In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Argumentatie (4)
Slide 1 - Tekstslide
Lesdoelen
Aan het einde van de les:
Weet je welke verschillende soorten argumentatieschema's er zijn
Kun je verschillende soorten argumentatieschema’s herkennen.
Slide 2 - Tekstslide
Planning
Herhaling argumentatiestructuur
Nakijken huiswerk
Theorie argumentatieschema's
Aan de slag
Ingezonden brief
Slide 3 - Tekstslide
Herhaling basisschema's
Enkelvoudige argumentatie
Nevenschikkende argumentatie
Onderschikkende argumentatie
Slide 4 - Sleepvraag
3 vormen van argumenteren
Enkelvoudige argumentatie
Nevenschikkende argumentatie
Onderschikkende argumentatie
Slide 5 - Tekstslide
Je kunt maar beter niet op Texel wonen. Het waait er altijd en het leven is er erg duur. Alles moet immers met de boot gebracht worden.
Standpunt
Argument 1
Subarg 1
Argument 2
Subarg 2
Alles moet immers met de boot gebracht worden.
Het waait er altijd
Je kunt maar beter niet op Texel wonen.
Het leven is er erg duur
Slide 6 - Sleepvraag
Nakijken huiswerk
NN2 §2 argumentatiestructuren: opdr. 2 en 3
Slide 7 - Tekstslide
Start theorie argumentatie
argumentatieschema's
Slide 8 - Tekstslide
Argumentatieschema's (1)
Argumentatieschema = het verband tussen het standpunt + de argumenten
Slide 9 - Tekstslide
Argumentatieschema's (2)
oorzaak en gevolg
kenmerk of eigenschap
voor- en nadelen
voorbeelden
vergelijking
autoriteit (expert)
Slide 10 - Tekstslide
Argumentatieschema's (3)
Mensen zouden eens wat meer met de fiets naar hun werk moeten gaan (standpunt), want dat is goed voor het milieu, het is goed voor hun conditie en het maakt het fileprobleem kleiner (argumenten: voordelen)
argumentatie op basis van voordelen
Slide 11 - Tekstslide
Argumentatieschema's (4)
Dictatoriale leiders zijn het niet gewend om kritisch te worden bejegend. (argument: eigenschap) Geen wonder dat zij veel moeite hebben met kritiek die zij vanuit het buitenland krijgen (standpunt)
argumentatie op basis van kenmerk/eigenschap
Slide 12 - Tekstslide
Oefenen
Slide 13 - Tekstslide
Het Nederlands verloedert, want jongeren gebruiken steeds meer Engelse woorden als spam, hacken, gamen, cool, relaxed en chill.
A
argumentatie op basis van voor- en nadelen
B
argumentatie op basis van oorzaak en gevolg
C
argumentatie op basis van een kenmerk
D
argumentatie op basis van voorbeelden
Slide 14 - Quizvraag
Ik geloof niet dat de VS en hun bondgenoten de strijd tegen IS alleen met bombardementen kunnen winnen. Heb je dat commentaar van die Amerikaanse generaal gisteren in Nieuwsuur niet gehoord?
A
Argumentatie op basis van overeenkomst
B
Argumentatie op basis van autoriteit
C
Argumentatie op basis van een kenmerk of eigenschap
D
Argumentatie op basis van een voorbeeld
Slide 15 - Quizvraag
Door veel te lezen vergroot je je tekstbegrip. Heb is net zoiets als schrijven: dat leer je ook alleen goed door het vaak te doen.
A
Argumentatie op basis van vergelijking
B
Argumentatie op basis van autoriteit
C
Argumentatie op basis van een kenmerk of eigenschap
D
Argumentatie op basis van een voorbeeld
Slide 16 - Quizvraag
Het nieuwe seizoen van Mocro Maffia is een serie die knettert van ambitie volgens de recensent van de Volkskrant.
A
Argumentatie op basis van vergelijking
B
Argumentatie op basis van voor- en nadelen
C
Argumentatie op basis van een kenmerk of eigenschap
D
Argumentatie op basis van autoriteit
Slide 17 - Quizvraag
De theorie van argumentatieschema's begrijp ik goed.
😒🙁😐🙂😃
Slide 18 - Poll
Vergeet niet om te lezen in je leesboek
Slide 19 - Tekstslide
To do...
NN2 § 3 argumentatieschema's: maak opdr. 1 en 2
Slide 20 - Tekstslide
Theorie ingezonden brief
Slide 21 - Tekstslide
Theorie ingezonden brief
betogende tekst = overtuigen van een standpunt
vaak reactie op iets in de media -> actuele discussie
Taalgebruik: met ironie/understatement
Slide 22 - Tekstslide
Theorie ingezonden brief
Opbouw ingezonden brief
Titel
passend bij onderwerp
Inleiding
Verwijzen naar oorspronkelijk artikel met titel, naam auteur, datum en krant.