In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.
Lesduur is: 30 min
Onderdelen in deze les
Wat gaan we vandaag doen?
Krachten tekenen
Oefenvragen om jezelf te testen!
Huiswerk opgave t/m 7
Slide 1 - Tekstslide
Isaac Newton
O.a. theorieën over:
zwaartekracht
Kracht = massa x gravitatie
F = m x G
Slide 2 - Tekstslide
Plots ging de natuurkundeles ineens over
"De kracht uit jezelf halen"
Krachten in de omgeving
Soorten krachten
Krachten tekenen
Zwaartekracht en massa
Krachten tekenen op schaal
Twee krachten in evenwicht
De nettokracht
Slide 3 - Tekstslide
Klassencode in lessonUp
vzrne
Vul je naam in.
Of gebruik de code links onderin
Slide 4 - Tekstslide
krachten tekenen
Teken mij die een tas van 7 Kg vast houdt.
1cm = 20N
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Video
Slide 7 - Video
In welke eenheid geef je zwaartekracht aan?
A
cm3
B
g
C
cm3g
D
N
Slide 8 - Quizvraag
Hans heeft een massa van 56 Kg Hoe groot is de zwaartekracht op Hans? ....... N
Slide 9 - Open vraag
Als je aan een touw trekt, veroorzaak je een spankracht in dat touw. In welke eenheid geef je spankracht aan?
A
cm3
B
g
C
cm3g
D
N
Slide 10 - Quizvraag
Op een tafel staat een bureaulamp met een massa van 1200g. Welke krachten werken er op de lamp?
A
zwaartekracht
B
spankracht
C
normaalkracht
D
veerkracht
Slide 11 - Quizvraag
Een voorwerp hangt aan een touw. De spankracht in het touw is ............ de zwaartekracht op het voorwerp
A
groter dan
B
kleiner dan
C
gelijk aan
D
geen idee
Slide 12 - Quizvraag
Matthijs heeft op zijn kamer een bokszak hangen van 40 Kg. De bokszak is met een stevig touw aan het plafond bevestigd. De spankracht in het touw is? (kies ook de goede eenheid)
A
200 N
B
40 Fs
C
40 N
D
400 N
Slide 13 - Quizvraag
Als de krachten op een voorwerp evenwicht maken, is de nettokracht op het voorwerp 0 N
A
Waar
B
Onwaar
Slide 14 - Quizvraag
Om evenwicht met elkaar te maken, moeten de normaalkracht en de zwaartekracht in dezelfde richting werken.
A
Waar
B
Onwaar
Slide 15 - Quizvraag
Om evenwicht met elkaar te maken, moeten de normaalkracht en de zwaartekracht even groot zijn
A
Waar
B
Onwaar
Slide 16 - Quizvraag
Op een voorwerp werken drie krachten: F1 = 5 N en werkt naar rechts F2 = 12 N en werkt naar rechts F3 = 15 N en werkt naar links Hoe groot is de nettokracht en in welke richting werkt hij? De nettokracht is ..... N en werkt naar .........
Slide 17 - Open vraag
Om de nettokracht op een voorwerp te vinden, tel je de krachten in dezelfde richting bij elkaar op
A
Waar
B
Onwaar
Slide 18 - Quizvraag
Om evenwicht met elkaar te maken, moeten de normaalkracht groter zijn dan de zwaartekracht
A
Waar
B
Onwaar
Slide 19 - Quizvraag
Op een voorwerp werken vier krachten: F1 = 6 N en werkt naar rechts F2 = 13 N en werkt naar rechts F3 = 3 N en werkt naar links F4 = 20 N en werkt naar links Hoe groot is de nettokracht en in welke richting werkt hij? De nettokracht is ..... N en werkt naar .........