinen moeten worden geholpen.

Noteer informatie die je kunt gebruiken om een argument te geven.


Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Video

Schrijf je alinea met argument.

Slide 20 - Open vraag

Voorbeeldargument
Ten eerste moet de gemeente kleine dierentuinen helpen, omdat dierentuinen in  de financiële problemen zitten. Door de sluiting vanwege corona komt er namelijk geen geld meer binnen terwijl de kosten wel doorgaan. Zo kan bijvoorbeeld ZOO Veldhoven het nog een maand volhouden en dan is het geld echt op. 

Welke signaalwoorden zie je voor de structuur A-U-B?

Slide 21 - Tekstslide